Aan het eind van de middag ruk ik me los van de hectiek rondom de vele perscontacten vandaag, spring in de auto (dikke file, natuurlijk), haal Rebecca op en ga met haar naar het AZU in Utrecht . Daar ligt Jort.
Het AZU is een ziekenfabriek met lange gangen en verwijsborden die op Schiphol niet zouden misstaan. Een enorm hospitaal vol knappe koppen. Maar Jort kunnen ze niet beter maken. Hij ligt op de afdeling Oncologie. In zijn lijf groeien kwaadaardige cellen, in het vocht bij zijn buik. Al meerdere keren heeft hij liters van dat vocht laten afnemen, een vervelende en pijnlijke behandeling. Nu wordt ook het vocht bij zijn longen weggehaald, om hem lucht en uithoudingsvermogen terug te geven. Een doorzichtige slang vanuit zijn rug is gekoppeld aan een mobiel opvangkastje, waarin het opgevangen vocht roodgekleurd zichtbaar is. Na de behandeling plakken ze zijn longvlies dicht, om de aanmaak van nieuwe boze cellen tegen te gaan. Ik hoop en bid dat dat lukt. Maar bij zijn buik kan zoiets niet, helaas.
Mijn immer vrolijke, stevige en blozende broertje is een magere man geworden. In zijn vermoeide ogen lees ik de onrust over de weg die hij moet gaan. Ik wil hem knuffelen, maar geef hem een warme hand en zoen zijn zorgzame vrouw. We praten over de behandeling, natuurlijk. Maar vooral over het eten. In een ziekenhuis met de omvang van een heel dorp, waarin de beste artsen ter beschikking staan, blijkt een passend dieet voor mijn zieke broertje een onmogelijkheid. Eiwit is nodig voor het herstel van zijn conditie. Dus is hij gebaat bij vis en kan hij een dagelijks ei goed gebruiken. Heel veel andere zaken verdraagt hij niet. Maar het restaurant dat het eten verzorgt kan schijnbaar niets anders produceren dan smakeloze maaltijden die voor alle patiënten hetzelfde moeten zijn. Onbegrijpelijk. In een ziekenhuis lig je toch om beter te worden. Of houdt de behandeling op bij alleen het snijwerk van de chirurgijns? Dat klinkt als auto onderhoud door de beste monteurs, waarna je de benzinetank besluit te vullen met kraanwater. Dat helpt ook niet.
Natuurlijk, de zorgsector heeft te weinig mensen en te weinig budget voor optimale zorgverlening. Het zal wel. Een passend dieet voor een ernstig ziek mens is niet te veel gevraagd. Dan maar een zorgmanager minder die lak heeft aan de Balkenendenorm.
Na een dik uur gaan we terug naar huis, door de lange gangen, langs het ziekenhuiswinkeltje vol tijdschriften en lastminute kadootjes voor patiënten. Kleine muziekdoosjes stonden er bij de kassa, met verschillende muziekjes: ´Yesterday´, of ´Stairway to heaven´. Lekker subtiel voor een zieke geliefde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten