Bij de Primark is het dringen in de rij voor de pashokjes. Bij de H&M gaan moeders en tienermeisjes nog steeds
en masse naar binnen. Maar bij de V&D komt niemand meer, Mexx moet gered worden door een Turkse ondernemer, Thom Broekman gaat failliet en de Hema zoekt wanhopig naar een nieuwe identiteit. Dat is, aldus de betrokken ondernemingen, vooral de schuld van het internet. De middle of the road-winkelketens worden kapot gezalandoot. Je gaat niet meer zomaar bumper aan bumper Utrecht-Centrum in, op zoek naar een parkeerplaats in een garage (vijf euro per uur), om vervolgens in een treurig warenhuis te ontdekken dat precies jouw maat van die jas uit de folder er niet meer is. 'Die komt misschien van de week weer binnen', hoor je dan van een al evenmin opbeurende verkoper. Simpelweg op de bank thuis een paar buttons aanklikken op je iPad en een dagje wachten op een pakketje aan de deur is al snel een aantrekkelijk alternatief.
Zelf bestel ik op internet vooral zaken waarvan ik zeker weet dat ik ze hebben wil: elektronica bij Coolblue, boeken bij Bol, horloges bij Watch2Day en een fles whisky bij de voordelige Drankgigant. Stuk voor stuk websites die qua productinfo en uitstraling al redelijk dicht komen bij fysieke winkelbeleving. Ik vind een pakketje krijgen van Coolblue eigenlijk nog leuker dan naar de MediaMarkt gaan, terwijl ik daar toch ook best een uurtje kan stukslaan.
Kleding bestel ik bijna nooit op internet. Ik heb toch wat moeite met het idee om vijf producten te laten komen, er vervolgens één of twee te houden en de rest lekker weer terug te sturen. Bovendien vind ik shoppen helemaal niet erg. Maar je bent nooit te oud om wat nieuws te proberen, dus heb ik recent toch een poging gedaan om digitaal een nieuwe outfit aan te schaffen. Op internet zijn enkele aanbieders actief die maatwerkoplossingen bieden voor mannen die geen tijd of zin hebben om de stad in te gaan om hun kledingkast aan te vullen. Persoonlijk kledingadvies, zonder de noodzaak van urenlang geslenter in drukke winkelstraten en gehannes in krappe pashokjes.
Eén van die aanbieders is
Outfittery, dat zich opwerpt als je persoonlijke stylist. Je geeft je maten en contactinfo op via de site, waarna een adviseur telefonisch je kledingvoorkeuren met je bespreekt en daarna je kleding opstuurt.
Keurig op de afgesproken tijd word ik gebeld door een vriendelijke mevrouw, die het nodige wil weten over mijn smaak, het soort werk dat ik doe, de kledingmores bij mijn werkgever en mijn favoriete outfit voor het weekend. Een eerste toegemaild voorstel vind ik iets te saai, maar de aangepaste versie ziet er goed genoeg uit om op te laten sturen. In totaal drie complete outfits: broeken, shirts, truien, schoenen, een colbertje. Samen al gauw voor zo'n achthonderd euri aan merkkleding. Maar je bent tot niks verplicht, je houdt alleen wat je echt hebben wilt.
Het kledingpakket hoort binnen tien dagen binnen te komen. Het is er al op dag vijf. De pakketdienst bezorgt een grote witte box, chique afgebiesd met donkere randen. Nieuwsgierig maak ik hem open. Bovenop ligt een handgeschreven briefje, dat begint met 'Beste Marc...'. Maar de kleding eronder is heel anders dan wat toegezegd was. Niet zo raar, het pakket blijkt bestemd voor een heel andere Marc, woonachtig in Middelburg. Ik laat de doos verder onaangeroerd, bel met Outfittery om de vergissing door te geven en plaats ook nog een berichtje op Twitter. Het webcareteam reageert alert en biedt excuses aan. Natuurlijk wordt de fout zo snel mogelijk hersteld. Ik breng de grote witte doos terug naar het aanbiedpunt van PostNL in de lokale supermarkt en wacht vol spanning op de nieuwe zending.
Na enkele dagen krijg ik een standaardmail van Outfittery: je retourzending is binnen, jammer dat je niks van je gading kon vinden. Je bent geen kosten verschuldigd, want je hebt helaas niks gehouden. Nee, nogal wiedes niet. Ik mail terug dat ik de verkeerde zending heb gehad en nog wacht op die van mij. Daarna wordt het stil. Na enkele weken stuur ik een reminder: ik wacht nog op mijn zending. Stilte. Weken gaan voorbij. Ondertussen bezoek ik de lokale
Adams Store, de herenkledingketen van het McGregor concern. Resultaat: vier broeken, drie truien, een winterjas, een colbert, twee shirts. De plaatselijke ondernemer is uitermate vriendelijk en behulpzaam. En al mijn gegevens staan in het systeem, ik hoef mijn maten niet meer te onthouden.
Dan krijg ik een mail van de vriendelijke online styliste van Outfittery. Ze heeft een nieuwe outfit voor me samengesteld, die ze graag wil toesturen. Hij sluit mooi aan bij de eerste zending. Ik stuur haar een afschrift van mijn eerdere mails aan haar werkgever als antwoord. Laat maar zitten, zeg ik, als online winkel moet je je logistiek wel op orde hebben. Enkele dagen later krijg ik van haar persoonlijk antwoord. Ze geeft me gelijk, logistiek gezien zijn er nog veel verbeterpunten.
Outfittery draait inmiddels twintig miljoen
omzet per jaar, met name in thuismarkt Duitsland. Maar ik ben nog steeds benieuwd waar mijn eigen kledingbox toch gebleven is. Loopt er nu een Marc in Middelburg rond in de broek die een styliste in Berlijn eigenlijk voor mij uitgekozen had...?