13 juli 2018

Beer is terug

Ooit begon ik met deze weblog als een soort therapie, in het jaar dat mijn lieve jongste broer in hoog tempo uit het leven werd gerukt. Alweer acht jaar geleden inmiddels. Te midden van allerlei stukjes over trivialiteiten mocht ik daarna ook schrijven over een mooi huwelijk, de nodige paarse krokodillen, vakantieperikelen en het verlies van mijn ouders. Maar tegelijk liep het aantal berichten de laatste jaren flink terug. Ik schreef niks over de dolende politiek, over het haastige afscheid van het referendum (schande D66, ik schaam me dat ik dertig jaar geleden ooit posters voor jullie plakte) en amper over die blonde proleet in het Witte Huis. Dat krijg je als schrijven ook al je journalistieke dagtaak is.
Ik schreef dit voorjaar zelfs niks bij het vertrek van mijn prachtige oudste dochter uit het ouderlijk huis, richting de grote boze stad. Toch wel een ijkpunt in het leven van een vader van vier dochters. En wat doet ze het goed daar, in die studentenwoning in 030.

Ook over de naderende once in a lifetime vakantie van ons hele gezin samen in de VS zette ik nog niks op het digitale papier, terwijl we daar toch al een half jaar flink mee bezig zijn. New York, Las Vegas, met een RV door de grote parken, met een minivan via Death Valley naar Los Angeles en tot slot via de kust omhoog naar San Francisco. Drie geweldige weken in het verschiet, een passende bestemming van een deel van de erfenis van mijn ouders. 'Ik ben stikjaloers', kreeg ik van diverse collega's en kennissen te horen, als ik over dat reisschema vertelde.
Die jaloezie is niet meer nodig. Op donderdagochtend zit ik met mijn ex-echtgenote en mijn mooie twintigjarige dochter A. in het Sint Antonius ziekenhuis in Leidsche Rijn. Even de uitslag horen van het onderzoek naar die opgezette klieren in de hals van mijn dochter. Ik ga op zwart, als de eerste woorden uit de mond van de vriendelijke vrouwelijke internist rollen. Naast mij barsten dochterlief en haar moeder in tranen uit. 'Papillaire schildklierkanker'. Nooit te oud om nieuwe woorden te leren. Endocrinoloog, ook zo'n woord.
De rest van de donderdag is een achtbaan van emoties. Familie, vrienden, vriendinnen: de tuin zit vol met mensen die A. komen troosten en bijstaan. Hoe meer je moeilijk nieuws deelt met anderen, hoe minder zwaar het op je schouders rust. Wat is ze flink. 's Middags gaan we langs bij het reisbureau, dat net enthousiast had gemeld dat de tickets klaar lagen. De droomvakantie schuift een jaartje op.
's Avonds appt A. een fotootje door: 'hulp van een oude bekende ook maar ingeschakeld'. Op de foto staat het kleine beertje, dat ze drie jaar geleden van mij kreeg toen ze te lang in een ziekenhuisbed moest verblijven wegens een moeizame blindedarmoperatie. Beer is terug. Het wordt een andere zomer dan gedacht.