28 augustus 2011

Spoilers

Zondagmorgen, kwart voor zeven. Met een diepe brom rolt een nagelnieuwe witte Nissan GT-R voor de deur. Samen met zwager Jerry ga ik naar het Fast Car Festival op het circuit van Zandvoort. Jerry werkt bij de enige Nissandealer die de auto in ons land mag leveren. Honderddertigduizend euro, 530 pk, een dashboard dat de Playstationgeneratie aanspreekt en prestaties waar alleen supersportwagens die het drie- of viervoudige kosten aan kunnen tippen. Bij snel accelereren zet ik me telkens schrap en houd me vast aan alles wat ik kan vinden, want je wordt afgeschoten als een kanonskogel. Pas nog reed een idioot met zo'n zelfde auto op een provinciale weg bij Haarlem zomaar 308 kilometer per uur. Gelukkig is mijn zwager een stuk verstandiger. We arriveren in alle vroegte bij het circuit, maar het is al dringen bij de ingang. Ronkende sportuitlaten, uitgebouwde wielkasten, grote achterspoilers, lukraak opgeplakte stickers met namen van autotuners. Het Fast Car Festival is een speeltuin voor Sjonnies. Puisterige jongens met petjes, promojacks, spijkerbroek en gympen, die slenteren langs de opgevoerde bolides. Met hun getunede Honda's en Subaru's vullen ze het gehele parkeerterrein van het circuit. De schaars geklede promomeisjes blijven lachen, ondanks de vele regenbuien en de harde wind. Morgen is de helft ziek waarschijnlijk.
In groepen mogen auto's op het circuit hun rondjes rijden, terwijl aan de rand van de parkeerplaats een demonstratie driften wordt gegeven. Het ruikt naar rubber, overbelaste remmen en benzine. Een enkele auto komt gehavend terug van de Tarzanbocht of het Scheivlak. Tussen de buien door lopen we een aantal keren het circuit op en neer, maar zoveel is er verder niet te doen en het weer helpt niet. Jerry breekt nog voor sluitingstijd de reclamevlaggen af naast zijn gehuurde parkeerplek bij de pitboxen en we ronken terug naar huis. Ik houd erg van sportieve snelle auto's, maar na een paar uur Zandvoort heb ik wel even genoeg fast cars gezien. Over twee weken ga ik weer; dan staan er alleen klassiekers. Gelukkig maar.

25 augustus 2011

One more thing

Mijn eerste eigen computer thuis was een eerste generatie iMac, een mooi groen-transparant druppelvormig ding. Ik heb er bijna tien jaar met veel plezier op gewerkt. In die tijd is hij niet één keer vastgelopen. Ik heb hem nog steeds. Later kochten we een Dell, want die was goedkoper dan een Apple. En Windows was de standaard. Het kreng liep continu vast en ging na dik vier jaar kapot. Onze huidige opvolger, een HP, is niet veel beter. Gelukkig gebruik ik zelf mijn mooie witte MacBookje, dat bij openklappen meteen paraat is, nooit vastloopt en eindeloos kan werken op zijn accu. Ik blijf een Applefan. Mijn iPod Touch en iPod Shuffle vind ik net zo briljant.
Vannacht maakte Steve Jobs bekend dat hij moet terugtreden als ceo van Apple. Stinkend rijk en met een bijna goddelijke status, maar tegen een slopende ziekte is ook hij niet bestand. Apple is niet langer de underdog die alleen gekozen wordt door creatieven en andere eigenwijze geesten, met dank aan de iPod, de iPhone en de iPad. Jobs heeft een nichespeler laten uitgroeien tot het meest gezichtsbepalende ICT-bedrijf dat er bestaat. Bij de bekendmaking van zijn vertrek stijgen de koersen van schaamteloze kopieerders als Samsung en HTC; de koers van Apple daalt.
Innovatie maakt het verschil tussen een leider en een volger, zei Jobs ooit tijdens één van zijn vele beroemde keynotes. Ik hoop dat Apple die innovatie als motto blijft vasthouden, na het vertrek van de man met de eeuwige spijkerbroek en de coltrui. De wereld zal iCon Jobs gaan missen. Voor hem rest straks nog one more thing. Jammer, ook hij heeft zeker meer tijd op deze aardkloot verdiend.

20 augustus 2011

Blogger 2.0

Vandaag bestaat deze weblog precies één jaar. We zijn 114 verhaaltjes verder, gemiddeld bijna één per drie dagen dus. In het begin vaker dan nu, maar tenminste wekelijks is het devies. Ruim 10.600 keer zijn er pagina's van deze blog bezocht, maar hoeveel keer dat door mijzelf was is lastig na te gaan. Ik gebruik drie computers door elkaar en sleutel graag nog eens wat aan een verhaaltje; een komma, een woordje, een zinnetje. Sinds ik de plaatsing van een nieuw bericht verkondig op Twitter en Facebook is het bezoek flink gestegen; vorige maand meer dan 1600 bezoekers, benieuwd wie dat allemaal waren. Vaker commentaar leveren mag, dat is nogal mager tot nu toe.
Terugkijkend gaan veel stukjes over de onbenulligheid van het dagelijks bestaan. Dat geeft op zich niet, maar iets meer boodschap mag wel. En wat korter soms. Misschien moet ik vaker een stevig standpunt innemen. Maar ik ben slechts een eenvoudig communicatiemannetje. Geen groot econoom, dus mijn oordeel over het economische kaartenhuis dat momenteel in elkaar aan het storten is zal u waarschijnlijk gestolen worden. Geen filosoof, geen schrijver van hoogstaande literatuur. Ik beperk me tot simpele waarnemingen uit het dagelijks leven.
Ik heb weinig te verbergen, maar er zijn zaken waar ik liever niet over schrijf, omdat ze te dichtbij komen. De pijn die ik elke dag voel door het verlies van mijn broertje bijvoorbeeld en zo zijn er meer dingen.
Vind ik het leuk? Ja, nog steeds. De titel heb ik vorig jaar goed gekozen. Bloggen is mijn kleine uitlaatklep, temidden van de hectiek van het dagelijks bestaan van een huisvader met een drukke baan, twee keer twee dochters, een vrouw en een volle agenda. Dus blog ik nog even door.


18 augustus 2011

Bodyart

De smartphone op het bureau zoemt. Oudste dochter Rebecca (16) brengt het nieuws via de Ping. Ze heeft een navelpiercing laten zetten. Meteen na dat bericht zoemt de BlackBerry weer en duwt ze 4,5 MB aan videofilm naar binnen. Na eindeloos downloaden zie ik een juffrouw met zwarte handschoenen aan bezig met de buik van mijn dochter. Rebecca is blij met haar nieuwe aanwinst, die ze 's avonds ook nog even in het echt komt laten zien. Volgende week kan ze met piercing en al weer naar school. Haar buik was blijkbaar bruin genoeg om nog tijdens de zomervakantie te kiezen voor het stukje lichaamsdecoratie. Ze heeft een buik zoals alleen zestienjarige meisjes kunnen hebben, dus die mag gezien worden. Nu helemaal.
Vroeger droeg een ruige zeebonk een tatoeage, van een anker of zijn moeder, op zijn bovenarm. Dat was om identificatie na verdrinking te vereenvoudigen. Een enkele excentriekeling liep rond met een piercing, maar dat was toch meer iets voor achtergebleven stammen in een oerwoud. Anno nu is dergelijke zelfverminking bijna tot norm verheven. Als ik in het plaatselijke zwembad ga zwemmen voel ik me een outcast. Om mij heen zie ik huisvaders die van boven tot onder beschilderd zijn met stoere tekens, als waren ze Robbie Williams of David Beckham. Meisjes en moeders lopen rond met een lower back tattoo boven hun zitvlak, of een prikkeldraadachtige tekening rondom hun bovenarm. En dat is dan in het keurige zwembadje in Breukelen, een beschaafd dorpje aan de Vecht. Niet het Sportfondsenbad in Schiedam, waar ik als klein jongetje mijn schoolzwemlessen volgde.
Ooit sprak ik met een kennis over de zorgen rond het hebben van tienerdochters. Ach, zei hij tegen me, als ze achttien is en je komt weg met een tattoo en een tongpiercing, heb je het goed gedaan. Ik hoop voorlopig maar dat mijn dochter het stukje lichaamskunst in haar navel meer dan voldoende vindt. Ik wel, in ieder geval. Een tattoo boven je bips gaat zo hangen, over dertig jaar.

15 augustus 2011

True romance

Daags voor het nieuwe schooljaar weer begint in midden-Nederland viert onze Merle haar derde verjaardag. Op zondagochtend haal ik in Hollandsche Rading haar prachtige Woezel & Pip-taart op bij Dikketaart.nl. Vol trots blaast Merle thuis de drie kaarsjes uit. Het krijgen van kadootjes vindt ze uitermate interessant. De inhoud is amper van belang, maar iedere bezoeker wordt bij binnenkomst belaagd om zo snel mogelijk het meegebrachte geschenk af te staan.
Merle is blij, want ook haar aanbidder Luuk is op haar verjaardag. Een lief joch met blond haar en een zachtaardig voorkomen. 'Vond je het leuk met alle kindjes?', vraagt zijn moeder na afloop bij het naar huis lopen. 'Ja en weet je wie ik de leukste vond?', antwoordt hij. 'Nou?' 'Merle', zegt hij met een diepe zucht en straalt erbij.
De ochtend erna begint de basisschool weer voor Tamar; groep 3 inmiddels, dus dit schooljaar wordt het echt. Ze vindt haar eigen plekje aan een tafeltje met haar naam. Nieuw lokaal, nieuwe juf.
Merle mag weer naar de peuterspeelzaal. De dag ervoor heeft ze er nog vol verwachting over gesproken, maar op de ochtend zelf klampt ze zich bij binnenkomst in de speelzaal krampachtig vast aan papa en mama. We mogen niet weg. Totdat de deur openzwaait en Luuk binnenkomt. Papa en mama zijn opeens vergeten. Samen met haar vriend zet ze zich meteen aan de eerste puzzel van de dag, een prinsessenkroontje trots op haar voorhoofd. Eens komt de dag dat ze echt vertrekt. We kunnen alvast voorzichtig wennen.


13 augustus 2011

Rij 10

De zomer viel dit jaar op dinsdag 2 augustus; de enige dag sinds 21 juni waarop er files richting het strand stonden. De dag erna trok Pluvius de kraan weer open en vergat hem dicht te draaien. Met mijn twee oudste dochters breng ik ondanks het kwakkelweer een lekkere dag door in hartje Amsterdam, inclusief museumbezoek, een fototentoonstelling, muzikaal Italiaans eten en een ontspannend filmpje toe. Na het diner halen we de film in de grote Arena-bioscoop nog precies. Pathé gaat tegenwoordig uit van zelfwerkzaamheid: de kassa's hebben plaatsgemaakt voor touchscreens waarop je alles zelf moet invoeren en je stoelen mag kiezen. Rij 10, stoel 3, 4 en 5. Jammer alleen dat bij binnenkomst in de zaal blijkt dat een groepje jongeren al bezit heeft genomen van onze stoelnummers en niet van plan lijkt om plaats te maken. We kiezen de weg van de minste weerstand en gaan een rij verderop zitten. Eén van de jongeren achter ons vindt het vervolgens nodig om tijdens de film meerdere telefoongesprekken te voeren.
Twee dagen later zitten Mirjam en ik met onze jongste dochters opnieuw in de bioscoop naast de Arena en ook dan is het raak. De hoofdfilm wordt bij aanvang ruw stopgezet en het personeel moet langdurig in onderhandeling gaan met bezoekers die op verkeerde plaatsen zijn gaan zitten. Pas na een kwartier onderbreking smurfen we verder. Vroeger zei je beleefd tegen iemand dat hij of zij op een verkeerde stoel zat en dan stond die persoon gewoon op. Tegenwoordig kan dat misschien nog in het Concertgebouw, niet meer in de bioscoop. Dan bel je een telefoonnummer, dat speciaal voor aanvang van de hoofdfilm wordt getoond.
Premier David Cameron betitelde de Britse relschoppers als een generatie die geen respect meer heeft voor autoriteiten. Ik vrees dat hij gelijk heeft.




8 augustus 2011

Kermis

Het FD plofte een aantal dagen tevergeefs op onze deurmat, want we waren even weg. Een paar daagjes naar Nordrhein-Westfalen, in het Bergische Land, een uurtje voorbij Keulen. De Duitsers vieren in dit seizoen graag feest, dus in verschillende plaatsen staan de biertenten schouder aan schouder en vullen de neusgaten zich met de lucht van braadworst. Mijn twee jongste dochters hollen opgetogen van de ene kermisattractie naar de andere, want ook dat hoort bij de festiviteiten. Te veel euro's blijven achter bij draaimolens, grijpautomaten en schiettenten met kromme geweren.
In Keulen rijden bolides uit de topklasse af en aan, rondom de Dom lachen de logo's van luxe modemerken je vanaf de gevels tegemoet. Op zaterdag kun je in het centrum bijna over de hoofden lopen. De economie draait op volle toeren, als je zo'n grote stad beziet.

Op vakantie lijkt alles verder weg. Pas vrijdagavond laat, als ik met mijn MacBook inlog op het gratis WiFi-netwerk van ons prima hotel, lees ik dat de AEX onder de driehonderd punten is gesloten. Rond dat tijdstip verliest de VS haar AAA-rating van kredietbeoordelaar S&P. Dat had jaren eerder al kunnen gebeuren, maar zolang er niemand roept dat de keizer geen kleren aan heeft, gelooft iedereen graag in de veerkracht van de Amerikaanse economie. Europa zucht, regeringsleiders voeren koortsachtig overleg via Skype, de ECB zet alle zeilen bij. 
We merken er niets van, het is vakantie. Op de snelweg terug naar huis is het aantal campers opvallend: steeds meer landgenoten hebben de traditionele sleurhut verruild voor een custommade vakantievoertuig. Zo'n ding kost al gauw een halve ton, nog afgezien van de kosten voor het staan op de vakantiebestemming, het stevige brandstofverbruik onderweg, het onderhoud en de stalling gedurende het grootste deel van het jaar. Evengoed is de weg er mee bezaaid.
Zo slecht gaat het blijkbaar nog niet. Maar de economie heeft dit jaar zeker geen vakantie. Het is net de kermis: heel veel euro's verdwijnen in het niets. Alleen het plezier is minder. Hoeveel nog bijna nieuwe campers staan er volgend jaar te koop?