26 december 2013

Kerstverhaal

Boven het nagerecht van het kerstdiner verhaalt mijn moeder uit haar nog altijd gedetailleerde herinneringen aan haar tienerjaren in een vrouwenkamp onder Japanse bezetting, tijdens de Tweede Wereldoorlog in wat nu Indonesië heet. Gruwelijke herinneringen. Aan de vrouw die in de gaarkeuken van het kamp werkt en een zenuwtic in haar gezicht heeft. Aan de Japanse officier die denkt dat ze gekke bekken tegen hem trekt, de vrouw tegen de grond slaat en haar met zijn officierslaars keihard in het gezicht schopt. Mijn moeder is dertien jaar en ziet het tafereel noodgedwongen aan tijdens het appèl.
Anno nu verketteren tieners hun ouders omdat ze onder de Kerstboom geen iPhone vinden; toen waren geweld, onderdrukking, honger en ziekte dagelijkse kost voor een tienermeisje. Hoewel het zeventig jaar geleden is, schieten de ogen van mijn moeder vol. Ze sluit de terugblik af door te zeggen dat het allemaal in het niet valt bij het verlies van haar zoon, ruim drie jaar geleden.

De nieuwe koning zegt in zijn eerste Kersttoespraak 'Juist met Kerst, toch het feest van het licht, worden we herinnerd aan persoonlijk verlies en verdriet. Wie een dierbare heeft verloren, voelt in deze dagen de pijn extra scherp.' Hij en wij weten hoe dat is, het verlies van een dierbare.
Op het metersbrede schoolbord in het Spoorwegmuseum, waar we vlak voor Kerst nog even zijn, schrijf ik in een leeg hoekje links bovenaan 'Ik mis Jort'. Ik weet even niet wat ik verder nog wil zeggen. Bij het missen van je broer valt alles in het niet.


19 december 2013

Vrouw krijgt leiding

Ik ben geen fanatieke voorvechter van diversiteit, geen groot bestrijder van glazen plafonds of promotor van quota voor vrouwen in hogere functies. Het is goed dat anderen dat wel zijn, want blijkbaar is het nog steeds een issue, terwijl het dat al lang niet meer zou moeten zijn. Vrouwen zijn immers beter dan mannen in zo ongeveer alles behalve bomen omhakken. Intelligenter, georganiseerder en in veel opzichten ook fysiek sterker. Ik zie mezelf nog geen kind via de urethra naar buiten persen.
Het is al een wonder dat mannen één ding kunnen naast ademen, maar vrouwen regelen moeiteloos vier, vijf zaken door elkaar heen. Dat zie ik in de dagelijkse praktijk thuis en in de organisatie waar ik werk. In de communicatie en aanverwante beroepen als marketing, design en webredactie werken veel vrouwen. Net als in de zorg, het onderwijs en de rechterlijke macht. Zelfs in het mannenbastion van de accountancy neemt hun aantal snel toe. Misschien is dat op termijn af te meten aan te kwaliteit van het werk, want daar is nog wel winst te halen.
Niet altijd krijgen vrouwen de waardering die ze verdienen, zelfs niet als ze door hun inspanningen een organisatie naar een hoger niveau weten te tillen, nieuwe initiatieven realiseren en anderen inspireren. Mogelijk zijn mannen directer in het claimen van hun succes of heeft een organisatie sowieso onvoldoende oog voor medewerkers (man of vrouw) die boven het maaiveld uitsteken. Ik heb van allebei genoeg voorbeelden gezien.
Hoe dan ook, soms kom ook ik rondom diversiteit wel eens nieuws tegen dat een reactie oproept. Op 11 december kopt het FD 'Vrouw krijgt leiding over General Motors'. Ik maak van dat bericht, boven het ontbijt aan de keukentafel, een fotootje met de iPhone en twitter die de wereld in met als commentaar dat ik de kop boven het verhaal een beetje triest vind. 'Man krijgt leiding over Shell' lees je immers ook nooit. Er had ook gewoon 'Mary Barra krijgt leiding over GM' kunnen staan.

Ik heb zelf maar een dikke zeshonderd volgertjes, maar toch ontstaat er een klein twitterbombardement. Het bericht wordt uiteindelijk meer dan zeventig keer doorgestuurd, onder andere door redacteuren van Z24 en door VEB-baas Jan Maarten Slagter. De hele dag blijft mijn timeline onrustig door de discussie die ontstaat. Ik heb maar niet meer getracht uit te zoeken in hoeveel computers, tablets en smartphones dat tweetje uiteindelijk is geland. Best veel, al is het natuurlijk relatief; als Sylvia Witteman een tweet over een rubber kip de wereld in stuurt, heeft dat toch een heel ander bereik.
Uiteindelijk eindigt mijn berichtje op seksisme.tumblr.com, een verzamel-schandpaal met voorbeelden van ongelijke behandeling van het sterke geslacht. Het FD maakt de uitglijder (die ook werd gemaakt door de Volkskrant en diverse buitenlandse media) de dag erna goed met een keurig portret van de nieuwe GM-bazin. Nu maar hopen dat ze haar werk een beetje aardig doet in dat mannenbolwerk.

29 november 2013

No country for old men

Ik ben nooit ziek. Inmiddels werk ik ruim acht jaar bij mijn huidige werkgever, zonder één dag ziekteverlof. Daarvoor tien jaar bij een veeleisende Big Four-organisatie, zonder één dag ziekteverlof. Als ik al een besmette hamburger tref, of een overjarige Apfelstrudel, waardoor ik een dag onwel ben, dan is dat altijd net in het weekend of op vakantie. 
Dat is geen prestatie, geen reden om trots op mezelf te zijn. Ik steek blijkbaar in een redelijk gezond vel, afgezien van een brilletje sinds mijn zevende levensjaar en af en toe een hooikoortspilletje tegen overmatig gesnotter in het voorjaar. Ik ben de natte droom van iedere zorgverzekeraar: wel betalen voor grote glazen kantoorpanden en graaiende topmannen, maar niks terugvragen. 
Tot voor kort althans. Want ik begin uit elkaar te vallen. De aftakeling van het lichaam, die na het vijfentwintigste levensjaar inzet, begint merkbaar te worden bij deze tweeënvijftigjarige. Het zittend werk achter de laptop, sowieso reden voor vroegtijdig overlijden, vraagt meer en meer zijn tol. De multifocale bril fungeert niet optimaal voor het beeldschermwerk, wat ik corrigeer met nek en schouders, in combinatie met een oud leesbrilletje. Dat moet misgaan. En het gaat ook mis, dus loop ik twee maanden bij een vriendelijke fysiotherapeut, die me weer enigszins oplapt. Eindelijk een bonnetje voor de Ohra. Ondertussen doet er ook een duim pijn en zo zijn er nog meer kleine tekenen van verval, afgezien van het grijze hoofd en de heinekenspoiler rond het middenrif.
 
Ik heb een keurige werkgever, dus die situatie met dat beeldschermwerk is vast op te lossen. Ik meld me bij een grote glazen kantoorpaal in Amsterdam Zuid-Oost voor een visustest, die nodig is om via de baas voor weinig een beeldschermbril te bemachtigen. Human Capital Care heet het winkeltje waar ik me moet vervoegen. Een adviestoko die op zijn website ronkende zinnen schrijft over preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie, samen ook wel 'gezondheidsmanagement' genoemd. Ter illustratie zie ik op de homepage een nogal blote mevrouw achter een laptopje liggen. 
De assistente van Human Capital Care die mijn gezichtsvermogen onderzoekt is allerliefst en optimistisch over de uitkomst. Drie weken later ploft het oordeel van de bedrijfsdokter op de ruwharige deurmat. Helaas, u komt niet in aanmerking voor vergoeding. Opmerkelijk. De Human Capital Care-consultants van deze wereld zitten er toch om te zorgen dat werkgevers geen last hebben van ziek en dus duur personeel. Als je kunt kiezen tussen een brilletje van pakweg tweehonderd euro, of een medewerker die uiteindelijk uitvalt door klachten als gevolg van beeldschermwerk, dan weet je het wel. Of gaan we toch voor de snel bespaarde euro's op de korte termijn? Hoe dan ook, ik ga de boefjes van de zorgsector de komende jaren vast en zeker meer geld kosten. Verzekeraars houden niet van klanten die ouder worden.


16 oktober 2013

Meisje van vijf

Grofkorrelig, schokkerig en wat onscherp zijn ze meestal, de oude filmbeelden op de metershoge schermen in Eye Amsterdam. Het nieuwe filmmuseum aan het IJ toont familiefilms uit een koloniaal verleden in Nederlands-Indië, opgenomen tussen 1900 en 1940.
Mijn moeder zit op een klein bankje zonder rugleuning en kijkt lang en in stilte naar het grote scherm. Eenentachtig jaar is ze, lichamelijk broos maar geestelijk nog messcherp. Driekwart eeuw geleden, in 1937, kwam ze met haar familie vanuit Nederland aan op Java. Vijf jaar oud, nog onwetend van de ontberingen die haar enkele jaren later in het Jappenkamp bijna het leven zullen kosten. Onwetend van de man die ze, terug in Nederland, in 1954 ontmoet en die in dat jaar, nu precies negenenvijftig jaar geleden, met haar in het huwelijk treedt. Onwetend van het geluk dat het krijgen van drie zoons haar zal schenken en van het onmetelijk grote verdriet door het latere verlies van de jongste van die drie.
Oude, schokkerige en wat onscherpe familiebeelden uit Indonesië. Wat ze laten zien is voor haar heel herkenbaar. Heel even is ze in gedachten gewoon weer een klein, onschuldig meisje van vijf jaar. In een wit katoenen jurkje, zorgeloos spelend in de warme tropenzon. Zielsgelukkig in een tropisch paradijs, niet wetend wat de toekomst brengen zal.



30 september 2013

Boodschapper

In drie dagen tijd gaat reisorganisatie OAD failliet, Bruynzeel Parket sluit de deuren, Björn Borg trekt de stekker uit veel onderbroekenwinkels en Staffhorst in Utrecht houdt op te bestaan. Die laatste winkel was voor velen, ook voor mij, decennialang een begrip. Een muziekwinkel die al platen verkocht voordat Free Record Shop (ook failliet) werd opgericht. Waar topmuzikanten instrumenten kwam uitproberen. De instrumentenwinkel bestond nog steeds, ondanks eerdere tegenslagen. Maar nu niet meer. Allemaal weg, in de week waarin - hoe ironisch - Google haar vijftiende verjaardag mocht vieren. Bij winnaars horen ook verliezers.
Natuurlijk speelt internet een grote rol bij de ondergang van traditioneel opererende bedrijven zoals deze. Maar is dat de enige reden? Bestelt echt iedereen zijn houten vloer en zijn Fender Stratocaster via het web? Dat denk ik niet. We hebben collectief last van een crisis die maar voortduurt en hier nog geen licht aan het eind van de tunnel laat zien. De consument is de hoop op betere tijden kwijtgeraakt en op zijn handen gaan zitten, met dank aan de staat. De overheid geldt inmiddels als notoir onbetrouwbaar. Ons consumentenvertrouwen is amper hoger dan dat in Griekenland of Cyprus; vlak boven het afvoerputje van Europa dus.
Met reden. Je kunt er wel toe oproepen, maar wie koopt er nog een auto, als gunstige belastingregels rondom autobezit worden aangepast zodra ze te populair dreigen te worden? Dan zit je met je VW Polo Bluemotion-dieseltje, vooral gekocht omdat je er geen wegenbelasting over hoefde te betalen. Straks moet dat opeens wel en nog dubbel tarief ook, want het is een diesel. Een huis kopen? Liever wat spaarcenten reserveren voor het terugdringen van de hypotheekschuld, want het huidige verblijf staat onder water. Beloftes over hypotheekrenteaftrek worden toch direct na de verkiezingen op de helling gezet.
Niet voor niets wint Willem Drees de NRC-verkiezing van de beste premier in de afgelopen eeuw. Vertrouwen is alles. Drees bouwde met vaderlijk gezag op wat nu weer wordt afgebroken. Wat overblijft noemen we participatiesamenleving, een mooi bedacht woord voor meer belasting betalen, maar er weinig voor terug moeten verwachten. Los je sores eerst maar zelf op, succes met het verschonen van de luier van oma.

De nieuwe koning moest die moeilijke boodschap via de troonrede presenteren aan het volk. Het voelde meer dan ooit ongemakkelijk, dat voorlezen van een verhaal van een ander. Zullen we daar dus maar eens mee ophouden? Geef als koning op Prinsjesdag het land een persoonlijke boodschap mee, zoals nu in het eerste - en beste - deel van de troonrede. En geef daarna het woord aan de premier, die de Staten-Generaal vervolgens mag verwennen met zijn boekhoudkundig gebabbel. Dat is wel zo duidelijk. Een koning moet geen boodschapper zijn van een regering die door het volk niet wordt vertrouwd.


15 september 2013

Echt plastic

Deze maand bracht Apple de iPhone 5S uit als nieuw topmodel, samen met de 5C als goedkopere variant. Nou, goedkoop: de 5C met zijn plastic huidje is bij ons te koop vanaf vijfhonderdnegenennegentig euro. Noem dat maar een prijsbrekertje. Ik ben misschien een ouderwetse zak, maar wat mij betreft mag een gadget van zeshonderd pietermannen best wat langer meegaan dan één of twee jaar, anders ben je een dief van je eigen portemonnee. Ik heb mijn iPhone 4S (ook nog steeds te koop) anderhalf jaar terug zelf betaald, dus dan moet je wel iets veel beters krijgen als je toch wilt overstappen naar een nieuw model.
Wat dat betreft schiet Apple niet echt op tegenwoordig. De 5S is een 5 met een iets betere processor, een wat betere camera en dat is het dan. Oh ja, een vingerafdrukscanner in de startknop, zodat je geen wachtwoord hoeft in te tikken. Dat laatste is wat mij betreft het enige echte nieuws. Prachtig natuurlijk, de NSA is ongetwijfeld blij met het idee straks ook over ieders vingerafdruk te kunnen beschikken, naast je e-mail en je surfgedrag op internet. Die vingerbeveiliging plus de stijve prijs (negenhonderd euro voor het 64-GB-topmodel) versterkt de indruk dat Apple graag een stevige positie wil innemen op de zakelijke markt. Beveiliging met een unieke vingerafdruk is immers spekkie naar het bekkie van ieder paranoïde hoofd ICT, zo'n man die de hele dag jammert over beveiliging en risico's bij iedere nieuwe ontwikkeling in de wereld van de mobiele communicatie. Vergeleken met je thuissituatie is de werkomgeving qua ICT vaak nog het stenen tijdperk, want 'onveilig'. Misschien weet Apple met zijn 5S straks de plek in te nemen die BlackBerry jarenlang had dankzij de beveiligde mailomgeving. BlackBerry, zijn er nog mensen die zo'n ding gebruiken?

Voor de consument is er dus de 5C, die in de VS overigens vijfhonderdnegenenveertig dollar kost; bij de huidige euro-dollarkoers zou dat hier ongeveer vierhonderdvijftien euro moeten zijn. Maar zo te zien is het transport van China naar Amsterdam veel duurder dan van China naar de VS, want hier betaal je dus zomaar zeshonderd euro voor dat plastic telefoontje. Blijkbaar denkt Apple dat Europeanen dat makkelijk kunnen betalen. Zeker gemist dat het hier ook al vijf jaar crisis is. Ik verwacht dit keer geen grote rijen voor de Applestore, maar misschien vergis ik me.

Ik ben en blijf een Applefan, want de gebruiksvriendelijke manier van werken en het fraaie design maken nog steeds veel goed. Maar de vernieuwing is redelijk ver te zoeken sinds Steve Jobs bijna twee jaar terug zijn laatste adem uitblies. Nieuwe icoontjes in iOS7: leuk, maar Jonathan Ive kan veel beter. Mijn vrouw, verstandig als ze is, heeft sinds kort een Nokia Lumia smartphone. Type 520, simlockvrij te koop voor zo'n honderdvijftig euro. Ik dacht niet dat ik het ooit zou zeggen, maar de Windows Phone 8-tegeltjes op het startscherm vind ik lekker fris en opgeruimd ogen. Veel strakker dan iOS. Apple blijft gebruiksvriendelijker en kwalitatief beter, maar het prijsverschil is veel te groot. Die Lumia is trouwens ook in vrolijke kleurtjes te krijgen. Voor zo lang als het duurt dan, want Nokia is inmiddels van Microsoft en die weten wel hoe je een product moet laten mislukken.
Voorlopig houd ik het bij mijn vertrouwde iPhone 4S, die alles doet wat hij moet doen: bellen, mailen, app-en, fotograferen, filmen, navigeren, internetten, me wakker maken, mijn agenda bijhouden en ga zo maar door. Hij heeft sinds kort een prachtig plastic achterkantje, kadootje van mijn oudste dochters. Die zijn veel mooier dan welke smartphone ook.



22 augustus 2013

You Can Do That!

Als speechschrijver heb je een lijstje van favoriete speeches, die je graag bekijkt ter inspiratie. Ja, natuurlijk Obama, toen hij nog wist te overtuigen. Ja, Steve Jobs, toen Apple nog op eenzame hoogte stond. Historische speeches, amusante praatjes.
Aan dat lijstje is een nieuw icoon toegevoegd. Nicholas Selby, tweedejaars technologie student aan Georgia Tech. Een knul met de looks van de übernerd die hij is, een kruising tussen Harry Potter en Bill Gates. Hij mag de nieuwe eerstejaars welkom heten bij de start van het academisch jaar. In zeven minuten schrijft hij geschiedenis met één van de meest motiverende speeches ooit. Je doet hem tekort door alleen het opzwepende slot te bekijken, de opbouw daarheen is een mooie mix van serieuze, vaderlijke adviezen en kwinkslagen. De timing, de mimiek, de woordkeus zijn allemaal perfect. En dat alles zonder een snippertje papier of slides om zijn verhaal te ondersteunen. Uit het blote hoofd. Het is jammer dat hij spreekt tot collega-nerds, want hoewel ze gaan staan aan het slot van zijn betoog, als hij als een dominee de armen ten hemel uitstrekt, is de zaal eigenlijk te lauw. De nieuwe studenten zijn zich nog niet bewust van het historische moment dat ze hebben meegemaakt. Selby verdiende het aan het eind op de schouders van de freshmen door de zaal te worden gevoerd. Maar afgezien daarvan: Steve Jobs heeft vanaf zijn wolk ongetwijfeld tevreden meegekeken. Er is nog hoop. If you want to change the world, you can do that! Chapeau Nicholas.

http://youtu.be/o0tN58EC6LE


19 augustus 2013

Het diner

Ik vind weinig zaken aangenamer dan een mooi diner in een dito restaurant. Jarenlang is ons restaurantbezoek beperkt geweest, vooral omdat de kinderen te klein waren en we niet altijd zin hadden in het regelen van een oppas. Inmiddels passen mijn oudste dochters graag en met liefde op hun kleine zusjes. Maar dat is niet de enige reden dat we vaker uit eten gaan. Mijn echtgenote, die 'aanbieding' als tweede naam had kunnen hebben, heeft enige tijd geleden Groupon ontdekt. Dus hangen er op het prikbord in de keuken nu altijd wel enkele reeds betaalde Groupon reserveringen. Een tegoed voor een afhaalportie Sushi, een etentje voor twee of vier bij een restaurant in de omgeving. En wat je al betaald hebt, moet je gebruiken.
Het moeilijkste moment van zo'n diner is het bij aanvang moeten overhandigen van de uitgeprinte Groupon-aanbieding. Op het voorhoofd van sommige obers is het woord 'profiteur' bijna af te lezen. Maar het is crisis, alternatief is dat de tafeltjes helemaal niet gevuld worden. Dus werken de restaurateurs morrend mee aan het Amerikaanse systeem, dat zorgt voor bezoekers die graag komen eten tegen een afbraakprijs. Vaak zijn het nieuwe klanten, hopelijk komen ze nog eens terug voor een beter tarief. Dat houdt Groupon de deelnemende eetgelegenheden in ieder geval graag voor, de waarheid is anders.
In veel gevallen is de keus voor de Groupon-eter beperkt tot een speciaal menu of een klein deel van de kaart. Het dwingt restaurants om op een budgetvriendelijke manier creatief te worden. Zo ook kort geleden weer, toen we met de schoonouders gingen 'grouponnen' in een goed restaurant in het centrum van het land. Ooit werkte het mee aan een wasmiddelenreclame; mooie beelden van hagelwitte tafelkleden en scherp gevouwen servetten. Toen zat het elke avond vol. Maar die roem is allang verleden tijd, er moet gewerkt worden om de tafels bezet te krijgen. Voor een vijfgangen 'verrassingsmenu' rekent Groupon vierentwintig euro per persoon, op vier euro na honderd euro voor vier personen dus. Maar het restaurant moet voor iedere verkochte Grouponmaaltijd de helft afdragen aan de marketingjongens uit de VS. Zo brengt een vijfgangenmenu nog maar twaalf euro per persoon in het laatje bij het restaurant. Nog iets minder zelfs, want het restaurant draait op voor de BTW over het totaalbedrag. Voor dat geld kan zelfs de Febo geen vijfgangenmenu serveren. Het is dus opmerkelijk dat de koks in het restaurant toch nog zalm en 'diamanthaas' weten te presenteren, plus een amuse. De iets eenvoudiger ingrediënten van de omlijsting worden met mooi opgemaakte borden enigszins gemaskeerd. Aan veel andere tafels wordt hetzelfde menu geserveerd.
De drankconsumptie moet iets van het verlies compenseren. Het roze bubbeltje bij binnenkomst is evengoed 'van het huis'; de eigenaar heeft Het Diner van Herman Koch niet goed gelezen. Maar het plat water uit eigen (hervulbare, ik zeg verder niks) fles kost bijna vijf euro.  En als de heren in het gezelschap kiezen voor het wijnarrangement, plus een rondje koffie toe, valt de schade nog mee. 
Opmerkelijk genoeg maakt Groupon, door de grote marketinginspanningen, nog altijd geen winst. Dat dwong de CEO en mede-oprichter nog niet zo lang geleden zelfs al tot een opvallend vertrek. Maar hoe lang redden restaurants het nog, als ze - door de crisistijd gedwongen - meewerken aan een systeem dat ze vraagt om op ieder bord eten geld toe te leggen? Is Groupon de laatste strohalm voorafgaand aan een faillissement? 

15 juli 2013

Dromen zijn bedrog

In de post zit een brief van de Staatsloterij. Even heb ik de hoop dat hij mooi nieuws brengt, maar helaas: geen grote geldprijs. Wel veel woorden over de oprecht goede bedoelingen van deze eeuwenoude staats-gokorganisatie. Ze hebben me heus niet belazerd, al zeggen ze niks over alle jarenlang 'niet uitbetaalde prijzen en andere mogelijke onregelmatigheden', want dat is nog onder de rechter. Een brief uit de categorie 'veel woorden gebruiken om niets te zeggen'. Je moet wat, want het vertrouwen in de loterij ligt onder vuur.
De brief is ondertekend door mijn vroegere baas, die marketingpartner was bij de Big Four-organisatie waar ik eerder werkte. Nu is hij algemeen directeur van Neerlands' meest succesvolle verkoper van teleurstelling. Vergeleken met zijn partnerinkomen van destijds is de twee ton salaris per jaar natuurlijk een fooi, al meldt het jaarverslag van de Staatsloterij gelukkig ook nog iets over een extra potje voor zijn oude dag. 
Al zeker een kwart eeuw speel ik als abonneelid mee met de Staatsloterij. Stoppen is geen optie, want ik ken mijn lotnummer uit mijn hoofd. Ik betaal elke maand vijftien euro voor een heel lot met Jackpot, dat is per jaar honderdtachtig euro. Als mij op deze aardkloot nog eens een kwart eeuw tijd van leven gegeven wordt, heb ik na vijftig jaar meespelen zo'n negen mille betaald om te mogen dromen over veel meer. Zondegeld. Maar nu stoppen betekent ongetwijfeld dat de maand erna de Jackpot op mijn lot valt. Dus droom ik verder. En iedere tiende dag van de maand is er even de stille hoop dat er een pot met goud wacht onderaan de regenboog. Maar ik weet natuurlijk wel beter. Nog niet zo lang geleden won ik liefst twintig euro, mijn hoogste prijs in die kwart eeuw meespelen. Dus de kans dat er een tonnetje richting onze doorzonwoning komt is statistisch gezien ongetwijfeld weer kleiner geworden. Alleen de directeur van de Staatsloterij wint elk jaar het kwart miljoen. 


9 juli 2013

Bruiloftsgasten

De Franse tuin aan de achterzijde van buitenplaats Bijdorp is een oase van rust. Het langgerekte natuurzwembad in het midden glinstert in de zomerzon. Voor de achterdeur van het huis staat een roomwitte Mercedes 190 SL; gebouwd in 1961, toen autorijden nog een onbezorgde activiteit was voor de rijken. De oude open auto past naadloos bij zijn tijdelijke omgeving.
In de schaduw van de fruitbomen achterin de tuin genieten we van een high tea ter ere van het huwelijk van de broer van mijn echtgenote. Hij is op jonge leeftijd, direct na zijn hoveniersopleiding, gestart met zijn eigen bedrijf. Hij heeft durf, ondernemerszin en werkt hard. Eén van zijn opdrachtgevers is de bewoner van de buitenplaats, die hem vast inhuurt voor het onderhoud van de Franse tuin. De eigenaar, die na een internationale loopbaan in het bedrijfsleven het buiten heeft gekocht, is een bescheiden, vriendelijke man die zacht spreekt en weloverwogen zijn woorden kiest. Hij stelt zijn tuin graag ter beschikking voor dit ontspannen onderdeel van de trouwerij.

Het gezelschap oogt als het jongere publiek bij de Royal Ascot races, al missen de paarden en de hoeden van de dames. De jonge mannen dragen hun pakken met verve, hoewel enkelen eerder die dag hulp nodig hadden bij het knopen van hun stropdas. In het dagelijks leven zijn ze automonteur, vleesboer, orderbegeleider, hovenier en niet gewend aan het dragen van een pak. Ze zijn opgevoed met hard werken en de zekerheid van hun geloof in God. Hun zonden blijven beperkt tot iets te stevige bierconsumptie tijdens een goed dorpsfeest. De jonge vrouwen zijn stuk voor stuk blozend, aantrekkelijk en degelijk tegelijk. Ze werken als bloemiste, kraamhulp, schooljuf of studeren daarvoor. Velen zien hun eigen huwelijk, aan de hand van één van die mannen, al aan de horizon opdoemen. Ze kennen elkaar van school, uit de plaatselijke stamkroeg of van de Christelijke Plattelands Jongeren. Degelijke en hardwerkende jonge mensen; ze bestaan gewoon nog, onder de rook van Amsterdam. Prosecco drinkend in het gras van de buitenplaats voelen ze zich even de koning te rijk.

De tuin van Bijdorp heeft aan de achterzijde een heg. Daarachter begint het immense landgoed van Rijkman Groenink, de bankier die in 2007 de ABN-AMRO verspeelde aan RBS, Fortis en Santander. Als dank voor zijn gedwongen vertrek incasseerde hij een bedrag van zo'n dertig miljoen euro en bouwde een kasteel aan de rand van Loenen. Het ontwerp is op zijn zachtst gezegd niet ieders smaak.
Als de oud-bankier zich op maandagmorgen in dat kasteel nog even omdraait, staan de jonge bruiloftsgasten gewoon weer naast hun bed, om aan het werk te gaan, in degelijke functies die er toe doen. Hun grootouders en ouders hebben Nederland opgebouwd na de oorlog. Je mag hopen dat deze hardwerkende nazaten er nog iets van over zullen houden. Maar zo'n rijk man ligt daar natuurlijk niet wakker van.





10 juni 2013

Afval van nu

'Kun jij er nog wat mee? Anders gooi ik het weg', zegt mijn immer vriendelijke zwager. Hij heeft een klein schoenendoosje in zijn hand. Pinco Palino maat zesentwintig, staat er op de zijkant. Maar er zitten geen kinderschoenen in. Het is zijn vroegere spiegelreflexcamera, compleet met twee originele objectieven. Een Minolta Dynax 505 Si Super, met autofocus, motordrive, automatische belichting en ingebouwde flitser. Alles ziet er uit als nieuw, want mijn zwager is voorzichtig met zijn spullen. Maar de camera ligt al jaren nutteloos in de kast, want er gaan filmpjes in en wie gebruikt die nog? Ook op Marktplaats is de waarde bijna nihil.
Nog niet zo lang geleden ging je met een camera en twee, drie of vier filmpjes van elk zesendertig foto's op vakantie. Je fotografeerde veel bewuster dan nu, want een filmpje was snel vol en tussendoor wisselen was omslachtig. Met de hand of motorisch terugwinden van je film, achterwand open, filmpje eruit, nieuw filmpje erin, filmlipje uittrekken en op de opwindspoel leggen, camera dicht en dan pas weer knippen. Thuis met je filmpjes naar de fotowinkel of de drogist, in zakken stoppen met je adres erop en een paar dagen later het geprinte resultaat ophalen. Het klinkt al bijna archaïsch, maar amper tien jaar terug was het nog doodnormaal.
Ik kreeg mijn eerste fototoestel van mijn vader, toen ik een jaar of zeven, acht was. Een Venaret boxje, dat foto's van zes bij zes centimeter maakte op rolfilm, Agfa 120, 100 ASA. Door een klein venstertje met rood glas achterop kon je zien bij welke foto je was, nadat je met de hand had doorgedraaid voor een volgende opname. Twaalf foto's op een filmpje, dan was het vol. Het toestel staat nog in mijn vitrinekastje. Mijn vader heeft er tijdens de politionele acties in Indonesië honderden foto's mee gemaakt. De filmpjes stuurde hij op naar Nederland, die werden door familie ontwikkeld en afgedrukt.
Later zat ik zelf naast mijn vader in de donkere kamer, een hoekje op de zolder. Wachtend naast het vergrotingsapparaat voltrok zich daar voor mij het wonder van de fotografie. Beeld voor beeld in het vage rode licht zien opkomen op een vel fotopapier in de bak met ontwikkelvloeistof. Na het fixeren en spoelen werd het vel papier in een apparaat geplaatst om droog en glanzend naar buiten te komen. Iedere foto deed ertoe, na zoveel handelingen.
Nu maak ik met een kaartje van vier of acht gigabyte per vakantie zo vijfhonderd tot duizend foto's, die snel en liefdeloos eindigen op de harde schijf van de computer. Liever nog maak ik alle plaatjes maar met de iPhone. Want als je je foto's niet op Facebook hebt gedeeld, ben je dan wel op vakantie geweest? De analoge Minolta reflexcamera, uitgebracht in 1998 en destijds honderden guldens waard, eindigt ondertussen in een kinderschoenendoosje. En daarna als onderdeel van de plastic soep in een verre oceaan. Alleen al om dat te voorkomen bewaar ik hem maar even. Hij is nog als nieuw. 


27 mei 2013

Uniform

Minister Frans Timmermans benadrukte in de optimistische laatste editie van Pauw & Witteman voor de zomerstop (die begint bij grootverdienende televisiejongens al in mei) dat onze kinderen heus in een mooie wereld opgroeien. Europa is welvarend en langer vreedzaam dan ooit tevoren. Maar de angst regeert. Twee dwazen die in Londen een jonge vader afslachten omdat hij een militair is, weten dat één smartphone genoeg is om de hele wereld te vertellen dat niemand zich veilig moet wanen. Ze krijgen ongetwijfeld navolging, helaas.
Een paar dagen eerder moest ik zelf naar Londen. Heen en terug moet je dan je flesje Spa Blauw achterlaten, je riem, portemonnee, horloge, telefoon en iPad in een bakje stoppen en je schoenen uittrekken. Alsof het gestuiter in de wat claustrofobisch makende Avro RJ85 CityJet niet vervelend genoeg is. Op de terugweg vergat ik het horloge af te doen, wat als extraatje een gezellige bodysearch opleverde. Het voor mijn collega aangeschafte potje Lemon Curd kon zo de prullenbak in, dat mocht niet in de handbagage. Vlak achter de douane kocht ik een nieuw potje, 30 cc kleiner ongeveer. Daar kun je dan blijkbaar geen bom meer van maken. Angst regeert.

Ik genoot evengoed van het gezelschap van enthousiaste speechschrijvers, in Londen samengekomen om elkaar te inspireren en het vak van ghostwriter naar een hoger plan te tillen. Onder hen ook Neerlands' meest gelauwerde speechschrijfster Annelies Breedveld, de vrouw die in 2011 generaal Van Uhm met een geweer het podium van TEDx op stuurde. Het leverde al bijna een miljoen hits op zijn TED-talk op. Recent tekende ze ook voor de prachtige 4 mei-speech van de generaal, die zijn uniform niet meer nodig heeft om indruk te maken. 
Speeches kunnen mensen ontroeren, overtuigen en in beweging brengen. Maar hoe goed geschreven ook, een speech heeft toehoorders nodig om effect te hebben. Daarom vond ik het zorgwekkend ook in Londen te constateren dat stadsbewoners anno nu het liefste niets ervaren van hun omgeving. Al reizend door de stad isoleren ze zich met hulp van oortelefoons, via witte snoertjes verbonden met de smartphone, die geluid voortbrengt dat alleen de eigenaar mag horen. Stoere schoudertassen en sneakers completeren het stadsuniform. Niet voor niets maken veel winkelruiten in het centrum reclame voor urban gear en urban clothing. De metropool maakt zijn eigen menstype: geen sociaal dier, maar een in zichzelf gekeerde junglebewoner. Met de juiste uitrusting gewapend voor het stadsleven en gericht op het vermijden van contact met soortgenoten. Iemand zomaar aanspreken is immers niet altijd zonder risico. Angst regeert.
Probeer zo'n junglebewoner maar eens te vertellen dat we in een vreedzame, mooie wereld leven. Dat vraagt om een knappe speech. En dan moeten die oortelefoons ook nog uit.


7 mei 2013

Original Turkish Imitation

Na enkele dagen steelse blikken in haar richting te hebben gezonden, trekt de Turkse ober op onze laatste avond de stoute schoenen aan en vraagt mijn oudste dochter om haar telefoonnummer. Blijkbaar gokt hij erop dat de boomlange jongeman naast haar haar broer is. Dat is een flinke vergissing. Teleurgesteld druipt hij af.
Terwijl in Nederland prins Pils voor de kroning zijn hermelijnen mantel aantrekt en zijn onderscheidingen opspeldt - een Elfstedenkruisje en een medaille voor het bijwonen van zijn eigen huwelijk - dompelen wij ons even onder in de wereld die all-inclusive Turkije heet. Acht dagen aan de Turkse Rivièra zorgeloos genieten van de zon, na de veel te lange Hollandse winter. Het resort waarin we verblijven is in de meivakantie een Nederlandse kolonie, met de daarbij behorende mores. 's Ochtends om zes uur claimen de eerste hotelgasten hun ligbedden aan de zwembadrand. En het is goed gebruik om een kwartier voor opening van het dinerbuffet al in de rij te gaan staan. Na een dag glimmend van de zonnebrand liggen in de zon kun je immers flink honger hebben 's avonds, ook al is er van vroeg tot laat een ruim aanbod van 'gratis' drank en voedsel.
Het toerisme is big business in de provincie Antalya; imposante resorts schieten als paddestoelen de grond uit in een regio die in een paar jaar tijd is uitgegroeid tot het vakantiemekka bij uitstek voor Europa en een deel van Azië. De zon schijnt er driehonderd dagen per jaar.
Het massatoerisme heeft ook een flinke boost gegeven aan de Turkse namaakindustrie. Kleding, schoenen, tassen, horloges, zonnebrillen: alles wordt hier gemaakt en voorzien van logo's van beroemde merken. Maar niets dat te koop wordt aangeboden is origineel; zelfs de lokale munteenheid lijkt een imitatie van de euro. De reisorganisatie organiseert dagtrips naar opticiens en juweliers die wel originelen verkopen, iets dat je blijkbaar met een kaarsje moet zoeken. En tegelijk zijn er andere uitstapjes naar een textielhal vol namaakkleding en de grootste imitatiemarkt van de provincie. Inmiddels gelooft de lokale bevolking bijna in de eigen namaak. 'In Holland much more expensive' benadrukt de verkoper van nep-Uggs die uiteindelijk voor twintig euro per paar van eigenaar verwisselen. Ja inderdaad, het origineel kost bij ons het tienvoudige. En een echte Breitling om de pols kost ongeveer honderd keer zoveel als de original Turkish imitations waarmee de talloze juweliers zijn gevuld. De verkopers benadrukken graag dat hun kwaliteit imitatie veel beter is dan die van de buren. Bizar om te ervaren hoe merkenrecht hier met voeten wordt getreden, zonder dat de regering ingrijpt. Maar het economisch belang is te groot. Turkije is een economische droom, in vergelijking met het zuchtende Europa. In 2010 en 2011 bedroeg de groei van de economie er respectievelijk negen en achteneenhalf procent. Vorig jaar was dat opeens nog maar ruim twee procent, want als de buren minder te besteden hebben lopen ook hier de inkomsten terug. De minister van Financiën haast zich om te benadrukken dat 2013 weer beter wordt. Want wat als de Turkse droom in duigen valt terwijl de hele kuststreek net is volgebouwd met marmeren toeristenpaleizen?
Voorlopig zitten de hotels vol en laven we ons gezamenlijk aan het resortbuffet. Op de laatste avond spenderen we nog wat euri in de plaatselijke bazaar, waar de verkopers zich opnieuw in bochten wringen om ons hun imitatie-artikelen aan te smeren. Onderweg terug naar het hotel treffen we de romantische ober, op weg naar het stadscentrum. Hij heeft zijn arm om een voluptueuze blondine geslagen, die zo te zien twee keer zo oud is als mijn achttienjarige dochter. 'You make me crazy', roept hij gulzig uit en zoent haar in de hals. Aan de Turkse Rivièra is ook de liefde soms namaak. Alleen de zon, die is ontzettend echt. We hebben er ongegeneerd van genoten.



22 april 2013

De paarse krokodil van PostNL

Met één iPad kom je als gezin niet meer weg, dus bestel ik een extra exemplaar bij CoolBlue, de beste webwinkel van Nederland. Conform hun belofte gaat de jongste uitbreiding van de appelfamilie dezelfde woensdagavond nog op de bus richting Breukelen. Maar zoals de Telegraaf afhankelijk is van de kettingkast van de krantenjongen, is de webwinkel dat van PostNL. Eerst besluit de postbesteller mijn pakketje aan te bieden op een tijdstip waarop ouders hun kinderen ophalen op school. Daarna komt hij pas helemaal aan het eind van het via de website aangegeven tijdvak, als Mirjam net weg is om dochterlief naar dansles te brengen. Dus moet ik het pakje ophalen bij het postagentschap elders in het dorp, ondergebracht in een hoekje van de C1000-vestiging. Dat kan volgens het briefje in de bus 'op de eerstvolgende werkdag na 13.00 uur', maar volgens de PostNL-site ook al op zaterdag tussen negen en vijf. Dus meld ik mij zaterdagochtend om elf uur bij het agentschapje. Er staat een handgeschreven bordje op de balie: 'wegens een storing is het postkantoor gesloten. Excuses voor de overlast'. Maar vóór mij worden mensen toch met van alles geholpen, dus ik wacht gewoon op mijn beurt. 'Ik kom dit pakketje ophalen', zeg ik en geef het bonnetje af. De medewerkster vindt het blauwe pakje al snel in de opslag achter de balie. De doos van CoolBlue lacht me tegemoet, mijn naam staat op de sticker. Maar ik krijg het pakje niet mee, want door de storing werkt de barcode scanner niet. 'Maar het is mijn pakje', zeg ik. 'Mijn naam staat er toch op?' Ik heb een identiteitsbewijs bij me om te bewijzen dat ik echt de persoon ben die op de adressticker vermeld staat. Maar dat helpt niks. 'U moet er voor tekenen'. 'Nou, dan teken ik toch?' 'Nee, want de scanner werkt niet'. Ik kan de medewerkster niet overtuigen, wat ik ook zeg. Ze noteert mijn nummer en zal me bellen als de storing verholpen is. Boos druip ik af, zonder pakje. Op weg naar huis komt het paarse krokodil-gevoel in alle hevigheid boven.
Thuis twitter ik mijn boosheid van me af en krijg meteen bijval. De storing speelt op meer plaatsen, mogelijk is ook PostNL doelwit van een DDoS-aanval. Die kun je immers gewoon op het internet kopen. Maar dat boeit me niet, de klant moet voorop staan, niet de terreur van een computersysteem. Ik bel met de klantenservice van PostNL. Na het nodige 'kies een 1, kies een 2, kies een 3' kom ik bij een mevrouw van de klachtenafdeling. Ik leg uit wat er mis is en dat ik mijn pakje wil hebben. De storing is bekend, maar ze kan niets voor mij doen. 'U moet ook eigenlijk niet bij mij zijn, maar bij de klantenservice van de retailafdeling van PostNL, want die gaan over de vestigingen', zegt ze. 'Geeft u mij daarvan dan het nummer, dan bel ik die wel', zeg ik. 'Nee, dat nummer is alleen voor de vestigingen zelf'. 'Dus u verwijst mij naar een andere klantenservice, maar wilt mij het nummer daarvan niet geven?' 'Nee, dat mag ik niet'. Ook hier geen argument genoeg om haar te overtuigen. Computer says no.
's Middags word ik gebeld op de gsm door het postagentschap. De storing is nog niet verholpen, maar hopelijk is er toch een oplossing en kan ik mijn pakje krijgen. Aan het eind van de middag meld ik me dus weer bij de balie. Het storingsbordje staat er nog steeds. De medewerkster van die ochtend is er niet meer, drie meisjes die ook de kassa van de C1000 bedienen overleggen wat ze te doen staat. 'Ik ben gebeld over mijn pakje, ik mocht het ophalen', zeg ik. Het pakje wordt weer opgeduikeld uit de opslag. Het meisje tikt wat in de computer, een code uit een schriftje met een harde kaft. 'Zo is het in orde hoor', zegt ze en geeft me het doosje mee. 'Moet ik er niet voor tekenen dan?', vraag ik nog. 'Nee hoor, het is goed zo', zegt ze. Voor ze zich kan bedenken neem ik mijn aanwinst mee naar huis. Een schriftje, daar heeft ook een DDos-aanval niet van terug. De iPad is binnen hoor, CoolBlue; aan jullie lag het niet.



14 april 2013

Schatten in De Lier

Liefhebbers van klassieke auto's weten wat een barn find is. Ergens op het Franse, Engelse of Italiaanse platteland een schuurtje openmaken en je droomauto vinden, al dan niet in vergane toestand. Een stokoud Italiaans vrouwtje ontmoeten dat zomaar een veertig jaar oude Alfa Spider heeft staan, uit de tijd dat haar man nog leefde. Die je vervolgens mag kopen voor een habbekrats. En dat er dan onder een laag stof een puntgave klassieker tevoorschijn komt. Zoiets, daar droom ik van. Helaas zijn zulke naïeve oude vrouwtjes erg dun gezaaid.
Gelukkig zijn die schuurvondsten wel ergens anders te vinden. Op een zaterdag rijden vriend Evert en ik in zijn fraaie oude Saab Turbo naar het Westland. In De Lier, verstopt tussen de kassen, verzamelt Joop Stolze schuurvondsten uit alle windstreken, vooral uit zonnige staten in de VS. Schouder aan schouder staan honderden klassiekers onder het glazen dak; sommige klaar om mee weg te rijden, velen in een erbarmelijke conditie. Wachtend op de juiste koper die niet opziet tegen een mogelijk jarenlange restauratie. What you see is what you get bij Stolze, er is geen enkele poging gedaan om de auto's er mooier uit te laten zien dan ze zijn. Integendeel. Evengoed zijn de prijzen niet echt mals. Twee uur lang dwalen we met verbazing rond tussen vervoer uit vervlogen tijden, tot we niet meer kunnen bevatten. Eén schuurvondst is mooi, zoveel bij elkaar is bijna te veel van het goede. Een kas in De Lier, daar kan geen autotentoonstelling tegenop.


24 maart 2013

Cookie er bij?

Eén van de boeiendste scènes uit de science fiction klassieker Minority Report vind ik die waarin hoofdpersoon John Anderton (Tom Cruise) door een winkelcentrum anno 2054 loopt. Overal wordt hij meteen herkend en dus persoonlijk aangesproken. John Anderton! You could use a Guiness Beer! Bij zulke een-op-een marketing helpen vindingen als de irisscan en het audiospotlight, dat een jaar of tien geleden al eens langskwam op PINC en dus in 2054 ongetwijfeld op een slimme manier wordt ingezet.
Ik moest aan die filmscène denken toen ik op internet kort na elkaar een paar aankopen deed. Ik boekte een weekje all-in Turkije en werd in de dagen daarna op bijna alle sites die ik bezocht bestookt met aanbiedingen voor precies datzelfde hotel van Sunweb. Vervolgens bestelde ik een stel sneakers en werd een week lang doodgegooid met banners van dezelfde online schoenenboer, vol met nog veel meer vrolijke gympen. Dat snap ik niet. Hoeveel interesse heeft iemand die net een vakantie heeft geboekt in nog een keer diezelfde vakantie? Hoeveel gympen moet ik per week bestellen? Blijkbaar is Grote Broer nog niet zo ver dat hij weet of ik die geplande internetaankoop al daadwerkelijk heb gedaan, dus blijft hij mij er mee bestoken. Het zou veel zinniger zijn als Sunweb of Omoda over een half jaar nog een keer bij me langskomt en vraagt of er alweer belangstelling is voor een nieuw tripje of een stel knappe schoenen. Maar blijkbaar is dat nog een brugje te ver voor de online marketeers en hun zo omstreden tracking cookies. Het is natuurlijk allemaal nog redelijk vers, die online verkoop op maat. In 2054 werkt het ongetwijfeld veel verfijnder. Als dit werelddeel in verval dan tenminste nog iets te verkopen heeft. Misschien hebben we dan allemaal weer gewoon een koe, twee schapen en een moestuin.

10 maart 2013

Ik heb het leven lief

De hemel huilt de hele dag, als we afscheid nemen van Peter van Lindonk. Het water loopt in stralen van de paraplu's, tijdens de droeve wandeling naar zijn laatste rustplaats. Zelden heb ik regen zo mooi gevonden. Maar zijn plekje achteraan op de begraafplaats is zo gekozen dat de zon straks in de lente op hem schijnt, net zoals Peter al die jaren scheen op ons. Bas van Lier, die een prachtig In Memoriam schreef op de website van Items, zegt na afloop tegen me 'nu moeten we het zelf doen'. En zo voelt het. De mentor is er niet meer.
De driehonderd stoelen in het Pfizer Auditorium van Nyenrode zijn niet genoeg om alle vrienden van Peter een plaats te bieden tijdens de bijzondere afscheidsbijeenkomst. Nelleke en zijn kinderen spreken dapper en vol liefde over een geweldige man en vader. Die gedurende negenendertig jaar huwelijk maar één keer tijdig aan zijn trouwdag dacht, maar wel iedere ochtend zijn echtgenote verse sap en thee op bed kwam brengen. Die zijn kinderen hun dromen liet volgen, zoals hij dat ook zelf had gedaan. Die ons allemaal betoverde met zijn levenslust en de twinkeling in zijn ogen. Erik van Muiswinkel, van voormalig buurjongetje tot vaste gast bij PINC, zegt 'als Peter je vroeg om ergens op te treden wist je dat het een bijzondere gelegenheid was. Maar deze keer heeft hij het wel erg bont gemaakt'. Zo nemen we afscheid, met een lach en een traan. En natuurlijk met Peter's eigen held Toon Hermans:

Ik heb het leven lief, de mensen en de dieren
De zeeën en rivieren, ik heb het leven lief

Ik heb het leven lief, de bergen en de dalen
De warme zonnestralen, ik heb het leven lief

De trieste ochtendkrant, ze zal mij niet benauwen
Ik blijf van het leven houden, tot aan de laatste dag


Peter had het leven lief als geen ander. We gaan hem allemaal verschrikkelijk missen.

4 maart 2013

Inspirator

Tijdens een potje chocolade-Monopoly met de dochtertjes op zondagmiddag zoemt de iPhone. Peter van Lindonk, meldt het apparaat. Naast zijn naam zie ik zijn kalende hoofd op het scherm. Peter, inmiddels zesenzeventig jaar, is een man die overloopt van inspiratie en creativiteit. Een man die de originele Nederlandse editie van de TED-conferentie heeft opgezet en zelf presenteert; PINC, ieder jaar in mei in Zeist. Die zevenenveertig jaar lang opmerkelijke en prijzenwinnende boeken en jaarverslagen maakte. Die vijftien jaar spreekstalmeester was van het Wereldkerstcircus in Carré, daarbij het hooggeëerd publiek begroette met 'kinderen van alle leeftijden' en elke voorstelling afsloot met zijn levensmotto 'May all your days be circus days'.
Peter leert mij de wetten van het theater toe te passen op onze eigen evenementen. Suggereert sprekers en artiesten om ons jaarcongres mee naar een hoger plan te tillen. Al achttien jaar is hij een grote inspiratiebron, sinds de dag dat ik in 1995 zijn kantoortje binnenstapte met de opdracht voor een jubileumboek van mijn toenmalige werkgever. Een verhalenverteller, bij wie je aan de lippen hangt en de tijd vergeet. Afspraken met Peter lopen meestal uit. Hij woont bij mij in het dorp, waar hij rondrijdt in zijn zwarte Mini cabrio.
Afgelopen week kreeg ik weer een PINC-mailtje, geschreven in die zo vertrouwde enthousiaste stijl. Het gaat goed, las ik. Nog vijfenzeventig dagen tot PINC.14, met opnieuw een reeks geweldige sprekers. Ik antwoordde met het doorgeven van de namen van alle collega's die inmiddels ook naar dat jaarlijkse feestje willen komen. En gaf nog even een inspirerend YouTube-filmpje door; je weet nooit of Peter er iets mee kan. Ik kreeg niet meteen een mailtje terug, maar dat is niet ongewoon. Vaak belt Peter een dag later om weer even bij te praten. 'Professor', noemt hij mij dan aan de telefoon. Veel te veel eer voor een simpele inktkoelie als ondergetekende, maar altijd een leuk begin van een dito gesprek.
Niet echt raar dus dat de iPhone gaat op zondagmiddag en ik het hoofd van Peter op het scherm zie. Maar ik hoor de stem van zijn echtgenote Nelleke. Peter van Lindonk, mijn inspirator, leermeester en vriend, is overleden.



24 februari 2013

RTL weet wel wat goed voor ons is

Ik houd van speelfilms. Met mijn zwager ga ik regelmatig naar de imaxzaal van de Pathébioscoop aan de Arenaboulevard, om met perfect beeld en supergeluid te genieten van meestal vooral visueel spectaculaire actiefilms. Die Hard deel 5, Skyfall, Mission Impossible 4, dat werk. Maar ook films met meer diepgang zie ik graag, al heb ik toch iets minder met een vier uur durend meesterwerk over een Chinese boerenfamilie in de dagen van Mao.
Het reguliere tv-aanbod kan me amper bekoren, afgezien van nieuwe afleveringen van Top Gear op BBC2. Ik heb niks met de zoveelste variant op So You Think You Can Be The Next Pop Idol Talent With X-factor On Ice, waarin tweederangs juryleden hun zogenaamd deskundige oordeel geven over dito gelegenheidszangers en dansers. Ik heb het al helemaal niet over wansmakelijke dieptepunten als Barbie's Baby of Herken de homo. Dan liever een film, zelfs als die op de commerciële zenders ieder kwartier onderbroken wordt door een reclameblok van zomaar zes of zeven minuten.
Dit weekend zond RTL5 op prime time de film 127 Hours uit. Ik nam hem op, want het is geen film die ik gezellig met mijn echtgenote kan bekijken. Waar gebeurd, over een vrijgevochten freestyle klimmer die bij een val in een spelonk met zijn arm bekneld wordt onder een rotsblok. Na vijf dagen van pijn, honger, uitdroging en herinnering aan wat hem dierbaar is, kiest hij voor een even gruwelijke als enig mogelijke oplossing om te overleven: hij snijdt zijn eigen onderarm af met behulp van een minuscuul mesje en schaartje van zijn Leatherman Skeletool-achtige zakmes.
Ik heb de film bij het uitkomen in 2011 niet in de bioscoop gezien, maar sommige bezoekers van de première konden de vijf minuten durende amputatiescène niet goed aan. Het is zeker geen prettige scène, maar onmisbaar en waar gebeurd. Onmisbaar, maar niet voor RTL. Die snijden gewoon vijf volle minuten uit de film weg, wegens het 'te grafisch karakter'. Dat is als Titanic vertonen, maar het zinken van dat schip maar niet laten zien. Te grafisch. The Godfather zonder de dubbele moord door Michael in het restaurant. Jaws zonder bijtende haai. Bambi zonder de dood van zijn moeder. Wat overblijft door het amputeren van die sleutelscène is een zwaar verminkte film. De commerciële televisie weet wel wat goed voor je is. Patty Brard in een badpak als een overjarige zeehond op het water laten klappen, Terror Jaap in zijn eigen kots over de grond zien rollen: geen probleem. Maar de sleutelscène hakken we gewoon uit een speelfim die toch als ondertitel heeft 'every second counts'. Kan ons de filmliefhebbers schelen, het gaat om de kijkcijfers. Die film moet aan het begin van de avond, want daarna komt nog een B-film over een psychopate. Dus dan maak je hem gewoon geschikt voor dat vroege tijdstip. Bovendien weer vijf minuten extra tijd voor een reclameblok. Dat die topfilm dan een bizarre en onbegrijpelijke sprong maakt: who cares? Dat RTL5 op Twitter wordt gefileerd: maakt niet uit. Het gaat om geld, niet om kwaliteit. F*ck de kijkertjes. Benieuwd welke andere cruciale stukjes uit films ons in de afgelopen jaren nog meer ontzegd zijn. Ik vertrouw voortaan maar weer op de imaxzaal, of mijn la met DVD's. RTL5 amputeren, daar missen we niks aan.

17 februari 2013

Systeembanken

Tussen de oude papieren zit een beduimeld spaarbankboekje van de Spaarbank Breukelen. Van hun destijds magere inkomen hadden mijn ouders toch nog kleine spaarpotjes opzij gezet, die bij het bereiken van de stemgerechtigde leeftijd aan hun zoons werden toebedeeld. Met dat boekje in je zak zat je op donderdagavond in een klein anoniem kantoortje ergens in een woonwijk van het dorp, de wachtruimte vol met andere spaarders. Opnames of stortingen werden in het boekje handmatig bijgeschreven en later vastgelegd door een lawaaiige matrixprinter, waarna je met een stapeltje guldenbiljetten naar buiten kwam - of ze juist achterliet. De Spaarbank Breukelen en Omstreken bood jarenlang één van de hoogste rentepercentages van Nederland; op zeker moment zeveneneenhalf procent voor een reguliere spaarrekening. Kom daar nu nog maar eens om. Dus trok de bank spaarders uit de hele regio. Alle boeren brachten er hun kapitaal onder. De bescheiden dorpsbank was erg rijk, maar werd geleid door bestuurders zonder beloning. Op lokaal niveau mocht je het best een systeembank noemen. Maar ruim twintig jaar geleden werd de spaarbank overgenomen door Fortis en verhuisde naar een mooi pand in het hart van het dorp. Met de naam en de spaarbankboekjes verdween ook de hoge rente. Ik verhuisde mijn bescheiden dubbeltjes naar een spaarrekening bij de Rabobank aan de overkant van het marktplein. Ook een bank van en voor boeren. Dat bleek achteraf een verstandige keus.
Deze week was ik te gast bij een tennistoernooi in Ahoy, dat de naam draagt van één van de huidige staatsbanken. Een sponsorfeest dat miljoenen kost, met gastenlounges, business seminars en winkeltjes vol kleding en luxegoederen. Ik kreeg een VIP-plaats voor de auto, smakelijke hapjes als diner en een stoel op de tribune, om Roger Federer te zien verliezen van een fransoos. Ik voelde me niet schuldig bij al die verwennerij. De systeembank is immers ook voor een stukje van mij. Al heb ik er dan geen spaarbankboekje.

29 januari 2013

The Queen's Speech

Het duurde maar twee minuten en vijfenvijftig seconden. De vorstin maakte haar aanstaande abdicatie bekend aan het volk in een speech van welgeteld driehonderddrieënvijftig woorden. In die amper drie minuten zei ze alles wat er gezegd moest worden. Over de concrete aanleiding en hoe ze al jaren nadacht over een passend moment om terug te treden. Over haar echtgenoot; liefde, waardering, rolverdeling en gemis in tien woorden slechts: 'Daarbij was Prins Claus mij vele jaren tot grote steun'. Over de overzeese gebiedsdelen. Over het grote vertrouwen in haar zoon en zijn echtgenote. Dat het tijd werd voor een nieuwe generatie. Niet omdat ze er geen zin meer in heeft op haar vijfenzeventigste, want ze wil graag zichtbaar blijven. Nog iemand voor wie de pensioenleeftijd komt op een zelfgekozen moment. Over de ruimte die haar opvolger krijgt om een eigen invulling te geven aan het koningschap. Over dankbaarheid voor het vertrouwen van het volk.
Twee minuten en vijfenvijftig seconden. Genoeg voor een aantal zenders om vervolgens de hele avond te vullen met terugkijken en vooruitblikken, waarbij iedere beschikbare doctor Clavan uiteraard weer zijn of haar eigenwijze zegje mocht doen. Ik had genoeg aan die ruim driehonderdvijftig woorden. Topwerk van een waardige vorstin en haar speechschrijver. Chapeau.



23 januari 2013

Blauwe maandag

De viering van mijn geboortedag viel dit jaar op Blue Monday, de door een reisorganisatie bedachte depridag om mensen te verleiden al in de eerste maand van het jaar een reis naar de zon te boeken. Er is altijd wel een lokale Diederik Stapel te vinden die aan zo'n dag een wetenschappelijk geurtje wil geven, door te schermen met discutabel onderzoek naar neerslachtigheid en de invloed van niet gerealiseerde goede voornemens en een gebrek aan zonlicht.
Ik vond het alleen zorgelijk om van diverse kanten op mijn verjaardag te horen 'je moet nog vijftien jaar'. Dat klinkt als detentie in de penitentiaire inrichting in Vught, maar gedoeld werd op het aantal jaren tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Daar zou ik als verse tweeënvijftigjarige blijkbaar over na moeten denken, maar dat doe ik niet. Het gaat uit van de gedachte dat je met gepaste tegenzin naar je werk gaat en hunkert naar de periode daarna. Dat lijkt me een verkeerd uitgangspunt voor een activiteit die zo'n groot deel van je leven beslaat; dan kun je beter iets anders gaan doen.
Ons pensioenstelsel zit gebakken in een keurslijf dat niet meer van nu is. Als de pensioenleeftijd naar zevenenzestig jaar gaat staat half Nederland op de achterste benen, terwijl het pensioen destijds werd uitgevonden op basis van het idee dat je daarna nog een jaar of zes, zeven te leven had. Inmiddels zijn dat er gemiddeld al gauw tien meer geworden. De Japanse minister van Financiën riep deze week zijn landgenoten op gerust dood te gaan als de tijd daarvoor rijp is en niet te kiezen voor een eindeloos en kostbaar uitstel van de Grote Reis. Het hielp qua berichtgeving niet dat hij Aso heet en het werd bijna neergezet als de ruwe oplossing die in de filmklassieker Soylent Green wordt gekozen om de overbevolking te bestrijden. Maar in een land waar een kwart van de bevolking ouder is dan zestig krijg je dat soort discussies.
Wat mij betreft schaffen we de vaste pensioenleeftijd af en is er voor iedereen de mogelijkheid om gewoon door te werken. Natuurlijk moet je dat flexibel invullen, maar er is genoeg animo voor. In NRC bepleit een vierenzeventigjarige advocaat het recht om zijn ambt te blijven vervullen. Peter van Lindonk organiseert nog jaarlijks vol energie zijn prachtige inspiratiecongres PINC, al is hij dan halverwege de zeventig. Vriend Dick heeft zijn ontwerpstudio net op nieuwe leest geschoeid op zijn vijfenzestigste. En vorige week kookte Pino, vijfenzeventig jaar oud, bij het jaarlijkse bezoek aan zijn Maastrichtse restaurant Mediterraneo weer vol liefde zijn Italiaanse gerechten voor ons. Hij werkt zes dagen per week. Leeftijd is een cijfer, geen reden om bij de pakken neer te gaan zitten. Zelfs niet op een blauwe maandag.



7 januari 2013

Honderd woorden

Tussen de post zit een boekje van schrijver Bart Lankester. 100 Woorden van Wieringen heet het. Na jaren als journalist en copywriter in Amsterdam heeft Lankester gekozen voor een leven op de rand van Noord-Holland. Iedere dag schrijft hij daar precies honderd woorden. Over de Waddenzee en de schapen op de dijk. Over regen, rust en ruimte. Over dierbaren, politiek, herinneringen. Als pdf-je ploffen ze iedere ochtend in mijn mailbox. Ik lees ze altijd, ook als die mailbox overvol is. De schrijver wil in iedere honderd woorden tenminste één zin voegen die verschil maakt.
Goed voornemen voor 2013, verschil maken.