27 april 2012

Modern Times

Jij bent gek op gadgets, zei goede vriend Dick pas nog tegen me. Ik vond dat wel meevallen, mijn verzameling elektronische hulpmiddelen voor alledag is heus niet uitzonderlijk. Ik heb immers geen iPhone en maar één iPad en geen vijf, zoals ik kort geleden een relatie hoorde vertellen. Maar als je een paar dagen in een Belgisch vakantiehuis gaat verblijven met de schoonfamilie, dan moet je nederig bekennen dat er toch een grond van waarheid in die opmerking schuilt.
Op de avond voor vertrek verzamel ik de noodzakelijke apparaten voor de reis op twee stoelen in de huiskamer. Mijn MacBook, natuurlijk - met oplader en draadloze muis. De iPad, 'voor de spelletjes van de kids', met oplader. Twee iPods, een extra oplader, de kleine JBL-speaker, twee headsetjes (negen euro voor vier stuks, net geleverd via MiniintheBox), twee Nintendo spelcomputers met opladers, de Nintendo Wii inclusief spellen, twee controllers met racestuur en het Wii-fitbord - op speciaal verzoek van de schoonfamilie. Een mapje vol nog altijd af te kijken DVD's; zwager neemt een beamer mee, afspelen kan met de spelers die achterin de auto worden gemonteerd, of via de laptops die worden meegenomen. Een Canon spiegelreflexcamera met extra accu en lader. Een Kodak HD-videocamera, met lader. De TomTom met lader en autosnoer, want tegenwoordig al binnen een half uur leeg. Een verrekijker (zonder lader!), oplaadbare batterijen en nog een doosje gewone AA- en AAA-batterijen. Een BlackBerry met lader, de Samsung smartphone van mijn lief met lader.
Mijn kleding en toiletspullen in een tas gooien kost maar een paar minuten, maar de onmisbare hardware, daarmee ben je wel een avond zoet en het kost inmiddels ongeveer een tas extra. Vriend Dick heeft gelijk.


16 april 2012

Winkelen

Tien jaar terug kon Selexyz de internetboekhandel Bol.com kopen voor een lullige twee ton. Maar de bazen van de chique boekhandels sloten hun ogen voor de nieuwe tijd en lieten die buitenkans aan hun neus voorbij gaan. Vrolijk gingen ze met hun te grote winkels op te dure locaties de ondergang tegemoet. Albert Heijn kocht Bol.com kortgeleden alsnog, voor de lieve som van driehonderdvijftig miljoen euro. Veel geld, maar een schijntje vergeleken met de één miljard dollar die Facebook lachend betaalt voor Instagram, een appje waarmee je fotootjes kunt maken met je iPhone. Er werken twaalf mensen bij Instagram, dat amper twee jaar oud is. Ze zijn nu alle twaalf multimiljonair. De handel in appjes wordt de nieuwe internethype. Of bubbel, als we elkaar maar gek genoeg maken.
Bol.com is veel meer dan twaalf mensen en een lollig appje. Het is niet meer alleen een internetboekhandel, je kunt er ook speelgoed kopen, je camera of je laptop. En nu ook babyspullen, met als introductieaanbod een paar megapakken Pampers voor weinig. Dat voelt al aardig als de supermarkt. Ongetwijfeld komt er in de AH-winkels straks een ophaalplek voor je aankopen bij Bol, want ze zijn immers ook na reguliere werktijd nog open. Dan laat je je online bestelling gewoon daar bezorgen. Op de website van Bol.com kun je ondertussen makkelijk naar het bestellen van je dagelijkse boodschappen, via een hoekje dat je doorlinkt naar Appie. Prachtig allemaal. Ondertussen hol ik nog gewoon drie locale AH-vestigingen af, op zoek naar het laatste exemplaar van het kartonnen winkeltje dat de slimme marketeers van Ahold hebben bedacht om hun eigen jubileum kracht bij te zetten. Pas bij winkel nummer drie heb ik beet, in de andere filialen zijn de schappen met de opvouwbare winkeltjes (prijs € 12,99) en het bijbehorende speelgoed helemaal leeg, amper een week na het begin van de actie. Lullig met plakband bevestigde briefjes vragen de klant om 'excuses voor het ongemak'. Net als bij al die eerdere spaaracties. De inkopers in Zaandam snappen hun eigen succes nog steeds niet.
Het kartonnen winkeltje is in het kleine slaapkamertje van Merle opeens weer erg groot. Als mijn driejarige dochter voortaan 's ochtends wakker wordt ziet ze als eerste haar eigen winkel van Albert Heijn. De droom van supermarktmanager Harry is waarheid geworden. Daar heeft-ie helemaal geen internet voor nodig.

5 april 2012

Prepensioen

Afgelopen week ging collega Joke met prepensioen, na vijfendertig jaar trouwe dienst. Ze kwam in 1977 binnen; een kleine, aantrekkelijke directiesecretaresse. Zelfbewust en professioneel organiseerde ze haar baas en was niet bang hem waar nodig van repliek te dienen. En dat in een tijd dat bazen nog regenten waren. Zeker als ze een achtergrond hadden aan de Koninklijke Militaire Academie.
Joke zette zich veelvuldig in voor de goede werksfeer en onderlinge verstandhouding binnen 'het bureau', dat toen nog de nodige trekjes van Voskuil in zich droeg. Toen ze veertig werd richtte ze een golden girls-netwerkje op met enkele vrouwelijke collega's. De laatste jaren opereerde ze meer in de luwte, op de ledenadministratie, ondertussen fiscaal vriendelijk sparend voor een eerder pensioen. Anno nu heet een jarenlang dienstverband dat je bij het meubilair hoort en dat is niet vleiend bedoeld. Je kunt ook zeggen dat ze plichtsgetrouw vijfendertig van haar beste jaren schonk aan haar werkgever.
Prepensioen is een verworvenheid uit een tijd dat Nederland voorop liep met zijn stelsel van sociale voorzieningen. Die tijd is geweest. Het is goed dat we eindelijk besloten hebben langer door te werken, want we worden ouder en er zijn steeds minder mensen om ons langjarige pensioen op te hoesten. Ik ben bezorgd over de toekomst voor mijn kinderen. De volgende generatie erft de grote schuldenlast die wij hebben opgebouwd. Geen kans op een vast dienstverband, geen hypotheek bij de bank, een stevige studieschuld en een somber economisch perspectief, waarbij maar te bezien valt wat voor pensioen hen straks nog ten deel valt. Nederland wordt in hoog tempo van Europese voortrekker tot een onbetekenende en zuchtende natie. We maken niets meer, we hebben hooguit een paar hoofdkantoren. Bij het sluiten van NedCar in Born schreef een columnist raak 'Nederland is in toenemende mate een land dat gebakken lucht verkoopt en gelul exporteert, een natie van papierschuivers, vergadertijgers en muisridders. Maar in Born staan ze voor dag en dauw aan de poort, de mannen en vrouwen van de ochtendploeg'.
Joke stond vijfendertig jaar lang elke ochtend aan de poort van het bureau. Met haar Italiaanse echtgenoot toert ze nu in een klassieke auto door het door God geschonken landschap van Sicilië. Hopelijk doet ze dat nog flink wat jaren. Het is haar van harte gegund.