30 november 2011

Webcast

Na een bevalling is het goed gebruik om uit te rusten. Na een Accountantsdag ligt dat anders. De agenda loopt al snel weer vol met doorgeschoven zaken die moesten wachten tot na 23 november. Ik gooi daags na het evenement meer dan 500 achterhaalde mailberichten weg en ruim de stapel papier op die de laatste weken het bureau (al lang niet meer een clean desk) heeft gedomineerd. In het kader van de duurzaamheid minder printen: goed voornemen voor 2012. Net als al die niet-gerealiseerde voornemens voor 2011, die doen we gewoon ook nog een keer.
De geplande afkoelingsweek wordt vooral verstoord door een Franse haan die graag president van die bijna failliete republiek wil worden en zich profileert door op Europese schaal het accountantsberoep de oren te wassen. Ze stonden erbij en keken ernaar toen de banken omvielen, aldus de eurocommissaris, en dus moet het anders. Een week na ons jaarevenement komt hij met zijn finale plannen en boort me een geplande vrije dag door de neus. De laptop zoemt van negen uur 's ochtends tot negen uur 's avonds. Beide dochtertjes worden 's middags ondergebracht bij vriendjes, want papa heeft geen tijd. Benieuwd of de haan ook zulke dappere plannen heeft voor het gezondmaken van de Europese unie, als die nog bestaat als hij zijn doel bereikt heeft tenminste.
Gelukkig heb ik tussendoor één dagje kunnen opladen, geestelijk dan. Op de hoogste etage van het hoofdkantoor van oud-werkgever Deloitte, honderdvijftig meter hoger dan de rest van Rotterdam, meld ik me vrijdag voor het bijwonen van de simultaan webcast van TEDx Amsterdam. Sinds drie jaar wordt er ook in ons land geknokt om de stoelen voor het live bijwonen van dat inspiratiecongres; dit keer in de stadsschouwburg in Amsterdam. Vijfhonderd plaatsen, maar liefst vijfenzeventighonderd belangstellenden. Hoe kan het dan toch dat ik zoveel lege stoelen zie, via het grote scherm bij Deloitte? Onbegrijpelijk dat de organisatie daar geen bestemming voor heeft gevonden. Ook het programma is iets te makkelijk in elkaar gezet: zes sprekers zijn al eens eerder op komen draven en doen hun kunstje opnieuw, wegens het succes van de vorige keer. Enkele anderen maken vooral ongegeneerd reclame voor hun organisaties. De techniek hapert af en toe, de live verbinding valt tussendoor een uur uit. En bij Mabel Wisse Smit moet ik toch altijd weer aan Klaas Bruinsma denken en diens lijfwacht met zijn twee blaffers.
Maar als geheel is TEDx toch een fraai evenement om mee te maken. Deloitte zorgt tussendoor goed voor zijn alumni en andere relaties. Er is livemuziek in de Maastoren, goed eten, we doen aan mind mapping en er wordt gedurende de dag een kunstwerk geschilderd dat er zijn mag (FILMPJE!). TEDx is minder sterk dan het enige echte Nederlandse inspiratiecongres, maar biedt genoeg om nieuwe ideeën op te doen. Ik doe nooit meer denigrerend over een langharige kunstenaar uit Middelburg. En het uitzicht over Rotterdam, zelfs in de ochtendnevel, is op de vierenveertigste verdieping van de Maastoren ook weinig minder dan een feest.

24 november 2011

De jaarlijkse bevalling

We beginnen in februari met de voorbereiding van onze jaarlijkse toogdag. Dagvoorzitter Peter van Ingen schuift aan bij het nadenken over inhoud en eerste ruwe opzet van een programma. Dan de belangrijkste sprekers uitnodigen, ruim voor de zomer. De minister, de hoogleraar, de toezichtbazen. De eurocommissaris weet in april al dat zijn agenda eind november vol zit en bedankt in beleefd Frans. We starten met de promotie, want de zaal moet nog voller kunnen dan vorige keer.
Naarmate de datum dichterbij komt vult het programma zich verder. Wat kunnen we nieuw toevoegen ten opzichte van 2010? Een ongewoon leaderfilmpje, Twitterfeed, sms-voting voor de zaal en prachtige korte filmpjes voor het introduceren van de vier deelnemers aan het slotdebat.  Het vraagt allemaal extra voorwerk; inbreken in agenda's van drukbezette topmannen, filmen op locatie, montage. De druk loopt op in de laatste weken voor de grote dag. Speeches, presentaties, inhoud van deelsessies. Maar ook het kleine boekje dat iedereen krijgt bij vertrek, de presentatie van een rapport, het kado voor de sprekers. De introductie van een eigen evenementen-app gaat ook nog precies lukken, al houdt Apple ons in spanning bij de goedkeuring voor de App Store. Pas twee dagen tevoren komen alle presentaties binnen, die ik in het format van de dag giet en tot een samenhangend geheel maak.
Op de vooravond is de technische doorloop in het auditorium van de RAI. Het stemmen per sms werkt, de twitterfeed wordt achter de schermen beheerd en gedoseerd doorgegeven aan de dagvoorzitter. Met de cameraman en Peter stemmen we de opzet van de filmpjes af: zaal donker, film starten, bij het bevriezen van het beeld applaus en dan meteen de opkomst van de betreffende spreker. En dat vier keer achter elkaar. De wetten van het theater gelden onverminderd bij het opzetten van een congres voor accountants. Afwisseling, timing, een krachtig slotakkoord. Op die laatste avond verwerk ik thuis de last minute aanpassingen in de presentaties. Pas na middernacht gaat de laptop uit.
Op woensdag is het zover, negen maanden na het eerste overleg. Beste pak aan, vroeg in de auto, kort na zeven uur op kantoor. Persmappen klaarmaken, spullen verzamelen, persbericht klaarzetten voor verzending en op naar de RAI. 1300 grijze pakken komen samen in het congrescentrum. Achter de schermen worden de laatste voorbereidingen getroffen. Naast het podium zit de techniek, in het halfdonker, temidden van eindeloze hoeveelheden knoppen en schermen. Alles wordt op scherp gezet en de dag trapt af. De inhoud van de diverse onderdelen van het programma gaat grotendeels aan me voorbij, want ik hol heen en weer tussen de regie en de sprekerskamer, de persbalie en de zaal.
Het loopt niet allemaal op rolletjes: files op de A4 maken dat veel bezoekers te laat zijn en de start moet wachten. We lopen uit. De personal trainer had vijf minuten optreden gekregen, maar neemt ruim een kwartier. Gelukkig is de minister ook een half uur te laat en past alles weer in elkaar.
Na de lunch, de deelsessies en een perspresentatie van een rapport is het tijd voor het slotdebat. Gespannen zit ik in de zaal, om de introfilmpjes op de beste manier te kunnen meemaken. Drie gaan er zoals gepland: licht uit, film, applaus aan het eind, spreker op. Maar bij de laatste film blijft het stil. Het beeld is donker, de speakers zwijgen. Peter praat het vol, de laatste spreker moet zonder intro het podium op. Ik hol de zaal uit en storm achterlangs naar de techniek, ondertussen verwensingen slakend die niet passen bij een belijdend Christen. De technicus zit onthutst achter een vastgelopen computer, hij kan er niks aan doen. Ik loop naar buiten, drink een kop koffie bij de barista in de hal, vloek en zucht het van me af. Uiteindelijk komt het filmpje toch nog langs op het scherm, noodgedwongen aan het eind van het debat. De rest gaat allemaal weer als gepland, de muzikale slotact is mooi, het eerste biertje na afloop smaakt heerlijk. Niemand stoort zich aan zoiets, zeggen mijn collega's keer op keer. Maar ik wel. Het is een vlek op een verder geslaagde, lange dag. Ik ben nog steeds knorrig, maar geef graag toe aan de vermoeidheid. Op naar huis. De bevalling zit er weer op, de baby is bijna helemaal gelukt. Bijna. Volgend jaar graag een Mac voor het opstarten van de filmpjes. Die lopen nooit vast.


19 november 2011

Herdenkingsdag

Life is but a stopping place,
A pause in what's to be,
A resting place along the road,
to sweet eternity.
We all have different journeys,
Different paths along the way,
We all were meant to learn some things,
but never meant to stay...
Our destination is a place,
Far greater than we know.
For some the journey's quicker,
For some the journey's slow.
And when the journey finally ends,
We'll claim a great reward,
And find an everlasting peace,
Together with the lord.




17 november 2011

Cameraman

Ik houd van film en fotografie. En van camera's. In de piepkleine vitrine van het wandmeubel in onze huiskamer heb ik een aantal fototoestellen staan uit vroeger tijden. Daaronder een nog altijd mooie Olympus OM1, in de jaren zeventig geroemd als hoogwaardige en toch compacte reflexcamera. De lenzen waren zo goed dat zelfs sommige fotografen van het beroemde Magnum fotocollectief bereid waren hun Leica er voor te laten staan.
Temidden van het digitale geweld van supersnelle autofocus camera's zijn er nog steeds mensen die die kwaliteit onderkennen. Voor het maken van een introfilmpje voor onze jaarlijkse Accountantsdag ontmoet ik cameraman Rob Hodselmans. Eén van de beste cameramensen die er in de wereld van de sfeerreportage in ons land te vinden is. Gepokt en gemazeld naast tv-presentatoren als Wilfried de Jong en Peter van Ingen, prijzenwinnend en met een heel eigen, filmische stijl van werken. Cinematograaf, heet hij ook wel.
We komen samen bij het ministerie van Financiën in Den Haag. Een blokkendoos-achtig gebouw met eindeloze gangen en een indrukwekkende overdekte binnentuin. Hier neemt Rob beelden op voor een kort portret van één van de deelnemers aan ons slotdebat. Hij heeft zichzelf voorzien van een draagbare videoset, waarin een gewone Canon EOS-reflexcamera de hoofdrol speelt. Anno nu kun je met die dingen prachtig in HD-kwaliteit filmen. De objectieven zijn verwisselbaar, de geheugenkaarten snel en groot genoeg om hele films mee op te nemen. Menig tv-programma wordt inmiddels op deze manier gemaakt.
Rob hangt de camera aan een beugel die hij in een rugzak op zijn rug draagt en kan zo vanaf de schouder prachtig materiaal schieten. Ik heb vooraf zijn eerste filmpje voor het item gezien en ben onder de indruk van zijn werkwijze. Helemaal als ik het objectief herken dat hij, via een verloopring, aan zijn EOS-camera koppelt. Een oude vastbrandpuntlens van Olympus, die bij het filmen soms wordt afgewisseld met een vergelijkbaar lensje van Contax, ook topoptiek. Daarmee maakt Rob beelden waarin prachtige scherptediepte voorop staat. Oude spullen, maar er kan geen moderne zoomlens tegenop. Cinematograaf, dat had ik ook best willen worden, achteraf. Mooi vak.



13 november 2011

Neusoperatie



Half oktober vouwt de neus van onze familie-Peugeot zich om de bumper van een voorligger. De schade is indrukwekkend: een gekreukelde berg plastic, glas en metaal waar geen touw meer aan vast te knopen lijkt. Gelukkig is er afgezien van de radiateur weinig kapot aan de techniek en de airbags zitten er nog in. De auto is ook nog all risk verzekerd, al is hij inmiddels zes jaar oud. De herstelkosten zijn lager dan de dagwaarde, maar dat betekent niet automatisch dat die kosten ook worden uitgekeerd. De schade-expert van de verzekeringsfirma gaat voor de beste deal. De dagwaarde minus een mogelijke opbrengst van het gedeukte wrak is minder dan het schadebedrag. Dus moeten we het voor dat lagere bedrag zien op te lossen, want we willen onze compacte semi-MPV met zijn zes stoelen, riante uitrusting en lage kilometerstand liever niet kwijt.
Gelukkig heb ik een schoonvader wiens handen kunnen maken wat zijn ogen zien, ook als het om auto's gaat. Op internet vindt hij exact dezelfde Peugeot 307SW, ook zwart en ook met een forse schade... aan de achterzijde. Die donorauto wordt vanuit Rotterdam vervoerd naar een vertrouwd adres in de buurt. Daar fuseren beide automobielen weer tot één compleet exemplaar.
Precies een maand na de stevige botsing haal ik hem op. Achterin zit een stoel extra, zodat ons voertuig nu nog effectiever voor kinderpartijtjes kan worden ingezet. En hij is voorzien van kekke led-dagrijverlichting, die al op de donorauto was gemonteerd.
Schoonpapa maakt er, zoals meestal, weinig woorden aan vuil. Maar hij heeft geweldig werk geleverd, de auto is als nieuw. Gepoetst en zelfs voorzien van een verse waslaag mag hij mee terug naar huis. Onze vriendelijke buurman reageert verheugd: die auto hoort hier voor de deur, zegt hij. We zijn het helemaal met hem eens.


5 november 2011

Vlaamse bakker

De Nachtegaalstraat in Utrecht is de laatste jaren steeds meer een straat geworden die er toe doet. Trendy winkeltjes, dito publiek. Tegenover mijn kapper zit daar het Vlaamsch Broodhuys. Met versgeknipt hoofd meld ik mij er graag voor een prachtig brood gevuld met noten, geitenkaas of vijgen.
Waar veel bakkerijen sneuvelen door de dominantie van de supermarkt heeft het Vlaamsch Broodhuys in vijftien jaar tijd met succes een positie opgebouwd als ambachtelijk alternatief. Inmiddels telt het bedrijf bijna twintig artisan bakery stores, zoals ze op de website heten. Oprichter Dimitri Roels heeft gewerkt met de recent overleden Cas Spijkers bij De Swaen in Oisterwijk en veel geleerd van de Franse meesterbakker Max Poilâne, lid van de beroemdste bakkersfamilie van Frankrijk.

Het Vlaamsch Broodhuys maakt brood op traditionele wijze, maar brengt het eigentijds aan de man. De winkels zijn modern en stijlvol, het personeel fris-studentikoos en de producten een feest om te zien en te proeven. Voor innovatie is men niet bang. Recent is betalen met cash er verbannen; ook een enkel broodje moet met plastic worden afgerekend. De broodketen maakt intensief gebruik van social media om zich te profileren. Daarbij laten ze zich helpen door RauwCC, het social media-adviesbureau van Maarten Reijgersberg uit Rotterdam. Ik ken Maarten nog uit zijn tijd als ontwerper bij de studio van mijn goede vriend Dick. Zo groot is de wereld niet.
De bakker twittert fanatiek, zit op Facebook en heeft zijn vestigingen tot specials gemaakt op Foursquare. Een paar keer consequent inchecken op dat netwerk bij binnenkomst levert een attentie op. En omdat ik ze like op Facebook ben ik deze maand zomaar gekozen tot de gelukkige die gratis een indrukwekkende tas vol prachtige broden mag ophalen. De correspondentie daarover gaat ook via Facebook en Twitter. De tas is zo rijk gevuld dat we de inhoud graag delen met de familie. Ook daarna blijft er genoeg over, als was het de Bijbelse spijziging van de vijfduizend. Ik ben nu helemaal ambassadeur van het Vlaamsch Broodhuys. Zaten ze maar om de hoek.