Ook de laatste editie van het FD in 2011 ziet er op de deurmat uit alsof er een bus overheen is gereden. Gisteren kwam de bezorger langs met een kaartje, om ons namens de krant een gelukkig nieuwjaar te wensen. Mijn vrouw deed open en gaf hem vijf euro. Jammer, hij was al weg toen ik het merkte. Ik had hem graag voor het komend jaar tien euro beloofd, op voorwaarde dat hij beter zou omgaan met een krant die op jaarbasis vierhonderdvijftig euro (duizend gulden!) moet kosten. De zwakste schakel in de hele productieketen is de fietsketting van de bezorger, hoorde ik eens tijdens een rondleiding bij De Telegraaf, temidden van eindeloze rollen papier en razendsnel bewegende drukpersen. Ben ik een ouwe zeur aan het worden, als ik verwacht dat mijn krant netjes en op tijd in de bus wordt geschoven 's ochtends vroeg?
Zeker is dat ik me zelf ook wat kreukelig voel, aan het einde van dit jaar. De vele goede voornemens voor 2011 zijn bij voornemens gebleven. Gezonder eten, vaker golfen, vroeger naar bed, meer tijd voor het gezin, een kinderboek schrijven: het is allemaal niet gelukt in het afgelopen jaar. Moet ik die zaken nu weer op het lijstje zetten voor 2012?
In economisch opzicht wordt het nieuwe jaar vast niet makkelijk, voor zo'n voorspelling hoef je geen hoogleraar te zijn. De kreukelige krant predikt alleen somberheid, aan de vooravond van de tiende verjaardag van de euro. We mogen hier onze handen dichtknijpen, met allebei een baan bij een fatsoenlijke werkgever. Over het pensioen dat mij over vijftien (?) jaar wacht denk ik maar niet al te veel na; de krant meldt daarover al genoeg rampspoed. Ons huis is net verbouwd, verhuizen is dus niet aan de orde en ook daar hoeven we niet rouwig om te zijn. Er staan al te veel te koop-borden in de wijk en de bank geeft niet thuis als het om je hypotheek gaat.
Maar meer dan over de economie heb ik zorg over de wereld waarin mijn kinderen moeten opgroeien. Onze samenleving wordt meer en meer gekenmerkt door eigenbelang, intolerantie en korte lontjes. De jaaroverzichten van de afgelopen week stonden allemaal stil bij Alphen a/d Rijn, Oslo en Luik. Campagnes op tv pleiten voor fatsoen richting hulpverleners, want ambulancepersoneel aanvallen is blijkbaar gewoon geworden. Niet zo gek, als New Kids Nitro in de bioscoop als voorbeeld voor een nieuwe generatie moet dienen.
Ergens halverwege dit jaar heb ik de foto bij mijn profielen op de social media en deze blogsite vervangen. Dat lachende hoofd met vorige bril van zes jaar terug kon echt niet langer. Nu kijk ik wat droefgeestig over het toetsenbord van mijn MacBook de wereld in. Hopelijk komt er ergens komend jaar een vrolijker hoofd voor terug. In ieder geval ben ik niet langer afhankelijk van een kreukelige krant. Hij komt voortaan ook binnen op de nieuwe iPad. Goed nieuws bij het begin van het nieuwe jaar.
31 december 2011
25 december 2011
Het Nieuwe Rijden
Ik ben een liefhebber van automobielen, bij voorkeur van Italiaanse of Engelse makelij; auto's met stijl en passie. Autobladen liggen thuis onder handbereik, Top Gear is verplichte kost op tv en via Autoblog ga ik graag op in filmpjes over de nieuwste Ferrari of een grommende Aston Martin.
In de ogen van de echte petrolhead is een ronkende verbrandingsmotor, liefst met acht of twaalf cilinders, de enige ware keuze. Diesel is voor vrachtwagens, hybride aandrijving is voor bomen knuffelende softies en elektrisch rijden is leuk voor een scootmobiel.
Eerlijk is eerlijk, ook ik dacht er zo over. Maar een mens moet open staan voor nieuwe ontwikkelingen. Deze week kreeg onze familie-MPV zijn winterbanden bij de Amsterdamse Nissan garage waar mijn zwager werkt. In plaats van op de bandenwissel te moeten wachten leent hij ons een paar uur zijn huidige vervoermiddel: een elektrische Nissan Leaf. In de straten rondom het kantoor van mijn werkgever zie ik ze steeds vaker rijden, want een innovatief Amsterdams taxibedrijf heeft bewust gekozen voor de voordelen van elektrische aandrijving: geen uitstoot, fiscaal uitermate gunstig, spotgoedkoop opladen en vrij parkeren bij één van de snel in aantal groeiende laadpalen. Voor stadsritten is de nog relatief beperkte actieradius geen bezwaar, tussendoor laadt de auto immers regelmatig op.
De Leaf is in grote lijnen een gewone familie-hatchback, maar achter het stuur is het even wennen. Het dashboard licht op als een kerstboom. Sterker nog, die kerstboom is links bovenaan zichtbaar, als indicator voor duurzaam rijden. Het accuverbruik wordt tot in detail weergegeven via de instrumenten. Een fors digitaal cijfer houdt de bestuurder op de hoogte van het aantal kilometers dat nog kan worden afgelegd. Dat cijfer varieert razendsnel, afhankelijk van steviger of rustiger rijden, gebruik van de ecostand van de automaat, het wel of niet inschakelen van de airco en andere stroomgebruikers. Wie rustig en bewust rijdt komt ruim honderdvijftig kilometer ver met de Leaf. Niet genoeg voor een rechtstreekse trip naar Maastricht, maar meestal zat voor dagelijks gebruik. En wie onderweg een snellaadstation aandoet, even tijd neemt voor een kop koffie en daarna weer verder reist, kan Maastricht gewoon als bestemming kiezen. Ondertussen is de auto snel genoeg om mee te komen met het verkeer en zit hij vol digitale grappen die het tot een vermakelijk vervoermiddel anno nu maken. Achteruitrij-camera, navigatie en een innovatief informatiesysteem dat laat zien waar laadpunten te vinden zijn en vertelt hoe zuinig je als bestuurder hebt gereden ten opzichte van andere Leaf-gebruikers. Echt gaaf wordt het als je de Carwings-app van de Leaf op je smartphone installeert. Daarmee is ook het verbruik af te lezen. Maar dat niet alleen. Op een koude winterdag, terwijl zijn buren buiten de ramen van hun auto's ijsvrij moeten krabben, schakelt mijn zwager via zijn iPhone gewoon alvast de verwarming van de Leaf in. Even later rijdt hij weg in een ontdooide auto.
Ik ga nog altijd voor die opwindende grom van een achtcilinder. Maar volkomen geluidloos wegrijden in de auto van de toekomst, dat heeft ook wel wat. Elektrisch rijden is niet langer voorbehouden aan een scootmobiel.
In de ogen van de echte petrolhead is een ronkende verbrandingsmotor, liefst met acht of twaalf cilinders, de enige ware keuze. Diesel is voor vrachtwagens, hybride aandrijving is voor bomen knuffelende softies en elektrisch rijden is leuk voor een scootmobiel.
Eerlijk is eerlijk, ook ik dacht er zo over. Maar een mens moet open staan voor nieuwe ontwikkelingen. Deze week kreeg onze familie-MPV zijn winterbanden bij de Amsterdamse Nissan garage waar mijn zwager werkt. In plaats van op de bandenwissel te moeten wachten leent hij ons een paar uur zijn huidige vervoermiddel: een elektrische Nissan Leaf. In de straten rondom het kantoor van mijn werkgever zie ik ze steeds vaker rijden, want een innovatief Amsterdams taxibedrijf heeft bewust gekozen voor de voordelen van elektrische aandrijving: geen uitstoot, fiscaal uitermate gunstig, spotgoedkoop opladen en vrij parkeren bij één van de snel in aantal groeiende laadpalen. Voor stadsritten is de nog relatief beperkte actieradius geen bezwaar, tussendoor laadt de auto immers regelmatig op.
De Leaf is in grote lijnen een gewone familie-hatchback, maar achter het stuur is het even wennen. Het dashboard licht op als een kerstboom. Sterker nog, die kerstboom is links bovenaan zichtbaar, als indicator voor duurzaam rijden. Het accuverbruik wordt tot in detail weergegeven via de instrumenten. Een fors digitaal cijfer houdt de bestuurder op de hoogte van het aantal kilometers dat nog kan worden afgelegd. Dat cijfer varieert razendsnel, afhankelijk van steviger of rustiger rijden, gebruik van de ecostand van de automaat, het wel of niet inschakelen van de airco en andere stroomgebruikers. Wie rustig en bewust rijdt komt ruim honderdvijftig kilometer ver met de Leaf. Niet genoeg voor een rechtstreekse trip naar Maastricht, maar meestal zat voor dagelijks gebruik. En wie onderweg een snellaadstation aandoet, even tijd neemt voor een kop koffie en daarna weer verder reist, kan Maastricht gewoon als bestemming kiezen. Ondertussen is de auto snel genoeg om mee te komen met het verkeer en zit hij vol digitale grappen die het tot een vermakelijk vervoermiddel anno nu maken. Achteruitrij-camera, navigatie en een innovatief informatiesysteem dat laat zien waar laadpunten te vinden zijn en vertelt hoe zuinig je als bestuurder hebt gereden ten opzichte van andere Leaf-gebruikers. Echt gaaf wordt het als je de Carwings-app van de Leaf op je smartphone installeert. Daarmee is ook het verbruik af te lezen. Maar dat niet alleen. Op een koude winterdag, terwijl zijn buren buiten de ramen van hun auto's ijsvrij moeten krabben, schakelt mijn zwager via zijn iPhone gewoon alvast de verwarming van de Leaf in. Even later rijdt hij weg in een ontdooide auto.
Ik ga nog altijd voor die opwindende grom van een achtcilinder. Maar volkomen geluidloos wegrijden in de auto van de toekomst, dat heeft ook wel wat. Elektrisch rijden is niet langer voorbehouden aan een scootmobiel.
21 december 2011
Preek schrijven
Net als het serieus begint te regenen arriveer ik bij Buitenhof 34, gebouw van het ministerie van Algemene Zaken in Den Haag. Na een hele reeks glazen schuifdeuren neem ik de trap naar boven. Daar wacht een gezelschap speechschrijvers, de meesten in dienst van ministeries of voor zichzelf begonnen. Professionals die het vak van speechschrijver gezamenlijk naar een hoger plan willen tillen. Daar passen ook inspirerende bijeenkomsten bij, altijd in Den Haag, de natuurlijke habitat van bijna alle leden. Dit keer komen we voor de uitslag van onze kleine kerstcompetitie. Schrijf een preek van achthonderd woorden voor pastoor Johan te Velde, die hij op kerstavond kan voordragen in zijn parochie in Emmeloord. Dat was de opdracht, verstrekt na de vorige bijeenkomst van het gezelschap. Een uitdagend uitstapje temidden van de vele ernstige toespraken vol economische tegenspoed waarmee de broodschrijvers hun ministers en staatssecretarissen voeden. Hoewel de inzendtermijn sloot tijdens de drukste weken van het jaar heb ik ook een preek ingestuurd. Diep in de nacht geschreven, het werk ging voor.
In de jury van de wedstrijd zitten naast Te Velde ook emeritus-predikant Nico ter Linden en oud-vice-premier André Rouvoet. Beide met een straf gereformeerde achtergrond en dat is zichtbaar in de waardering voor de veertien inzendingen. De speeches met een zwaarder Christelijk accent scoren hoger. Mijn inzending zit in de middenmoot. Wel een behoorlijke waardering voor het retorisch gehalte, gelukkig; iets minder voor de kerstgedachte. Maar wat doe je met een preek voor een katholieke voorganger, bestemd voor kerstavond? Dan zit de kerk vol met mensen die maar eens per jaar de weg naar het Godshuis weten te vinden. Die bereik je beter door je preek dichtbij en herkenbaar te houden, met maar een bescheiden link naar het bekende kerstverhaal. Ik ben de enige niet, ook de speechschrijver van de minister van Financiën en diverse anderen kiezen voor die insteek. Maar de jury kijkt er anders naar. Het doet niets af aan de gemoedelijke sfeer en het overleg over het schrijversvak.
Na afloop ga ik in het donker terug naar de parkeergarage onder het Plein. Op het Binnenhof, voor de deur van het hoofdgebouw van het ministerie, staat een grote zwarte auto. Zou de premier nog aan het werk zijn, denk ik bij het langslopen. Misschien oefenen op een speech voor de volgende dag?
In de jury van de wedstrijd zitten naast Te Velde ook emeritus-predikant Nico ter Linden en oud-vice-premier André Rouvoet. Beide met een straf gereformeerde achtergrond en dat is zichtbaar in de waardering voor de veertien inzendingen. De speeches met een zwaarder Christelijk accent scoren hoger. Mijn inzending zit in de middenmoot. Wel een behoorlijke waardering voor het retorisch gehalte, gelukkig; iets minder voor de kerstgedachte. Maar wat doe je met een preek voor een katholieke voorganger, bestemd voor kerstavond? Dan zit de kerk vol met mensen die maar eens per jaar de weg naar het Godshuis weten te vinden. Die bereik je beter door je preek dichtbij en herkenbaar te houden, met maar een bescheiden link naar het bekende kerstverhaal. Ik ben de enige niet, ook de speechschrijver van de minister van Financiën en diverse anderen kiezen voor die insteek. Maar de jury kijkt er anders naar. Het doet niets af aan de gemoedelijke sfeer en het overleg over het schrijversvak.
Na afloop ga ik in het donker terug naar de parkeergarage onder het Plein. Op het Binnenhof, voor de deur van het hoofdgebouw van het ministerie, staat een grote zwarte auto. Zou de premier nog aan het werk zijn, denk ik bij het langslopen. Misschien oefenen op een speech voor de volgende dag?
16 december 2011
#HNW
Op het beste radiostation van Nederland komt de laatste weken veelvuldig een reclame voorbij waarin een mevrouw met een stem als een kaasrasp organisaties tracht te verleiden tot een bezoek aan de website van DeHetNieuweWerkenBeweging. Een paarsgebroekte krotenkoker van een overbetaald reclamebureau is er blijkbaar in geslaagd de klant een dergelijke onzinnige url aan te smeren. Hoe onlogisch ook, dat de en het achter elkaar, ik waag toch een bezoekje. Het blijkt een simpel vehikel van KPN te zijn, dat een groter graantje wil meepikken uit de ruif die Het Nieuwe Werken heet. De eigen website van KPN is makkelijker te vinden lijkt me, maar ik zal het wel niet begrijpen.
Het Nieuwe Werken maakt dat ik op maandag vanuit huis mijn functie kan vervullen, terwijl ik tussendoor de kinderen naar school breng en weer ophaal, de lunch voor ze klaarmaak, één ervan naar balletles breng, boodschappen doe en zorg dat het eten klaar is als mijn vrouw thuiskomt van een lange werkdag in het onderwijs (overwerkt en onderbetaald, zogezegd). Prachtig allemaal.
Officieel hoef ik de werkgever op maandag maar vier uur van dienst te zijn; dat moet makkelijk kunnen, zeker als de kids op school zitten. In de praktijk gaat de laptop om negen uur open en wordt hij om zes uur even terzijde geschoven voor de maaltijd. Als de kinderen twee uur later op bed liggen gaat het scherm weer aan. Tussendoor wordt de mail gecheckt via de BlackBerry. Zo krijgt de baas heel wat meer dan vier uur aandacht. Op de overige werkdagen van de week zijn de niet-echt-smartphone en de laptop 's avonds ook veelvuldig actief. Als er nog een klus af moet kan het zomaar middernacht worden voordat de werkdag er op zit. In het weekend is de mailbox ook regelmatig onderwerp van aandacht.
Onder de vlag van Het Nieuwe Werken zijn werk en privé inmiddels geheel verweven. Op vakantie gaat de laptop steevast mee. 'Nooit meer rust' kopte FD Persoonlijk dit voorjaar boven een artikel over de technostress van de moderne, altijd online en bereikbaar zijde werknemer. Is dat de prijs die we moeten betalen voor de flexibiliteit van Het Nieuwe Werken? 'Begin eens met een paar uur per dag de apparaten uit te zetten', adviseert een geïnterviewde filosoof. Goed plan, op papier. Maar met een schuin oog kijk ik alweer naar dat rood knipperende lampje op de BlackBerry. Binnenkort komt er naast de laptop en die gsm ook nog een iPad. Ideaal. Nooit meer rust.
Het Nieuwe Werken maakt dat ik op maandag vanuit huis mijn functie kan vervullen, terwijl ik tussendoor de kinderen naar school breng en weer ophaal, de lunch voor ze klaarmaak, één ervan naar balletles breng, boodschappen doe en zorg dat het eten klaar is als mijn vrouw thuiskomt van een lange werkdag in het onderwijs (overwerkt en onderbetaald, zogezegd). Prachtig allemaal.
Officieel hoef ik de werkgever op maandag maar vier uur van dienst te zijn; dat moet makkelijk kunnen, zeker als de kids op school zitten. In de praktijk gaat de laptop om negen uur open en wordt hij om zes uur even terzijde geschoven voor de maaltijd. Als de kinderen twee uur later op bed liggen gaat het scherm weer aan. Tussendoor wordt de mail gecheckt via de BlackBerry. Zo krijgt de baas heel wat meer dan vier uur aandacht. Op de overige werkdagen van de week zijn de niet-echt-smartphone en de laptop 's avonds ook veelvuldig actief. Als er nog een klus af moet kan het zomaar middernacht worden voordat de werkdag er op zit. In het weekend is de mailbox ook regelmatig onderwerp van aandacht.
Onder de vlag van Het Nieuwe Werken zijn werk en privé inmiddels geheel verweven. Op vakantie gaat de laptop steevast mee. 'Nooit meer rust' kopte FD Persoonlijk dit voorjaar boven een artikel over de technostress van de moderne, altijd online en bereikbaar zijde werknemer. Is dat de prijs die we moeten betalen voor de flexibiliteit van Het Nieuwe Werken? 'Begin eens met een paar uur per dag de apparaten uit te zetten', adviseert een geïnterviewde filosoof. Goed plan, op papier. Maar met een schuin oog kijk ik alweer naar dat rood knipperende lampje op de BlackBerry. Binnenkort komt er naast de laptop en die gsm ook nog een iPad. Ideaal. Nooit meer rust.
12 december 2011
Geldboom
Mijn oudste dochter was zes jaar toen Gerrit Zalm, destijds gevierd minister van Financiën, op 1 januari 2002 de allereerste eurobiljetten uit de muur trok. Nederland morde bij het verlies van de sterke eigen munt en de stevige prijsstijgingen die met de invoering van de euro gepaard gingen. Zelf vond ik het afgezien van dat prijsopdrijvende effect toch wel handig, zo'n munt waarmee je overal in Europa terecht kunt. Maar amper tien jaar verder staat de oude wereld bijna op omvallen, omdat twintig jaar terug in Maastricht de verkeerde afspraken zijn gemaakt. De experts zijn het er inmiddels over eens dat we niet bij een monetaire unie hadden moeten beginnen, maar eerst de boekhouding in heel Europa op orde hadden moeten krijgen. Het is te laat om daar spijt van te hebben, nu is het zaak het slagzij makende schip drijvende te houden. Zonder euro zijn we nog veel slechter af, aldus de huidige opvolger van de goedlachse Zalm.
In de beleving van mijn kinderen is er nooit een andere munteenheid geweest dan de euro. Maar van de vijf decennia dat ik zelf op deze aardkloot rondloop waren er vier waarin we betaalden met duppies, daalders en een geeltje. Dus kan ik het nog steeds niet laten om regelmatig even terug te rekenen naar de gulden, als ik iets afreken in euro's en het gevoel heb dat ik teveel betaal. Een liter benzine kost gewoon drie gulden vijftig, dat hadden we destijds niet eens geloofd. Koffie op een terras kan zo maar acht gulden zijn. Een dagje parkeren onder het Museumplein kostte me deze zomer bijna honderd gulden en toch stond de garage helemaal vol.
In het eerste weekend na Sinterklaas ga ik op jacht naar een knappe kerstboom. Niet te klein graag en met een kluit, want hij moet in een grote pot die al klaar staat. De locale gelegenheidsverkoper-aan-huis heeft dit jaar alleen maar gezaagde bomen met een kruis, op een enkel stompje in een pot na. Prijs voor een gezaagde boom in het juiste formaat: €55. Dat noem ik honderdtwintig gulden, voor een boom die na dik drie weken weer het huis uit gezet wordt. Dag locale handelaar, ik ben niet gek. Ook bij de bouwmarkten in de buurt staat niks fatsoenlijks, maar dankzij een tip van een verkoper vind ik een knappe boom met kluit uiteindelijk bij een marktkraam naast een winkelcentrum aan de noordkant van Utrecht. Omgeving welstandsklasse C en D en dus kost de boom, die amper in de auto past, maar €22. Geen gek te vinden hier die honderdtwintig gulden over heeft voor een kerstboom. Hij staat er weer netjes bij dit jaar. Moet ik hem volgend jaar misschien alweer in guldens afrekenen?
In de beleving van mijn kinderen is er nooit een andere munteenheid geweest dan de euro. Maar van de vijf decennia dat ik zelf op deze aardkloot rondloop waren er vier waarin we betaalden met duppies, daalders en een geeltje. Dus kan ik het nog steeds niet laten om regelmatig even terug te rekenen naar de gulden, als ik iets afreken in euro's en het gevoel heb dat ik teveel betaal. Een liter benzine kost gewoon drie gulden vijftig, dat hadden we destijds niet eens geloofd. Koffie op een terras kan zo maar acht gulden zijn. Een dagje parkeren onder het Museumplein kostte me deze zomer bijna honderd gulden en toch stond de garage helemaal vol.
In het eerste weekend na Sinterklaas ga ik op jacht naar een knappe kerstboom. Niet te klein graag en met een kluit, want hij moet in een grote pot die al klaar staat. De locale gelegenheidsverkoper-aan-huis heeft dit jaar alleen maar gezaagde bomen met een kruis, op een enkel stompje in een pot na. Prijs voor een gezaagde boom in het juiste formaat: €55. Dat noem ik honderdtwintig gulden, voor een boom die na dik drie weken weer het huis uit gezet wordt. Dag locale handelaar, ik ben niet gek. Ook bij de bouwmarkten in de buurt staat niks fatsoenlijks, maar dankzij een tip van een verkoper vind ik een knappe boom met kluit uiteindelijk bij een marktkraam naast een winkelcentrum aan de noordkant van Utrecht. Omgeving welstandsklasse C en D en dus kost de boom, die amper in de auto past, maar €22. Geen gek te vinden hier die honderdtwintig gulden over heeft voor een kerstboom. Hij staat er weer netjes bij dit jaar. Moet ik hem volgend jaar misschien alweer in guldens afrekenen?
6 december 2011
Goedheiligman
He he, hij is weer weg, als een dief in de nacht. Drie weken lang heeft het hele huis in het teken gestaan van de goedheiligman en zijn getinte brigade. Het geloof van beide dochtertjes in de gulle bisschop van Myra is dit jaar nog onwrikbaar gebleken. Vanaf zijn aankomst half november, met de boot bij het gemeentehuis in ons dorpje aan de Vecht, zijn ze er druk mee bezig geweest. Overal half voltooide kleurplaten, elke dag verplicht kijken naar het Sinterklaasjournaal met de amper ouder wordende maar altijd wat droef ogende Diewertje Blok. We bezoeken gezamenlijk de Sinterklaasfilm van dit jaar, een commercieel wanproduct waarvoor de producent zich diep zou moeten schamen. Zonde van de bioscoopkaartjes. Continu Sinterklaasliedjes in de CD-speler, die alleen in dit seizoen veelvuldig wordt gebruikt. De dikke Intertoysgids is weken vooraf al helemaal verknipt en alle mogelijk geschikte geschenken zijn, op A-viertjes geplakt, aan de Sint kenbaar gemaakt, via de laarsjes die al meteen op de dag van zijn aankomst mogen worden gezet.
Twee keer per week de schoen bij de achterdeur zetten is het devies. De ochtend erna vallen de smurfjes steevast extra vroeg uit hun bedjes om te kijken wat de buit is geworden. Half zes, zes uur stommelen ze op zondagochtend samen naar beneden en hollen een minuut later met hun schoenkado's weer naar boven. Het licht in de slaapkamer van papa en mama aan en de ruw gewekte ouders meteen deelgenoot maken van de kersverse aanwinst. Fijn.
Sint bezoekt de school, de peuterspeelzaal, de turnles en de viering bij mijn werkgever. Tamar is zes en begrijpt inmiddels wel dat op meerdere plaatsen tegelijk zijn fysiek niet haalbaar is. Dus heeft het fenomeen Hulpsint dit jaar voor het eerst opgang gemaakt. De ingehuurde Sint bij de werkgever moest wel een hulpsint zijn, aldus Tamar, 'hij had een veel te lange neus'. De TV-sint is natuurlijk de echte, tegenwoordig via zijn journaalsite ook interactief te benaderen. Ik verbaas me jaarlijks over zijn bedroevende organisatiegraad; altijd zijn de pakjes weg, is het grote boek verdwenen of - zoals nu - de trouwe schimmel spoorloos. Mogelijk past dat in een mediterrane wijze van ondernemerschap, maar erg professioneel is het niet. Kinderen vinden dergelijke scenario's blijkbaar geweldig.
Zo wordt er toegeleefd naar de eigenlijke pakjesavond, die bij ons al op zaterdag is en bovendien bij de schoonouders thuis, maar dat is geen probleem voor de kids. Met mama samen hebben ze een fraaie vlag gemaakt om bij de voordeur op te hangen en zo de gekleurde medewerkers van de bisschop te informeren over hun aanwezigheid. Toen ik klein was verdween tijdens Het Grote Wachten altijd mijn vader even, waarna opeens een witgehandschoende hand met een roodfluwelen mouw van achter de voordeur verscheen en een zak met kadootjes achterliet. Jammer dat papa net de kamer uit was toen Sint langskwam! Bij de schoonouders stond de zak opeens voor de deur. De verzameling nog belijdende koters stort zich er gretig op. Ze gaan naar huis met de zoveelste onmisbare knuffel onder de arm en komen amper in slaap van de opwinding. De dagen erna hebben we het er thuis niet meer over, al moet Sint nog wat adressen af. Opgelucht eten we ons door de restanten kruidnoten en chocola.
Twee keer per week de schoen bij de achterdeur zetten is het devies. De ochtend erna vallen de smurfjes steevast extra vroeg uit hun bedjes om te kijken wat de buit is geworden. Half zes, zes uur stommelen ze op zondagochtend samen naar beneden en hollen een minuut later met hun schoenkado's weer naar boven. Het licht in de slaapkamer van papa en mama aan en de ruw gewekte ouders meteen deelgenoot maken van de kersverse aanwinst. Fijn.
Sint bezoekt de school, de peuterspeelzaal, de turnles en de viering bij mijn werkgever. Tamar is zes en begrijpt inmiddels wel dat op meerdere plaatsen tegelijk zijn fysiek niet haalbaar is. Dus heeft het fenomeen Hulpsint dit jaar voor het eerst opgang gemaakt. De ingehuurde Sint bij de werkgever moest wel een hulpsint zijn, aldus Tamar, 'hij had een veel te lange neus'. De TV-sint is natuurlijk de echte, tegenwoordig via zijn journaalsite ook interactief te benaderen. Ik verbaas me jaarlijks over zijn bedroevende organisatiegraad; altijd zijn de pakjes weg, is het grote boek verdwenen of - zoals nu - de trouwe schimmel spoorloos. Mogelijk past dat in een mediterrane wijze van ondernemerschap, maar erg professioneel is het niet. Kinderen vinden dergelijke scenario's blijkbaar geweldig.
Zo wordt er toegeleefd naar de eigenlijke pakjesavond, die bij ons al op zaterdag is en bovendien bij de schoonouders thuis, maar dat is geen probleem voor de kids. Met mama samen hebben ze een fraaie vlag gemaakt om bij de voordeur op te hangen en zo de gekleurde medewerkers van de bisschop te informeren over hun aanwezigheid. Toen ik klein was verdween tijdens Het Grote Wachten altijd mijn vader even, waarna opeens een witgehandschoende hand met een roodfluwelen mouw van achter de voordeur verscheen en een zak met kadootjes achterliet. Jammer dat papa net de kamer uit was toen Sint langskwam! Bij de schoonouders stond de zak opeens voor de deur. De verzameling nog belijdende koters stort zich er gretig op. Ze gaan naar huis met de zoveelste onmisbare knuffel onder de arm en komen amper in slaap van de opwinding. De dagen erna hebben we het er thuis niet meer over, al moet Sint nog wat adressen af. Opgelucht eten we ons door de restanten kruidnoten en chocola.
30 november 2011
Webcast
Na een bevalling is het goed gebruik om uit te rusten. Na een Accountantsdag ligt dat anders. De agenda loopt al snel weer vol met doorgeschoven zaken die moesten wachten tot na 23 november. Ik gooi daags na het evenement meer dan 500 achterhaalde mailberichten weg en ruim de stapel papier op die de laatste weken het bureau (al lang niet meer een clean desk) heeft gedomineerd. In het kader van de duurzaamheid minder printen: goed voornemen voor 2012. Net als al die niet-gerealiseerde voornemens voor 2011, die doen we gewoon ook nog een keer.
De geplande afkoelingsweek wordt vooral verstoord door een Franse haan die graag president van die bijna failliete republiek wil worden en zich profileert door op Europese schaal het accountantsberoep de oren te wassen. Ze stonden erbij en keken ernaar toen de banken omvielen, aldus de eurocommissaris, en dus moet het anders. Een week na ons jaarevenement komt hij met zijn finale plannen en boort me een geplande vrije dag door de neus. De laptop zoemt van negen uur 's ochtends tot negen uur 's avonds. Beide dochtertjes worden 's middags ondergebracht bij vriendjes, want papa heeft geen tijd. Benieuwd of de haan ook zulke dappere plannen heeft voor het gezondmaken van de Europese unie, als die nog bestaat als hij zijn doel bereikt heeft tenminste.
Gelukkig heb ik tussendoor één dagje kunnen opladen, geestelijk dan. Op de hoogste etage van het hoofdkantoor van oud-werkgever Deloitte, honderdvijftig meter hoger dan de rest van Rotterdam, meld ik me vrijdag voor het bijwonen van de simultaan webcast van TEDx Amsterdam. Sinds drie jaar wordt er ook in ons land geknokt om de stoelen voor het live bijwonen van dat inspiratiecongres; dit keer in de stadsschouwburg in Amsterdam. Vijfhonderd plaatsen, maar liefst vijfenzeventighonderd belangstellenden. Hoe kan het dan toch dat ik zoveel lege stoelen zie, via het grote scherm bij Deloitte? Onbegrijpelijk dat de organisatie daar geen bestemming voor heeft gevonden. Ook het programma is iets te makkelijk in elkaar gezet: zes sprekers zijn al eens eerder op komen draven en doen hun kunstje opnieuw, wegens het succes van de vorige keer. Enkele anderen maken vooral ongegeneerd reclame voor hun organisaties. De techniek hapert af en toe, de live verbinding valt tussendoor een uur uit. En bij Mabel Wisse Smit moet ik toch altijd weer aan Klaas Bruinsma denken en diens lijfwacht met zijn twee blaffers.
Maar als geheel is TEDx toch een fraai evenement om mee te maken. Deloitte zorgt tussendoor goed voor zijn alumni en andere relaties. Er is livemuziek in de Maastoren, goed eten, we doen aan mind mapping en er wordt gedurende de dag een kunstwerk geschilderd dat er zijn mag (FILMPJE!). TEDx is minder sterk dan het enige echte Nederlandse inspiratiecongres, maar biedt genoeg om nieuwe ideeën op te doen. Ik doe nooit meer denigrerend over een langharige kunstenaar uit Middelburg. En het uitzicht over Rotterdam, zelfs in de ochtendnevel, is op de vierenveertigste verdieping van de Maastoren ook weinig minder dan een feest.
De geplande afkoelingsweek wordt vooral verstoord door een Franse haan die graag president van die bijna failliete republiek wil worden en zich profileert door op Europese schaal het accountantsberoep de oren te wassen. Ze stonden erbij en keken ernaar toen de banken omvielen, aldus de eurocommissaris, en dus moet het anders. Een week na ons jaarevenement komt hij met zijn finale plannen en boort me een geplande vrije dag door de neus. De laptop zoemt van negen uur 's ochtends tot negen uur 's avonds. Beide dochtertjes worden 's middags ondergebracht bij vriendjes, want papa heeft geen tijd. Benieuwd of de haan ook zulke dappere plannen heeft voor het gezondmaken van de Europese unie, als die nog bestaat als hij zijn doel bereikt heeft tenminste.
Gelukkig heb ik tussendoor één dagje kunnen opladen, geestelijk dan. Op de hoogste etage van het hoofdkantoor van oud-werkgever Deloitte, honderdvijftig meter hoger dan de rest van Rotterdam, meld ik me vrijdag voor het bijwonen van de simultaan webcast van TEDx Amsterdam. Sinds drie jaar wordt er ook in ons land geknokt om de stoelen voor het live bijwonen van dat inspiratiecongres; dit keer in de stadsschouwburg in Amsterdam. Vijfhonderd plaatsen, maar liefst vijfenzeventighonderd belangstellenden. Hoe kan het dan toch dat ik zoveel lege stoelen zie, via het grote scherm bij Deloitte? Onbegrijpelijk dat de organisatie daar geen bestemming voor heeft gevonden. Ook het programma is iets te makkelijk in elkaar gezet: zes sprekers zijn al eens eerder op komen draven en doen hun kunstje opnieuw, wegens het succes van de vorige keer. Enkele anderen maken vooral ongegeneerd reclame voor hun organisaties. De techniek hapert af en toe, de live verbinding valt tussendoor een uur uit. En bij Mabel Wisse Smit moet ik toch altijd weer aan Klaas Bruinsma denken en diens lijfwacht met zijn twee blaffers.
Maar als geheel is TEDx toch een fraai evenement om mee te maken. Deloitte zorgt tussendoor goed voor zijn alumni en andere relaties. Er is livemuziek in de Maastoren, goed eten, we doen aan mind mapping en er wordt gedurende de dag een kunstwerk geschilderd dat er zijn mag (FILMPJE!). TEDx is minder sterk dan het enige echte Nederlandse inspiratiecongres, maar biedt genoeg om nieuwe ideeën op te doen. Ik doe nooit meer denigrerend over een langharige kunstenaar uit Middelburg. En het uitzicht over Rotterdam, zelfs in de ochtendnevel, is op de vierenveertigste verdieping van de Maastoren ook weinig minder dan een feest.
24 november 2011
De jaarlijkse bevalling
We beginnen in februari met de voorbereiding van onze jaarlijkse toogdag. Dagvoorzitter Peter van Ingen schuift aan bij het nadenken over inhoud en eerste ruwe opzet van een programma. Dan de belangrijkste sprekers uitnodigen, ruim voor de zomer. De minister, de hoogleraar, de toezichtbazen. De eurocommissaris weet in april al dat zijn agenda eind november vol zit en bedankt in beleefd Frans. We starten met de promotie, want de zaal moet nog voller kunnen dan vorige keer.
Naarmate de datum dichterbij komt vult het programma zich verder. Wat kunnen we nieuw toevoegen ten opzichte van 2010? Een ongewoon leaderfilmpje, Twitterfeed, sms-voting voor de zaal en prachtige korte filmpjes voor het introduceren van de vier deelnemers aan het slotdebat. Het vraagt allemaal extra voorwerk; inbreken in agenda's van drukbezette topmannen, filmen op locatie, montage. De druk loopt op in de laatste weken voor de grote dag. Speeches, presentaties, inhoud van deelsessies. Maar ook het kleine boekje dat iedereen krijgt bij vertrek, de presentatie van een rapport, het kado voor de sprekers. De introductie van een eigen evenementen-app gaat ook nog precies lukken, al houdt Apple ons in spanning bij de goedkeuring voor de App Store. Pas twee dagen tevoren komen alle presentaties binnen, die ik in het format van de dag giet en tot een samenhangend geheel maak.
Op de vooravond is de technische doorloop in het auditorium van de RAI. Het stemmen per sms werkt, de twitterfeed wordt achter de schermen beheerd en gedoseerd doorgegeven aan de dagvoorzitter. Met de cameraman en Peter stemmen we de opzet van de filmpjes af: zaal donker, film starten, bij het bevriezen van het beeld applaus en dan meteen de opkomst van de betreffende spreker. En dat vier keer achter elkaar. De wetten van het theater gelden onverminderd bij het opzetten van een congres voor accountants. Afwisseling, timing, een krachtig slotakkoord. Op die laatste avond verwerk ik thuis de last minute aanpassingen in de presentaties. Pas na middernacht gaat de laptop uit.
Op woensdag is het zover, negen maanden na het eerste overleg. Beste pak aan, vroeg in de auto, kort na zeven uur op kantoor. Persmappen klaarmaken, spullen verzamelen, persbericht klaarzetten voor verzending en op naar de RAI. 1300 grijze pakken komen samen in het congrescentrum. Achter de schermen worden de laatste voorbereidingen getroffen. Naast het podium zit de techniek, in het halfdonker, temidden van eindeloze hoeveelheden knoppen en schermen. Alles wordt op scherp gezet en de dag trapt af. De inhoud van de diverse onderdelen van het programma gaat grotendeels aan me voorbij, want ik hol heen en weer tussen de regie en de sprekerskamer, de persbalie en de zaal.
Het loopt niet allemaal op rolletjes: files op de A4 maken dat veel bezoekers te laat zijn en de start moet wachten. We lopen uit. De personal trainer had vijf minuten optreden gekregen, maar neemt ruim een kwartier. Gelukkig is de minister ook een half uur te laat en past alles weer in elkaar.
Na de lunch, de deelsessies en een perspresentatie van een rapport is het tijd voor het slotdebat. Gespannen zit ik in de zaal, om de introfilmpjes op de beste manier te kunnen meemaken. Drie gaan er zoals gepland: licht uit, film, applaus aan het eind, spreker op. Maar bij de laatste film blijft het stil. Het beeld is donker, de speakers zwijgen. Peter praat het vol, de laatste spreker moet zonder intro het podium op. Ik hol de zaal uit en storm achterlangs naar de techniek, ondertussen verwensingen slakend die niet passen bij een belijdend Christen. De technicus zit onthutst achter een vastgelopen computer, hij kan er niks aan doen. Ik loop naar buiten, drink een kop koffie bij de barista in de hal, vloek en zucht het van me af. Uiteindelijk komt het filmpje toch nog langs op het scherm, noodgedwongen aan het eind van het debat. De rest gaat allemaal weer als gepland, de muzikale slotact is mooi, het eerste biertje na afloop smaakt heerlijk. Niemand stoort zich aan zoiets, zeggen mijn collega's keer op keer. Maar ik wel. Het is een vlek op een verder geslaagde, lange dag. Ik ben nog steeds knorrig, maar geef graag toe aan de vermoeidheid. Op naar huis. De bevalling zit er weer op, de baby is bijna helemaal gelukt. Bijna. Volgend jaar graag een Mac voor het opstarten van de filmpjes. Die lopen nooit vast.
Naarmate de datum dichterbij komt vult het programma zich verder. Wat kunnen we nieuw toevoegen ten opzichte van 2010? Een ongewoon leaderfilmpje, Twitterfeed, sms-voting voor de zaal en prachtige korte filmpjes voor het introduceren van de vier deelnemers aan het slotdebat. Het vraagt allemaal extra voorwerk; inbreken in agenda's van drukbezette topmannen, filmen op locatie, montage. De druk loopt op in de laatste weken voor de grote dag. Speeches, presentaties, inhoud van deelsessies. Maar ook het kleine boekje dat iedereen krijgt bij vertrek, de presentatie van een rapport, het kado voor de sprekers. De introductie van een eigen evenementen-app gaat ook nog precies lukken, al houdt Apple ons in spanning bij de goedkeuring voor de App Store. Pas twee dagen tevoren komen alle presentaties binnen, die ik in het format van de dag giet en tot een samenhangend geheel maak.
Op de vooravond is de technische doorloop in het auditorium van de RAI. Het stemmen per sms werkt, de twitterfeed wordt achter de schermen beheerd en gedoseerd doorgegeven aan de dagvoorzitter. Met de cameraman en Peter stemmen we de opzet van de filmpjes af: zaal donker, film starten, bij het bevriezen van het beeld applaus en dan meteen de opkomst van de betreffende spreker. En dat vier keer achter elkaar. De wetten van het theater gelden onverminderd bij het opzetten van een congres voor accountants. Afwisseling, timing, een krachtig slotakkoord. Op die laatste avond verwerk ik thuis de last minute aanpassingen in de presentaties. Pas na middernacht gaat de laptop uit.
Op woensdag is het zover, negen maanden na het eerste overleg. Beste pak aan, vroeg in de auto, kort na zeven uur op kantoor. Persmappen klaarmaken, spullen verzamelen, persbericht klaarzetten voor verzending en op naar de RAI. 1300 grijze pakken komen samen in het congrescentrum. Achter de schermen worden de laatste voorbereidingen getroffen. Naast het podium zit de techniek, in het halfdonker, temidden van eindeloze hoeveelheden knoppen en schermen. Alles wordt op scherp gezet en de dag trapt af. De inhoud van de diverse onderdelen van het programma gaat grotendeels aan me voorbij, want ik hol heen en weer tussen de regie en de sprekerskamer, de persbalie en de zaal.
Het loopt niet allemaal op rolletjes: files op de A4 maken dat veel bezoekers te laat zijn en de start moet wachten. We lopen uit. De personal trainer had vijf minuten optreden gekregen, maar neemt ruim een kwartier. Gelukkig is de minister ook een half uur te laat en past alles weer in elkaar.
Na de lunch, de deelsessies en een perspresentatie van een rapport is het tijd voor het slotdebat. Gespannen zit ik in de zaal, om de introfilmpjes op de beste manier te kunnen meemaken. Drie gaan er zoals gepland: licht uit, film, applaus aan het eind, spreker op. Maar bij de laatste film blijft het stil. Het beeld is donker, de speakers zwijgen. Peter praat het vol, de laatste spreker moet zonder intro het podium op. Ik hol de zaal uit en storm achterlangs naar de techniek, ondertussen verwensingen slakend die niet passen bij een belijdend Christen. De technicus zit onthutst achter een vastgelopen computer, hij kan er niks aan doen. Ik loop naar buiten, drink een kop koffie bij de barista in de hal, vloek en zucht het van me af. Uiteindelijk komt het filmpje toch nog langs op het scherm, noodgedwongen aan het eind van het debat. De rest gaat allemaal weer als gepland, de muzikale slotact is mooi, het eerste biertje na afloop smaakt heerlijk. Niemand stoort zich aan zoiets, zeggen mijn collega's keer op keer. Maar ik wel. Het is een vlek op een verder geslaagde, lange dag. Ik ben nog steeds knorrig, maar geef graag toe aan de vermoeidheid. Op naar huis. De bevalling zit er weer op, de baby is bijna helemaal gelukt. Bijna. Volgend jaar graag een Mac voor het opstarten van de filmpjes. Die lopen nooit vast.
19 november 2011
Herdenkingsdag
Life is but a stopping place,
A pause in what's to be,
A resting place along the road,
to sweet eternity.
We all have different journeys,
Different paths along the way,
We all were meant to learn some things,
but never meant to stay...
Our destination is a place,
Far greater than we know.
For some the journey's quicker,
For some the journey's slow.
And when the journey finally ends,
We'll claim a great reward,
And find an everlasting peace,
Together with the lord.
A pause in what's to be,
A resting place along the road,
to sweet eternity.
We all have different journeys,
Different paths along the way,
We all were meant to learn some things,
but never meant to stay...
Our destination is a place,
Far greater than we know.
For some the journey's quicker,
For some the journey's slow.
And when the journey finally ends,
We'll claim a great reward,
And find an everlasting peace,
Together with the lord.
17 november 2011
Cameraman
Ik houd van film en fotografie. En van camera's. In de piepkleine vitrine van het wandmeubel in onze huiskamer heb ik een aantal fototoestellen staan uit vroeger tijden. Daaronder een nog altijd mooie Olympus OM1, in de jaren zeventig geroemd als hoogwaardige en toch compacte reflexcamera. De lenzen waren zo goed dat zelfs sommige fotografen van het beroemde Magnum fotocollectief bereid waren hun Leica er voor te laten staan.
Temidden van het digitale geweld van supersnelle autofocus camera's zijn er nog steeds mensen die die kwaliteit onderkennen. Voor het maken van een introfilmpje voor onze jaarlijkse Accountantsdag ontmoet ik cameraman Rob Hodselmans. Eén van de beste cameramensen die er in de wereld van de sfeerreportage in ons land te vinden is. Gepokt en gemazeld naast tv-presentatoren als Wilfried de Jong en Peter van Ingen, prijzenwinnend en met een heel eigen, filmische stijl van werken. Cinematograaf, heet hij ook wel.
We komen samen bij het ministerie van Financiën in Den Haag. Een blokkendoos-achtig gebouw met eindeloze gangen en een indrukwekkende overdekte binnentuin. Hier neemt Rob beelden op voor een kort portret van één van de deelnemers aan ons slotdebat. Hij heeft zichzelf voorzien van een draagbare videoset, waarin een gewone Canon EOS-reflexcamera de hoofdrol speelt. Anno nu kun je met die dingen prachtig in HD-kwaliteit filmen. De objectieven zijn verwisselbaar, de geheugenkaarten snel en groot genoeg om hele films mee op te nemen. Menig tv-programma wordt inmiddels op deze manier gemaakt.
Rob hangt de camera aan een beugel die hij in een rugzak op zijn rug draagt en kan zo vanaf de schouder prachtig materiaal schieten. Ik heb vooraf zijn eerste filmpje voor het item gezien en ben onder de indruk van zijn werkwijze. Helemaal als ik het objectief herken dat hij, via een verloopring, aan zijn EOS-camera koppelt. Een oude vastbrandpuntlens van Olympus, die bij het filmen soms wordt afgewisseld met een vergelijkbaar lensje van Contax, ook topoptiek. Daarmee maakt Rob beelden waarin prachtige scherptediepte voorop staat. Oude spullen, maar er kan geen moderne zoomlens tegenop. Cinematograaf, dat had ik ook best willen worden, achteraf. Mooi vak.
Temidden van het digitale geweld van supersnelle autofocus camera's zijn er nog steeds mensen die die kwaliteit onderkennen. Voor het maken van een introfilmpje voor onze jaarlijkse Accountantsdag ontmoet ik cameraman Rob Hodselmans. Eén van de beste cameramensen die er in de wereld van de sfeerreportage in ons land te vinden is. Gepokt en gemazeld naast tv-presentatoren als Wilfried de Jong en Peter van Ingen, prijzenwinnend en met een heel eigen, filmische stijl van werken. Cinematograaf, heet hij ook wel.
We komen samen bij het ministerie van Financiën in Den Haag. Een blokkendoos-achtig gebouw met eindeloze gangen en een indrukwekkende overdekte binnentuin. Hier neemt Rob beelden op voor een kort portret van één van de deelnemers aan ons slotdebat. Hij heeft zichzelf voorzien van een draagbare videoset, waarin een gewone Canon EOS-reflexcamera de hoofdrol speelt. Anno nu kun je met die dingen prachtig in HD-kwaliteit filmen. De objectieven zijn verwisselbaar, de geheugenkaarten snel en groot genoeg om hele films mee op te nemen. Menig tv-programma wordt inmiddels op deze manier gemaakt.
Rob hangt de camera aan een beugel die hij in een rugzak op zijn rug draagt en kan zo vanaf de schouder prachtig materiaal schieten. Ik heb vooraf zijn eerste filmpje voor het item gezien en ben onder de indruk van zijn werkwijze. Helemaal als ik het objectief herken dat hij, via een verloopring, aan zijn EOS-camera koppelt. Een oude vastbrandpuntlens van Olympus, die bij het filmen soms wordt afgewisseld met een vergelijkbaar lensje van Contax, ook topoptiek. Daarmee maakt Rob beelden waarin prachtige scherptediepte voorop staat. Oude spullen, maar er kan geen moderne zoomlens tegenop. Cinematograaf, dat had ik ook best willen worden, achteraf. Mooi vak.
13 november 2011
Neusoperatie
Half oktober vouwt de neus van onze familie-Peugeot zich om de bumper van een voorligger. De schade is indrukwekkend: een gekreukelde berg plastic, glas en metaal waar geen touw meer aan vast te knopen lijkt. Gelukkig is er afgezien van de radiateur weinig kapot aan de techniek en de airbags zitten er nog in. De auto is ook nog all risk verzekerd, al is hij inmiddels zes jaar oud. De herstelkosten zijn lager dan de dagwaarde, maar dat betekent niet automatisch dat die kosten ook worden uitgekeerd. De schade-expert van de verzekeringsfirma gaat voor de beste deal. De dagwaarde minus een mogelijke opbrengst van het gedeukte wrak is minder dan het schadebedrag. Dus moeten we het voor dat lagere bedrag zien op te lossen, want we willen onze compacte semi-MPV met zijn zes stoelen, riante uitrusting en lage kilometerstand liever niet kwijt.
Gelukkig heb ik een schoonvader wiens handen kunnen maken wat zijn ogen zien, ook als het om auto's gaat. Op internet vindt hij exact dezelfde Peugeot 307SW, ook zwart en ook met een forse schade... aan de achterzijde. Die donorauto wordt vanuit Rotterdam vervoerd naar een vertrouwd adres in de buurt. Daar fuseren beide automobielen weer tot één compleet exemplaar.
Precies een maand na de stevige botsing haal ik hem op. Achterin zit een stoel extra, zodat ons voertuig nu nog effectiever voor kinderpartijtjes kan worden ingezet. En hij is voorzien van kekke led-dagrijverlichting, die al op de donorauto was gemonteerd.
Schoonpapa maakt er, zoals meestal, weinig woorden aan vuil. Maar hij heeft geweldig werk geleverd, de auto is als nieuw. Gepoetst en zelfs voorzien van een verse waslaag mag hij mee terug naar huis. Onze vriendelijke buurman reageert verheugd: die auto hoort hier voor de deur, zegt hij. We zijn het helemaal met hem eens.
5 november 2011
Vlaamse bakker
De Nachtegaalstraat in Utrecht is de laatste jaren steeds meer een straat geworden die er toe doet. Trendy winkeltjes, dito publiek. Tegenover mijn kapper zit daar het Vlaamsch Broodhuys. Met versgeknipt hoofd meld ik mij er graag voor een prachtig brood gevuld met noten, geitenkaas of vijgen.
Waar veel bakkerijen sneuvelen door de dominantie van de supermarkt heeft het Vlaamsch Broodhuys in vijftien jaar tijd met succes een positie opgebouwd als ambachtelijk alternatief. Inmiddels telt het bedrijf bijna twintig artisan bakery stores, zoals ze op de website heten. Oprichter Dimitri Roels heeft gewerkt met de recent overleden Cas Spijkers bij De Swaen in Oisterwijk en veel geleerd van de Franse meesterbakker Max Poilâne, lid van de beroemdste bakkersfamilie van Frankrijk.
Het Vlaamsch Broodhuys maakt brood op traditionele wijze, maar brengt het eigentijds aan de man. De winkels zijn modern en stijlvol, het personeel fris-studentikoos en de producten een feest om te zien en te proeven. Voor innovatie is men niet bang. Recent is betalen met cash er verbannen; ook een enkel broodje moet met plastic worden afgerekend. De broodketen maakt intensief gebruik van social media om zich te profileren. Daarbij laten ze zich helpen door RauwCC, het social media-adviesbureau van Maarten Reijgersberg uit Rotterdam. Ik ken Maarten nog uit zijn tijd als ontwerper bij de studio van mijn goede vriend Dick. Zo groot is de wereld niet.
De bakker twittert fanatiek, zit op Facebook en heeft zijn vestigingen tot specials gemaakt op Foursquare. Een paar keer consequent inchecken op dat netwerk bij binnenkomst levert een attentie op. En omdat ik ze like op Facebook ben ik deze maand zomaar gekozen tot de gelukkige die gratis een indrukwekkende tas vol prachtige broden mag ophalen. De correspondentie daarover gaat ook via Facebook en Twitter. De tas is zo rijk gevuld dat we de inhoud graag delen met de familie. Ook daarna blijft er genoeg over, als was het de Bijbelse spijziging van de vijfduizend. Ik ben nu helemaal ambassadeur van het Vlaamsch Broodhuys. Zaten ze maar om de hoek.
Waar veel bakkerijen sneuvelen door de dominantie van de supermarkt heeft het Vlaamsch Broodhuys in vijftien jaar tijd met succes een positie opgebouwd als ambachtelijk alternatief. Inmiddels telt het bedrijf bijna twintig artisan bakery stores, zoals ze op de website heten. Oprichter Dimitri Roels heeft gewerkt met de recent overleden Cas Spijkers bij De Swaen in Oisterwijk en veel geleerd van de Franse meesterbakker Max Poilâne, lid van de beroemdste bakkersfamilie van Frankrijk.
Het Vlaamsch Broodhuys maakt brood op traditionele wijze, maar brengt het eigentijds aan de man. De winkels zijn modern en stijlvol, het personeel fris-studentikoos en de producten een feest om te zien en te proeven. Voor innovatie is men niet bang. Recent is betalen met cash er verbannen; ook een enkel broodje moet met plastic worden afgerekend. De broodketen maakt intensief gebruik van social media om zich te profileren. Daarbij laten ze zich helpen door RauwCC, het social media-adviesbureau van Maarten Reijgersberg uit Rotterdam. Ik ken Maarten nog uit zijn tijd als ontwerper bij de studio van mijn goede vriend Dick. Zo groot is de wereld niet.
De bakker twittert fanatiek, zit op Facebook en heeft zijn vestigingen tot specials gemaakt op Foursquare. Een paar keer consequent inchecken op dat netwerk bij binnenkomst levert een attentie op. En omdat ik ze like op Facebook ben ik deze maand zomaar gekozen tot de gelukkige die gratis een indrukwekkende tas vol prachtige broden mag ophalen. De correspondentie daarover gaat ook via Facebook en Twitter. De tas is zo rijk gevuld dat we de inhoud graag delen met de familie. Ook daarna blijft er genoeg over, als was het de Bijbelse spijziging van de vijfduizend. Ik ben nu helemaal ambassadeur van het Vlaamsch Broodhuys. Zaten ze maar om de hoek.
30 oktober 2011
Sambal bij?
Mijn eerste echte kennismaking met een Saab was halverwege de jaren tachtig. Samen met broer Frank deed ik fanatiek aan ballonvaren. Onze piloot was een eigenzinnige industrieel ontwerper. Hij woonde in een bedrijfspand in het Amsterdamse havengebied. Er stond een waterbed, een bureau, een tekentafel en een groot heteluchtkanon, waarmee hij het pand af en toe verwarmde. Verder heerste er chaos. Hij reed in een oude rode Saab 99 Turbo. Eerste serie, met de bijzondere Inca velgen en een turboinstallatie die de auto van de ene tel op de andere als een op hol geslagen neushoorn de sporen gaf. Gas geven, secondenlang niks en dan bam! Veel eigenaren zagen hun Zweedse trots daardoor eindigen in een boom. Als teamleden reden wij soms in die Saab achter de ballon aan, terwijl de piloot hoog uit de lucht op ons neerkeek. Uit de uitlaat van de Turbo braakte steevast blauwe rook.
Als autoliefhebber heb ik sindsdien altijd een beetje een zwak gehouden voor het merk uit Trollhättan. In de jaren tachtig en negentig was het de enig juiste auto voor reclamejongens, architecten en andere creatieve types. Not for everyone, essential to a few. Een Saab Cabrio was het non-plus-ultra, al tordeerde het slappe chassis als een versgekookte asperge. Toen Saab in handen kwam van GM ging de glans er een beetje af, omdat de auto onderhuids vanaf dat moment te veel Opel Vectra in zich droeg. Saab zag de concurrentie afstand nemen, terwijl het kapitaal ontbrak om zelf echt nieuwe modellen te presenteren. Een Saab 9.3 is immers eigenlijk nog steeds een Saab 99, waarvan het eerste exemplaar al in 1969 het licht zag. Een eigenzinnig imago alleen is niet meer genoeg om klanten te binden.
Na een jaar modderen onder leiding van een charmante vaderlandse gentleman-boef komt Saab nu in handen van twee Chinese fabrikanten, als de berichten ditmaal tenminste kloppen. Volvo heeft iets vergelijkbaars meegemaakt en de schade valt tot nu toe mee. Zullen de dagen van die roemruchte 99 Turbo ooit nog terugkeren? Wil straks iedere creatief weer een Zweed met sambal?
Als autoliefhebber heb ik sindsdien altijd een beetje een zwak gehouden voor het merk uit Trollhättan. In de jaren tachtig en negentig was het de enig juiste auto voor reclamejongens, architecten en andere creatieve types. Not for everyone, essential to a few. Een Saab Cabrio was het non-plus-ultra, al tordeerde het slappe chassis als een versgekookte asperge. Toen Saab in handen kwam van GM ging de glans er een beetje af, omdat de auto onderhuids vanaf dat moment te veel Opel Vectra in zich droeg. Saab zag de concurrentie afstand nemen, terwijl het kapitaal ontbrak om zelf echt nieuwe modellen te presenteren. Een Saab 9.3 is immers eigenlijk nog steeds een Saab 99, waarvan het eerste exemplaar al in 1969 het licht zag. Een eigenzinnig imago alleen is niet meer genoeg om klanten te binden.
Na een jaar modderen onder leiding van een charmante vaderlandse gentleman-boef komt Saab nu in handen van twee Chinese fabrikanten, als de berichten ditmaal tenminste kloppen. Volvo heeft iets vergelijkbaars meegemaakt en de schade valt tot nu toe mee. Zullen de dagen van die roemruchte 99 Turbo ooit nog terugkeren? Wil straks iedere creatief weer een Zweed met sambal?
25 oktober 2011
Drenthe
De donderdag voor onze geplande midweek in Drenthe rijdt Mirjam de familie-Peugeot plat tegen een onverwacht bruusk afremmende voorganger. Het blijft gelukkig bij zeer stevige blikschade, maar we zijn wel onthand door het gemis aan een transportmiddel. Gelukkig krijgen we diverse aanbiedingen voor vervangend vervoer. Als liefhebber van Italiaanse automobielen neem ik het aanbod van collega Erica om haar Alfa Romeo 159 SW een weekje te lenen met beide handen aan. De fraaigelijnde zwarte leasemobiel voert ons vlot en comfortabel naar Wateren, op de rand van Friesland en Drenthe, midden in het natuurpark Drents-Friese Wold. Daar hebben we lastminute een bungalow geboekt op een rustig vakantieparkje; gelukkig nu eens zonder het bekende hoofdgebouw met plexiglazen koepel, grijpautomaten, familierestaurant en droefstemmende winkeltjes. De herfst in het natuurpark is prachtig, maar het weer is wat minder. Reden om een aantal lokale musea te bekijken, die tegenwoordig zoveel aan belevenis bieden dat ook kinderen er graag vertoeven. Zelf een hunebed bouwen op de computer in het Hunebedcentrum bij Borger. Meerijden in de boevenbus van het Gevangenismuseum in Veenhuizen. Knutselen in speelgoedmuseum Kinderwereld in Roden. Tussendoor regenen we weg in pretpark Slagharen, waar Mirjam ook nog onverwachts naar een dokter moet en de geleende Alfa muurvast komt te zitten in de blubber op het gras dat als parkeerplek dient. Een shovel trekt hem er, heel voorzichtig gelukkig, weer uit. Alleen de afsluitende lichtjesshow is een hoogtepunt in een wat trieste pretparkdag. Maar afgezien daarvan is een midweekje Drenthe niet te versmaden. Nederland heeft genoeg moois te bieden. Jammer alleen om die smakelijke leenauto aan het eind van de week weer terug te moeten geven. 'LVT' las ik op het kenteken. Leuk Voor Thuis, betekent dat.
21 oktober 2011
Memorial golf
15 oktober. Het weer kan niet mooier zijn in de herfst. De lucht is eindeloos blauw, de zon schijnt als was het een zomerdag. Op de Amsterdamse Golfclub is broer Jort vandaag overal. Op de houten borden met wedstrijdwinnaars uit het verleden. Op jeugdfoto’s draaiend op het tv-scherm in de hal. Gevangen in de glazen bokaal, gemaakt voor het memorial toernooi dat zijn naam draagt. Maar bovenal in de herinnering van alle aanwezigen die hem daarmee op deze dag gedenken, als golfvriend of -collega. Zijn werkgever ANWB Golf heeft veel energie gestoken in een eerbetoon dat bij hem past: een wedstrijd op de golfbaan die zijn tweede huis was.
Op de baan speel ik met een vroegere golfvriendin van Jort. Hoewel uit mijn leeftijdscategorie is ze nog altijd meisjesachtig aantrekkelijk. Ik speel grappig golf, zegt ze. Een vriendelijke manier om te zeggen dat ik er als simpele GVB-er niet veel van bak. De Engelse golfvriend van Jort die onze flight completeert, verwoordt het zoals alleen Engelsen dat kunnen. ‘Always hit the second ball first’ zegt hij, nadat ik een tweede poging tot afslaan beter zie slagen dan de eerste.
Op één van de holes voel ik Jort’s aanwezigheid extra sterk. Hier liepen we in april ook, met een droeve missie. Mijn afslag lukt er het beste van alle achttien holes. Jammer dat ik het daarna verpruts. Ons gezamenlijk eindresultaat is lang niet genoeg om in aanmerking te komen voor de wisselbokaal. Dat hoeft ook niet. Als familie zijn we vooral onder de indruk van de emoties die leven bij zijn voormalige vriendenkring. Niet alleen door ons wordt mijn broer nog elke dag gemist.
Op de baan speel ik met een vroegere golfvriendin van Jort. Hoewel uit mijn leeftijdscategorie is ze nog altijd meisjesachtig aantrekkelijk. Ik speel grappig golf, zegt ze. Een vriendelijke manier om te zeggen dat ik er als simpele GVB-er niet veel van bak. De Engelse golfvriend van Jort die onze flight completeert, verwoordt het zoals alleen Engelsen dat kunnen. ‘Always hit the second ball first’ zegt hij, nadat ik een tweede poging tot afslaan beter zie slagen dan de eerste.
Op één van de holes voel ik Jort’s aanwezigheid extra sterk. Hier liepen we in april ook, met een droeve missie. Mijn afslag lukt er het beste van alle achttien holes. Jammer dat ik het daarna verpruts. Ons gezamenlijk eindresultaat is lang niet genoeg om in aanmerking te komen voor de wisselbokaal. Dat hoeft ook niet. Als familie zijn we vooral onder de indruk van de emoties die leven bij zijn voormalige vriendenkring. Niet alleen door ons wordt mijn broer nog elke dag gemist.
14 oktober 2011
Het slijk der aarde
De bankier is niet langer een keurige meneer. In New York en nu ook in Amsterdam protesteren burgers tegen de handel en wandel van financiële instellingen. Daar plukken velen immers de wrange vruchten van. Maar de banken hebben er niet echt van geleerd.
Ook op de lokale ledenbijeenkomst van de Rabobank Hilversum Vecht & Plassen, waar ik mijn schamele dubbeltjes en decennialange hypotheeklast heb ondergebracht, worden enkele kritische vragen gesteld. De Rabobank is een gezonde bank, dankzij haar coöperatiestructuur en riante berg spaarcenten van de agrarische achterban. Ik frons even de wenkbrauwen, als ik hoor dat ook mijn regionale bankje zomaar voor meer dan twee miljard euro aan kredieten heeft uitstaan. De winst is indrukwekkend, maar aan de rente op de spaartegoeden is dat volgens de aanwezige spaarders niet terug te zien. Het management verpakt het teleurstellende antwoord in wollige zinnen vol corporate jargon.
Ik kom niet voor de jaarcijfers maar voor het coöperatiefonds, dat jaarlijks enkele duizenden euro's te verdelen heeft. Ons basisschooltje en de inpandige peuterspeelzaal hopen op een bijdrage van de bank aan een nieuw smartboard. De aanvraag is volgens het boekje ingediend en gedegen onderbouwd. Als lid van de bank mag ik meestemmen tijdens de jaarlijkse bijeenkomst, in een partycentrum aan de rand van ons dorpje aan de Vecht. Zeven aanvragen liggen er, in totaal voor bijna negen mille. Zes mille is er te vergeven. Komen jullie ook voor de bridgeclub, vraagt een dame bij binnenkomst aan een tafel vol koffiedrinkende bejaarden. Er zijn blijkbaar delegaties geronseld om de belangen te verdedigen. En dat blijkt na de stemming: geen gelijke verdeling van het budget onder alle aanvragers, maar honorering van vijf van de zeven verzoeken. Ons verzoek zit bij de overgebleven twee. Het smartboard voor de kleine scholiertjes is verslagen door een sorteermachine voor de bridgeclub.
Toch heb ik een aardige avond, want ik maak kennis met een enthousiaste e-commerce specialist van de bank, die de aanwezigen een inkijkje geeft in de ontwikkelingen rond mobiel betalen en de kracht van social media. Hij en ik ontmoeten elkaar bij aanvang, met dank aan Foursquare. De e-commerce meneer is makkelijk te herkennen, temidden van het gezelschap van grijze mannen en vrouwen. Hij heeft een kale schedel en een bril zoals social media goeroes die dragen. De iPad op zijn schoot neemt de laatste twijfel weg. Zijn presentatie is enerverend en persoonlijk; hij laat de aanwezigen in verwarring achter. Ik ga naar huis met nieuwe kennis over mobiel bankieren op zak. Maar helaas ook met een lege portemonnee.
Ook op de lokale ledenbijeenkomst van de Rabobank Hilversum Vecht & Plassen, waar ik mijn schamele dubbeltjes en decennialange hypotheeklast heb ondergebracht, worden enkele kritische vragen gesteld. De Rabobank is een gezonde bank, dankzij haar coöperatiestructuur en riante berg spaarcenten van de agrarische achterban. Ik frons even de wenkbrauwen, als ik hoor dat ook mijn regionale bankje zomaar voor meer dan twee miljard euro aan kredieten heeft uitstaan. De winst is indrukwekkend, maar aan de rente op de spaartegoeden is dat volgens de aanwezige spaarders niet terug te zien. Het management verpakt het teleurstellende antwoord in wollige zinnen vol corporate jargon.
Ik kom niet voor de jaarcijfers maar voor het coöperatiefonds, dat jaarlijks enkele duizenden euro's te verdelen heeft. Ons basisschooltje en de inpandige peuterspeelzaal hopen op een bijdrage van de bank aan een nieuw smartboard. De aanvraag is volgens het boekje ingediend en gedegen onderbouwd. Als lid van de bank mag ik meestemmen tijdens de jaarlijkse bijeenkomst, in een partycentrum aan de rand van ons dorpje aan de Vecht. Zeven aanvragen liggen er, in totaal voor bijna negen mille. Zes mille is er te vergeven. Komen jullie ook voor de bridgeclub, vraagt een dame bij binnenkomst aan een tafel vol koffiedrinkende bejaarden. Er zijn blijkbaar delegaties geronseld om de belangen te verdedigen. En dat blijkt na de stemming: geen gelijke verdeling van het budget onder alle aanvragers, maar honorering van vijf van de zeven verzoeken. Ons verzoek zit bij de overgebleven twee. Het smartboard voor de kleine scholiertjes is verslagen door een sorteermachine voor de bridgeclub.
Toch heb ik een aardige avond, want ik maak kennis met een enthousiaste e-commerce specialist van de bank, die de aanwezigen een inkijkje geeft in de ontwikkelingen rond mobiel betalen en de kracht van social media. Hij en ik ontmoeten elkaar bij aanvang, met dank aan Foursquare. De e-commerce meneer is makkelijk te herkennen, temidden van het gezelschap van grijze mannen en vrouwen. Hij heeft een kale schedel en een bril zoals social media goeroes die dragen. De iPad op zijn schoot neemt de laatste twijfel weg. Zijn presentatie is enerverend en persoonlijk; hij laat de aanwezigen in verwarring achter. Ik ga naar huis met nieuwe kennis over mobiel bankieren op zak. Maar helaas ook met een lege portemonnee.
6 oktober 2011
R.I.P. koning
De koning is dood. 56 jaar pas, veel te vroeg. Jammer dat mijn blogje van amper zes weken geleden nu al is uitgekomen. Maar ik weet helaas uit eigen ervaring hoe snel het kan gaan. De hele dag volg ik de reacties op de digitale media. Mooie commentaren, veel eerbetoon. Internetjournalist Alexander Klöpping vraagt via Twitter om suggesties voor zijn bijdrage aan de thema-uitzending van DWDD. Ik stuur er drie en zie er twee terug die avond, maar ik was vast niet de enige die ze heeft gesuggereerd. In de VS bestel ik een t-shirt en per mail onderteken ik het condoleanceregister van Apple zelf. Een kaars aansteken bij een Applestore gaat me te ver, maar het doet me zeker wat. Dag Steve Jobs, je was een held. Doe mijn broertje de groeten daar, boven op je iCloud.
3 oktober 2011
Zwembad
Het zwembad zit overvol met trotse papa's en mama's, met camera's gewapend langs de badrand. Blauwe plastic hoezen om de schoenen. De temperatuur is tropisch, de vochtigheidsgraad nog erger. Zeventig spichtige kindertjes, tussen zes en acht jaar oud, komen op muziek naar binnen. Afzwemmen is een feestje geworden. Zelfs de minder goed zwemmende kinderen krijgen allemaal hun diploma mee, de eigenlijke toets heeft al eerder plaatsgevonden. Ook dochter Tamar haalt zonder moeite haar B-diploma, amper drie maanden na A.
Ik ben geboren in Hoogvliet en ging schoolzwemmen in het Sportfondsenbad in Schiedam. Mijn enige nog levendige herinnering daaraan is dat ik, net als veel andere kinderen, met mijn zwemtas probeerde het hoge plafond te raken. Een geruite buidelzwemtas met een wit koord aan de bovenkant, om hem mee dicht te rijgen. Hij rook naar rubber en vochtige kledingstukken. Op een dag bleef mijn tas hangen achter een dikke verwarmingsbuis die langs het plafond liep. Een boze meneer haalde de lange stok met de haak, die ik tijdens de zwemlessen regelmatig in mijn nek heb gevoeld, en tikte daarmee mijn tas weer naar beneden. Dat ik ook in een buitenzwembad les heb gehad en mijn diploma uiteindelijk heb gehaald in Maarssen, nadat we naar de Vechtstreek waren verhuisd, is uit mijn geheugen gewist. Maar die vastzittende tas weet ik als de dag van gisteren. Want de meneer was boos en de vernedering groot. Zou het daarom zijn dat ik het na mijn A-diploma wel genoeg vond?
Ik ben geboren in Hoogvliet en ging schoolzwemmen in het Sportfondsenbad in Schiedam. Mijn enige nog levendige herinnering daaraan is dat ik, net als veel andere kinderen, met mijn zwemtas probeerde het hoge plafond te raken. Een geruite buidelzwemtas met een wit koord aan de bovenkant, om hem mee dicht te rijgen. Hij rook naar rubber en vochtige kledingstukken. Op een dag bleef mijn tas hangen achter een dikke verwarmingsbuis die langs het plafond liep. Een boze meneer haalde de lange stok met de haak, die ik tijdens de zwemlessen regelmatig in mijn nek heb gevoeld, en tikte daarmee mijn tas weer naar beneden. Dat ik ook in een buitenzwembad les heb gehad en mijn diploma uiteindelijk heb gehaald in Maarssen, nadat we naar de Vechtstreek waren verhuisd, is uit mijn geheugen gewist. Maar die vastzittende tas weet ik als de dag van gisteren. Want de meneer was boos en de vernedering groot. Zou het daarom zijn dat ik het na mijn A-diploma wel genoeg vond?
25 september 2011
Strike
Dochter Amber is in hoog tempo van kind een jonge vrouw geworden. Ze draagt een chique handtas en een goudkleurige Ray Ban zonnebril. Zoals meestal is ze niet zuinig geweest met mascara. Een zorgvuldig gekozen topje en spijkerbroek presenteren haar kersvers verkregen rondingen. Ze is net 14, maar lijkt makkelijk twee, drie jaar ouder. Haar gesleten witte BlackBerry heeft ze in haar topje gestoken, tussen het bandje van haar beha.
We halen haar op bij haar moeder, waar ze woont. Voor haar verjaardag gaan we samen bowlen en dan naar een bekend hamburgerrestaurant; een plan van de zesjarige Tamar dat goed viel bij haar oudere zus. Het bowlingcentrum is gevestigd in een winkelcentrum in Maarssen en speelt nadrukkelijk in op de verwachtingen van een jongere doelgroep. Bij binnenkomst is het discobowlen aan de gang. De bowlingbanen zijn schaars verlicht door gekleurde discoverlichting. Rapmuziek pompt uit de speakers. Als wij aan de beurt zijn is de verlichting normaler, maar nog steeds klinkt de muziek stevig en tonen beeldschermen videoclips met rappers vol gouden sierraden, omringd door schaarsgeklede meisjes. Blijkbaar is het geluid van rollende bowlingballen en vallende kegels anno nu niet meer spannend genoeg. Helaas hapert de techniek op de baan, zodat we tot twee keer toe moeten verkassen. Ook de hamburgerketen is daarna niet op haar best. Mijn American Classic 1955-burger komt veel te laat en is minder lekker dan verwacht. Het maakt Amber niet uit, ze heeft het naar de zin met haar kleine zusjes. Kan ik om half acht weer thuis zijn pap, vraagt ze aan het eind van het fastfoodmaal. Dat kan precies. Wat ga je doen, vraag ik. Naar het dorp met een vriendin, antwoordt ze. Op straat rondhangen, betekent dat eigenlijk. Kleine kinderen worden groot. Maar zo snel hoeft ook weer niet.
We halen haar op bij haar moeder, waar ze woont. Voor haar verjaardag gaan we samen bowlen en dan naar een bekend hamburgerrestaurant; een plan van de zesjarige Tamar dat goed viel bij haar oudere zus. Het bowlingcentrum is gevestigd in een winkelcentrum in Maarssen en speelt nadrukkelijk in op de verwachtingen van een jongere doelgroep. Bij binnenkomst is het discobowlen aan de gang. De bowlingbanen zijn schaars verlicht door gekleurde discoverlichting. Rapmuziek pompt uit de speakers. Als wij aan de beurt zijn is de verlichting normaler, maar nog steeds klinkt de muziek stevig en tonen beeldschermen videoclips met rappers vol gouden sierraden, omringd door schaarsgeklede meisjes. Blijkbaar is het geluid van rollende bowlingballen en vallende kegels anno nu niet meer spannend genoeg. Helaas hapert de techniek op de baan, zodat we tot twee keer toe moeten verkassen. Ook de hamburgerketen is daarna niet op haar best. Mijn American Classic 1955-burger komt veel te laat en is minder lekker dan verwacht. Het maakt Amber niet uit, ze heeft het naar de zin met haar kleine zusjes. Kan ik om half acht weer thuis zijn pap, vraagt ze aan het eind van het fastfoodmaal. Dat kan precies. Wat ga je doen, vraag ik. Naar het dorp met een vriendin, antwoordt ze. Op straat rondhangen, betekent dat eigenlijk. Kleine kinderen worden groot. Maar zo snel hoeft ook weer niet.
21 september 2011
Speelboekje
Net als veel andere organisaties werkt mijn werkgever met BlackBerry smartphones van RIM. Goed in e-mail en pingen, reden waarom ook alle middelbare scholieren er mee rondlopen. Maar verder is een BlackBerry bagger, zeker vergeleken met de iPhone of diens Koreaanse kloon, de Galaxy. Grafisch matig, traag, een onhandige en beperkte appstore en ga zo maar door.
ICT-ers roemen graag de beveiliging van de BlackBerry. In hun ogen zijn de producten van de fruitwinkel uit Cupertino lekke werktuigen van Satan. En dus hebben mijn computercollega's geen iPad maar een BlackBerry-tablet laten komen, als testexemplaar.
Ik mag hem een paar dagen proberen. Hij is half zo groot als een iPad, maar zwaar, dik en ondanks het beperkte schermformaat ook precies te breed voor de binnenzak van het colbert. Erger is dat je er eigenlijk niks mee kunt. Goed, je kunt hem koppelen aan je BB-smartphone, als dat tenminste lukt. De benodigde koppelsoftware voor je telefoon is niet zomaar te vinden en ook het scannen van een QR-code werkt bij mij niet. Dus kan ik alleen op WiFi met de tablet, zonder werkmail, contacten of agendafunctie. Hoopvol stort ik me vervolgens op de digitale winkel met applicaties, maar daar ontbreken alle eerste levensbehoeften: Buienradar, Telegraaf, FD, Angry Birds, Nu.nl, Marktplaats, IMDB, Shazam en ga zo maar door. Niets van dat alles is er te vinden. Je kunt een beetje rommelen op je social media, of kiezen uit vier varianten van boter-kaas-en-eieren; opmerkelijk in verhouding tot het totale aantal games. Al snel leg ik het apparaat verveeld opzij.
In het afgelopen kwartaal verkocht Apple wereldwijd negen miljoen exemplaren van de iPad. Concurrent RIM wist niet meer dan tweehonderdduizend stuks van de Playbook te slijten. Dat verbaast me niks. Zelfs de naam is verkeerd gekozen. Morgen geef ik hem weer terug aan de ICT-vrienden. Doe mij maar een stukje fruit.
ICT-ers roemen graag de beveiliging van de BlackBerry. In hun ogen zijn de producten van de fruitwinkel uit Cupertino lekke werktuigen van Satan. En dus hebben mijn computercollega's geen iPad maar een BlackBerry-tablet laten komen, als testexemplaar.
Ik mag hem een paar dagen proberen. Hij is half zo groot als een iPad, maar zwaar, dik en ondanks het beperkte schermformaat ook precies te breed voor de binnenzak van het colbert. Erger is dat je er eigenlijk niks mee kunt. Goed, je kunt hem koppelen aan je BB-smartphone, als dat tenminste lukt. De benodigde koppelsoftware voor je telefoon is niet zomaar te vinden en ook het scannen van een QR-code werkt bij mij niet. Dus kan ik alleen op WiFi met de tablet, zonder werkmail, contacten of agendafunctie. Hoopvol stort ik me vervolgens op de digitale winkel met applicaties, maar daar ontbreken alle eerste levensbehoeften: Buienradar, Telegraaf, FD, Angry Birds, Nu.nl, Marktplaats, IMDB, Shazam en ga zo maar door. Niets van dat alles is er te vinden. Je kunt een beetje rommelen op je social media, of kiezen uit vier varianten van boter-kaas-en-eieren; opmerkelijk in verhouding tot het totale aantal games. Al snel leg ik het apparaat verveeld opzij.
In het afgelopen kwartaal verkocht Apple wereldwijd negen miljoen exemplaren van de iPad. Concurrent RIM wist niet meer dan tweehonderdduizend stuks van de Playbook te slijten. Dat verbaast me niks. Zelfs de naam is verkeerd gekozen. Morgen geef ik hem weer terug aan de ICT-vrienden. Doe mij maar een stukje fruit.
17 september 2011
Appels met peren
Mijn bleke kantoorhanden steken schril af tegen de gebruinde, grove en gerimpelde handen van de eigenaar van Drogenbroek's fruit. Hij heeft nog steeds rood haar, hoewel hij rond de zestig jaar zal zijn. De man zit op een kleine tractor en voert bezoekers rond op een treintje van fruitkarren, waarin normaal zijn appels en peren worden verzameld. Het bedrijf langs het kanaal tussen Loenen en Nigtevecht is achttien hectare groot; een pijpenla van een kilometer naar achteren het land in. De vijftigduizend fruitbomen zijn jaarlijks goed voor achthonderd ton appels en peren. We komen voor de appelplukdagen, om onze dochters enig idee te geven waar een appel vandaan komt. Ze genieten met volle teugen en plukken elf kilo prachtige appels en peren bij elkaar.
Er zijn steeds meer kinderen die menen dat melk uit een pak komt en niet uit een koe. Via boerderijdagen en zelfplukdagen spant de landbouwsector zich in om daar verandering in te brengen. De innovatie heeft ook bij Drogenbroek niet stilgestaan. Inmiddels weet ik dat iedere appel volautomatisch wordt gewassen, gedroogd en gescand op kleur, vorm en formaat. Dat levert uiteindelijk de fraaie bakken met appels op in de locale supermarkt. Maar het beste verdienen doet de roodharige tuinder aan het bedrijfsfruit: op maat samengesteld voor een gezond tussendoortje op de werkvloer. Via internet te bestellen en geleverd door heel Nederland. Voor bleekneuzen met kantoorhanden zoals ik.
Er zijn steeds meer kinderen die menen dat melk uit een pak komt en niet uit een koe. Via boerderijdagen en zelfplukdagen spant de landbouwsector zich in om daar verandering in te brengen. De innovatie heeft ook bij Drogenbroek niet stilgestaan. Inmiddels weet ik dat iedere appel volautomatisch wordt gewassen, gedroogd en gescand op kleur, vorm en formaat. Dat levert uiteindelijk de fraaie bakken met appels op in de locale supermarkt. Maar het beste verdienen doet de roodharige tuinder aan het bedrijfsfruit: op maat samengesteld voor een gezond tussendoortje op de werkvloer. Via internet te bestellen en geleverd door heel Nederland. Voor bleekneuzen met kantoorhanden zoals ik.
13 september 2011
Man in black
Mijn getailleerde zwarte Italiaanse shirt is eigenlijk iets te krap om het middel. Begin dit jaar gekocht in Rome, toen mijn voornemen om een paar kilo af te vallen nog vers was. Ik ben sindsdien anderhalve kilo aangekomen. Mijn lichte embonpoint is niet meer zo licht als voorheen. Maar het is het enige zwarte shirt dat ik heb en vandaag kleed ik me in het zwart. Jij ziet er strak uit, hoor ik bij binnenkomst op kantoor. Ik ben in de rouw, antwoord ik. Vandaag zou Jort 46 jaar oud geworden zijn. Gisteravond heb ik met zijn vrouw en mijn ouders zijn verjaardag herdacht boven een etentje in zijn geliefde eetcafé in Loosdrecht. Mijn ouders zijn brozer geworden dit afgelopen jaar. De glans is uit hun ogen verdwenen. Allemaal verwerken we ons verdriet op onze eigen manier. Ik slaap slechter dan voorheen, een uur of vijf hooguit. 's Avonds als de kinderen op bed liggen ontbreekt me vaak de energie om meer te ondernemen dan wat afleiding zoeken voor de televisie.
Vandaag was een drukke werkdag. Vergaderingen, persbericht, diverse projecten tegelijk. Volop afleiding. Maar in stilte heb ik de hele dag om mijn jarige broertje gehuild.
Vandaag was een drukke werkdag. Vergaderingen, persbericht, diverse projecten tegelijk. Volop afleiding. Maar in stilte heb ik de hele dag om mijn jarige broertje gehuild.
10 september 2011
Twee bruiden
Vrijdagmiddag, Amsterdam-Centrum. We zijn net op tijd in de Westerkerk. Meteen als we zitten klinkt trompetmuziek. Achter de vrouwelijke dominee lopen onze twee vriendinnen. Twee bruiden, in roomwitte jurken gehuld. Vrouwelijk, aantrekkelijk, Hollands welvaren. W, de rustige, bedachtzame, verstandige. E, de spontane spring-in-het-veld. Ze zijn een beetje gespannen nog. Na jaren van stilzwijgen hebben ze hun liefde voor elkaar openbaar gemaakt. Ze zijn gevlucht uit hun gemeente in ons dorp aan de Vecht, weg van de rigide uitleg van Gods woord. Weg van de afkeuring, de ontkenning of de pogingen om ze te genezen. Hun geloof was sterk genoeg om uit te wijken naar een andere gemeente. In de Westerkerk vonden ze begrip en ruimte voor hun liefde voor elkaar. De kleine vrouwelijke voorganger verwoordt het prachtig in haar overpeinzing. Ze spreekt van de context van de Bijbel toen en nu, van het doorbreken van starre conventies en van de kracht van de liefde. Er zijn de ringen. Vier roomwitte hooggehakte pumps naast elkaar, als ze knielen voor de zegen. Stralend, zonder een spoor van de aanvankelijke spanning lopen ze hand in hand na de dienst weg. Er is taart en champagne en warm applaus bij het instappen in de zilvergrijze open Audi TT. Een enkele toerist maakt foto's van het tafereel. Blij toeterend rijden ze samen de Rozengracht op, richting het aansluitende feest.
Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde. Ik heb zelden meer liefde tussen twee mensen gezien.
Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde. Ik heb zelden meer liefde tussen twee mensen gezien.
5 september 2011
Chips en wafels
Ik moet naar Veldhoven voor een video-interview met de cfo van ASML. Voor vertrek monteer ik de TomTom GO 630 op de voorruit van mijn kleine Alfa Spider. Mooi op tijd ga ik weg, volgens de digitale routewijzer zal ik zeker een kwartier tevoren arriveren. Maar de vorige keer dat ik bij Eindhoven reed was de aanpassing van de rondweg nog in volle gang. En mijn TomTom is er ook duidelijk al even niet meer geweest. Hij dirigeert me naar waar vroeger de afslag Veldhoven aan de A2 was. Maar nu niet meer, want bij aanvang van de rondweg splitsen de wegen zich en moet je kiezen voor de snelle rechtdoor-route zonder afslagen, of de rondweg waarmee je Eindhoven en zijn randgemeenten kunt bereiken. De TomTom wijst me daar zelfverzekerd de verkeerde kant op. Tandenknarsend rijd ik op de rechtdoorweg, terwijl ik de afslag van mijn eindbestemming onbereikbaar op de rondweg rechts zie langsflitsen. Pas bij Geldrop kan ik de hoofdroute weer verlaten en omkeren. Inmiddels ben ik niet meer een kwartier te vroeg, maar gewoon vijf minuten te laat bij het indrukwekkende ASML-complex. Na wat gehaast rondrijden voor een parkeerplaats vind ik uiteindelijk de bezoekersplek naast het grijze hoofdkantoor, dat hoog boven de andere gebouwen uittorent.
Cfo Peter Wennink ken ik nog uit mijn jaren bij Deloitte, waar hij eerder partner was. Hij is in twaalf jaar tijd nauwelijks veranderd. Nog steeds een innemende persoonlijkheid met de looks van een Amerikaanse presidentskandidaat. Hij draagt een mooi horloge; een Panerai zo te zien. Tussen de interviewvragen door verhaalt hij graag over het prachtbedrijf waar hij financieel leiding aan mag geven. Zesduizend mensen, die jaarlijks tweehonderd superslimme machines bouwen van soms meer dan vijftig miljoen euro per stuk. Wafelbakmachines, waarmee de Intels en Samsungs van deze wereld hun computerchips kunnen maken; toptechniek op de nanometer. ASML is een bedrijf waar Nederland trots op mag zijn. Dankzij de wizzkids uit Veldhoven lopen wij rond met smartphones, tablets en laptops die telkens weer sneller, kleiner en slimmer zijn. In mijn TomTom zit ook een Samsung-chip gemaakt met een machine uit Veldhoven. Maar af en toe een update binnenhalen helpt wel natuurlijk...
28 augustus 2011
Spoilers
Zondagmorgen, kwart voor zeven. Met een diepe brom rolt een nagelnieuwe witte Nissan GT-R voor de deur. Samen met zwager Jerry ga ik naar het Fast Car Festival op het circuit van Zandvoort. Jerry werkt bij de enige Nissandealer die de auto in ons land mag leveren. Honderddertigduizend euro, 530 pk, een dashboard dat de Playstationgeneratie aanspreekt en prestaties waar alleen supersportwagens die het drie- of viervoudige kosten aan kunnen tippen. Bij snel accelereren zet ik me telkens schrap en houd me vast aan alles wat ik kan vinden, want je wordt afgeschoten als een kanonskogel. Pas nog reed een idioot met zo'n zelfde auto op een provinciale weg bij Haarlem zomaar 308 kilometer per uur. Gelukkig is mijn zwager een stuk verstandiger. We arriveren in alle vroegte bij het circuit, maar het is al dringen bij de ingang. Ronkende sportuitlaten, uitgebouwde wielkasten, grote achterspoilers, lukraak opgeplakte stickers met namen van autotuners. Het Fast Car Festival is een speeltuin voor Sjonnies. Puisterige jongens met petjes, promojacks, spijkerbroek en gympen, die slenteren langs de opgevoerde bolides. Met hun getunede Honda's en Subaru's vullen ze het gehele parkeerterrein van het circuit. De schaars geklede promomeisjes blijven lachen, ondanks de vele regenbuien en de harde wind. Morgen is de helft ziek waarschijnlijk.
In groepen mogen auto's op het circuit hun rondjes rijden, terwijl aan de rand van de parkeerplaats een demonstratie driften wordt gegeven. Het ruikt naar rubber, overbelaste remmen en benzine. Een enkele auto komt gehavend terug van de Tarzanbocht of het Scheivlak. Tussen de buien door lopen we een aantal keren het circuit op en neer, maar zoveel is er verder niet te doen en het weer helpt niet. Jerry breekt nog voor sluitingstijd de reclamevlaggen af naast zijn gehuurde parkeerplek bij de pitboxen en we ronken terug naar huis. Ik houd erg van sportieve snelle auto's, maar na een paar uur Zandvoort heb ik wel even genoeg fast cars gezien. Over twee weken ga ik weer; dan staan er alleen klassiekers. Gelukkig maar.
In groepen mogen auto's op het circuit hun rondjes rijden, terwijl aan de rand van de parkeerplaats een demonstratie driften wordt gegeven. Het ruikt naar rubber, overbelaste remmen en benzine. Een enkele auto komt gehavend terug van de Tarzanbocht of het Scheivlak. Tussen de buien door lopen we een aantal keren het circuit op en neer, maar zoveel is er verder niet te doen en het weer helpt niet. Jerry breekt nog voor sluitingstijd de reclamevlaggen af naast zijn gehuurde parkeerplek bij de pitboxen en we ronken terug naar huis. Ik houd erg van sportieve snelle auto's, maar na een paar uur Zandvoort heb ik wel even genoeg fast cars gezien. Over twee weken ga ik weer; dan staan er alleen klassiekers. Gelukkig maar.
25 augustus 2011
One more thing
Mijn eerste eigen computer thuis was een eerste generatie iMac, een mooi groen-transparant druppelvormig ding. Ik heb er bijna tien jaar met veel plezier op gewerkt. In die tijd is hij niet één keer vastgelopen. Ik heb hem nog steeds. Later kochten we een Dell, want die was goedkoper dan een Apple. En Windows was de standaard. Het kreng liep continu vast en ging na dik vier jaar kapot. Onze huidige opvolger, een HP, is niet veel beter. Gelukkig gebruik ik zelf mijn mooie witte MacBookje, dat bij openklappen meteen paraat is, nooit vastloopt en eindeloos kan werken op zijn accu. Ik blijf een Applefan. Mijn iPod Touch en iPod Shuffle vind ik net zo briljant.
Vannacht maakte Steve Jobs bekend dat hij moet terugtreden als ceo van Apple. Stinkend rijk en met een bijna goddelijke status, maar tegen een slopende ziekte is ook hij niet bestand. Apple is niet langer de underdog die alleen gekozen wordt door creatieven en andere eigenwijze geesten, met dank aan de iPod, de iPhone en de iPad. Jobs heeft een nichespeler laten uitgroeien tot het meest gezichtsbepalende ICT-bedrijf dat er bestaat. Bij de bekendmaking van zijn vertrek stijgen de koersen van schaamteloze kopieerders als Samsung en HTC; de koers van Apple daalt.
Innovatie maakt het verschil tussen een leider en een volger, zei Jobs ooit tijdens één van zijn vele beroemde keynotes. Ik hoop dat Apple die innovatie als motto blijft vasthouden, na het vertrek van de man met de eeuwige spijkerbroek en de coltrui. De wereld zal iCon Jobs gaan missen. Voor hem rest straks nog one more thing. Jammer, ook hij heeft zeker meer tijd op deze aardkloot verdiend.
Vannacht maakte Steve Jobs bekend dat hij moet terugtreden als ceo van Apple. Stinkend rijk en met een bijna goddelijke status, maar tegen een slopende ziekte is ook hij niet bestand. Apple is niet langer de underdog die alleen gekozen wordt door creatieven en andere eigenwijze geesten, met dank aan de iPod, de iPhone en de iPad. Jobs heeft een nichespeler laten uitgroeien tot het meest gezichtsbepalende ICT-bedrijf dat er bestaat. Bij de bekendmaking van zijn vertrek stijgen de koersen van schaamteloze kopieerders als Samsung en HTC; de koers van Apple daalt.
Innovatie maakt het verschil tussen een leider en een volger, zei Jobs ooit tijdens één van zijn vele beroemde keynotes. Ik hoop dat Apple die innovatie als motto blijft vasthouden, na het vertrek van de man met de eeuwige spijkerbroek en de coltrui. De wereld zal iCon Jobs gaan missen. Voor hem rest straks nog one more thing. Jammer, ook hij heeft zeker meer tijd op deze aardkloot verdiend.
20 augustus 2011
Blogger 2.0
Vandaag bestaat deze weblog precies één jaar. We zijn 114 verhaaltjes verder, gemiddeld bijna één per drie dagen dus. In het begin vaker dan nu, maar tenminste wekelijks is het devies. Ruim 10.600 keer zijn er pagina's van deze blog bezocht, maar hoeveel keer dat door mijzelf was is lastig na te gaan. Ik gebruik drie computers door elkaar en sleutel graag nog eens wat aan een verhaaltje; een komma, een woordje, een zinnetje. Sinds ik de plaatsing van een nieuw bericht verkondig op Twitter en Facebook is het bezoek flink gestegen; vorige maand meer dan 1600 bezoekers, benieuwd wie dat allemaal waren. Vaker commentaar leveren mag, dat is nogal mager tot nu toe.
Terugkijkend gaan veel stukjes over de onbenulligheid van het dagelijks bestaan. Dat geeft op zich niet, maar iets meer boodschap mag wel. En wat korter soms. Misschien moet ik vaker een stevig standpunt innemen. Maar ik ben slechts een eenvoudig communicatiemannetje. Geen groot econoom, dus mijn oordeel over het economische kaartenhuis dat momenteel in elkaar aan het storten is zal u waarschijnlijk gestolen worden. Geen filosoof, geen schrijver van hoogstaande literatuur. Ik beperk me tot simpele waarnemingen uit het dagelijks leven.
Ik heb weinig te verbergen, maar er zijn zaken waar ik liever niet over schrijf, omdat ze te dichtbij komen. De pijn die ik elke dag voel door het verlies van mijn broertje bijvoorbeeld en zo zijn er meer dingen.
Vind ik het leuk? Ja, nog steeds. De titel heb ik vorig jaar goed gekozen. Bloggen is mijn kleine uitlaatklep, temidden van de hectiek van het dagelijks bestaan van een huisvader met een drukke baan, twee keer twee dochters, een vrouw en een volle agenda. Dus blog ik nog even door.
Terugkijkend gaan veel stukjes over de onbenulligheid van het dagelijks bestaan. Dat geeft op zich niet, maar iets meer boodschap mag wel. En wat korter soms. Misschien moet ik vaker een stevig standpunt innemen. Maar ik ben slechts een eenvoudig communicatiemannetje. Geen groot econoom, dus mijn oordeel over het economische kaartenhuis dat momenteel in elkaar aan het storten is zal u waarschijnlijk gestolen worden. Geen filosoof, geen schrijver van hoogstaande literatuur. Ik beperk me tot simpele waarnemingen uit het dagelijks leven.
Ik heb weinig te verbergen, maar er zijn zaken waar ik liever niet over schrijf, omdat ze te dichtbij komen. De pijn die ik elke dag voel door het verlies van mijn broertje bijvoorbeeld en zo zijn er meer dingen.
Vind ik het leuk? Ja, nog steeds. De titel heb ik vorig jaar goed gekozen. Bloggen is mijn kleine uitlaatklep, temidden van de hectiek van het dagelijks bestaan van een huisvader met een drukke baan, twee keer twee dochters, een vrouw en een volle agenda. Dus blog ik nog even door.
18 augustus 2011
Bodyart
De smartphone op het bureau zoemt. Oudste dochter Rebecca (16) brengt het nieuws via de Ping. Ze heeft een navelpiercing laten zetten. Meteen na dat bericht zoemt de BlackBerry weer en duwt ze 4,5 MB aan videofilm naar binnen. Na eindeloos downloaden zie ik een juffrouw met zwarte handschoenen aan bezig met de buik van mijn dochter. Rebecca is blij met haar nieuwe aanwinst, die ze 's avonds ook nog even in het echt komt laten zien. Volgende week kan ze met piercing en al weer naar school. Haar buik was blijkbaar bruin genoeg om nog tijdens de zomervakantie te kiezen voor het stukje lichaamsdecoratie. Ze heeft een buik zoals alleen zestienjarige meisjes kunnen hebben, dus die mag gezien worden. Nu helemaal.
Vroeger droeg een ruige zeebonk een tatoeage, van een anker of zijn moeder, op zijn bovenarm. Dat was om identificatie na verdrinking te vereenvoudigen. Een enkele excentriekeling liep rond met een piercing, maar dat was toch meer iets voor achtergebleven stammen in een oerwoud. Anno nu is dergelijke zelfverminking bijna tot norm verheven. Als ik in het plaatselijke zwembad ga zwemmen voel ik me een outcast. Om mij heen zie ik huisvaders die van boven tot onder beschilderd zijn met stoere tekens, als waren ze Robbie Williams of David Beckham. Meisjes en moeders lopen rond met een lower back tattoo boven hun zitvlak, of een prikkeldraadachtige tekening rondom hun bovenarm. En dat is dan in het keurige zwembadje in Breukelen, een beschaafd dorpje aan de Vecht. Niet het Sportfondsenbad in Schiedam, waar ik als klein jongetje mijn schoolzwemlessen volgde.
Ooit sprak ik met een kennis over de zorgen rond het hebben van tienerdochters. Ach, zei hij tegen me, als ze achttien is en je komt weg met een tattoo en een tongpiercing, heb je het goed gedaan. Ik hoop voorlopig maar dat mijn dochter het stukje lichaamskunst in haar navel meer dan voldoende vindt. Ik wel, in ieder geval. Een tattoo boven je bips gaat zo hangen, over dertig jaar.
Vroeger droeg een ruige zeebonk een tatoeage, van een anker of zijn moeder, op zijn bovenarm. Dat was om identificatie na verdrinking te vereenvoudigen. Een enkele excentriekeling liep rond met een piercing, maar dat was toch meer iets voor achtergebleven stammen in een oerwoud. Anno nu is dergelijke zelfverminking bijna tot norm verheven. Als ik in het plaatselijke zwembad ga zwemmen voel ik me een outcast. Om mij heen zie ik huisvaders die van boven tot onder beschilderd zijn met stoere tekens, als waren ze Robbie Williams of David Beckham. Meisjes en moeders lopen rond met een lower back tattoo boven hun zitvlak, of een prikkeldraadachtige tekening rondom hun bovenarm. En dat is dan in het keurige zwembadje in Breukelen, een beschaafd dorpje aan de Vecht. Niet het Sportfondsenbad in Schiedam, waar ik als klein jongetje mijn schoolzwemlessen volgde.
Ooit sprak ik met een kennis over de zorgen rond het hebben van tienerdochters. Ach, zei hij tegen me, als ze achttien is en je komt weg met een tattoo en een tongpiercing, heb je het goed gedaan. Ik hoop voorlopig maar dat mijn dochter het stukje lichaamskunst in haar navel meer dan voldoende vindt. Ik wel, in ieder geval. Een tattoo boven je bips gaat zo hangen, over dertig jaar.
15 augustus 2011
True romance
Daags voor het nieuwe schooljaar weer begint in midden-Nederland viert onze Merle haar derde verjaardag. Op zondagochtend haal ik in Hollandsche Rading haar prachtige Woezel & Pip-taart op bij Dikketaart.nl. Vol trots blaast Merle thuis de drie kaarsjes uit. Het krijgen van kadootjes vindt ze uitermate interessant. De inhoud is amper van belang, maar iedere bezoeker wordt bij binnenkomst belaagd om zo snel mogelijk het meegebrachte geschenk af te staan.
Merle is blij, want ook haar aanbidder Luuk is op haar verjaardag. Een lief joch met blond haar en een zachtaardig voorkomen. 'Vond je het leuk met alle kindjes?', vraagt zijn moeder na afloop bij het naar huis lopen. 'Ja en weet je wie ik de leukste vond?', antwoordt hij. 'Nou?' 'Merle', zegt hij met een diepe zucht en straalt erbij.
De ochtend erna begint de basisschool weer voor Tamar; groep 3 inmiddels, dus dit schooljaar wordt het echt. Ze vindt haar eigen plekje aan een tafeltje met haar naam. Nieuw lokaal, nieuwe juf.
Merle mag weer naar de peuterspeelzaal. De dag ervoor heeft ze er nog vol verwachting over gesproken, maar op de ochtend zelf klampt ze zich bij binnenkomst in de speelzaal krampachtig vast aan papa en mama. We mogen niet weg. Totdat de deur openzwaait en Luuk binnenkomt. Papa en mama zijn opeens vergeten. Samen met haar vriend zet ze zich meteen aan de eerste puzzel van de dag, een prinsessenkroontje trots op haar voorhoofd. Eens komt de dag dat ze echt vertrekt. We kunnen alvast voorzichtig wennen.
Merle is blij, want ook haar aanbidder Luuk is op haar verjaardag. Een lief joch met blond haar en een zachtaardig voorkomen. 'Vond je het leuk met alle kindjes?', vraagt zijn moeder na afloop bij het naar huis lopen. 'Ja en weet je wie ik de leukste vond?', antwoordt hij. 'Nou?' 'Merle', zegt hij met een diepe zucht en straalt erbij.
De ochtend erna begint de basisschool weer voor Tamar; groep 3 inmiddels, dus dit schooljaar wordt het echt. Ze vindt haar eigen plekje aan een tafeltje met haar naam. Nieuw lokaal, nieuwe juf.
Merle mag weer naar de peuterspeelzaal. De dag ervoor heeft ze er nog vol verwachting over gesproken, maar op de ochtend zelf klampt ze zich bij binnenkomst in de speelzaal krampachtig vast aan papa en mama. We mogen niet weg. Totdat de deur openzwaait en Luuk binnenkomt. Papa en mama zijn opeens vergeten. Samen met haar vriend zet ze zich meteen aan de eerste puzzel van de dag, een prinsessenkroontje trots op haar voorhoofd. Eens komt de dag dat ze echt vertrekt. We kunnen alvast voorzichtig wennen.
13 augustus 2011
Rij 10
De zomer viel dit jaar op dinsdag 2 augustus; de enige dag sinds 21 juni waarop er files richting het strand stonden. De dag erna trok Pluvius de kraan weer open en vergat hem dicht te draaien. Met mijn twee oudste dochters breng ik ondanks het kwakkelweer een lekkere dag door in hartje Amsterdam, inclusief museumbezoek, een fototentoonstelling, muzikaal Italiaans eten en een ontspannend filmpje toe. Na het diner halen we de film in de grote Arena-bioscoop nog precies. Pathé gaat tegenwoordig uit van zelfwerkzaamheid: de kassa's hebben plaatsgemaakt voor touchscreens waarop je alles zelf moet invoeren en je stoelen mag kiezen. Rij 10, stoel 3, 4 en 5. Jammer alleen dat bij binnenkomst in de zaal blijkt dat een groepje jongeren al bezit heeft genomen van onze stoelnummers en niet van plan lijkt om plaats te maken. We kiezen de weg van de minste weerstand en gaan een rij verderop zitten. Eén van de jongeren achter ons vindt het vervolgens nodig om tijdens de film meerdere telefoongesprekken te voeren.
Twee dagen later zitten Mirjam en ik met onze jongste dochters opnieuw in de bioscoop naast de Arena en ook dan is het raak. De hoofdfilm wordt bij aanvang ruw stopgezet en het personeel moet langdurig in onderhandeling gaan met bezoekers die op verkeerde plaatsen zijn gaan zitten. Pas na een kwartier onderbreking smurfen we verder. Vroeger zei je beleefd tegen iemand dat hij of zij op een verkeerde stoel zat en dan stond die persoon gewoon op. Tegenwoordig kan dat misschien nog in het Concertgebouw, niet meer in de bioscoop. Dan bel je een telefoonnummer, dat speciaal voor aanvang van de hoofdfilm wordt getoond.
Premier David Cameron betitelde de Britse relschoppers als een generatie die geen respect meer heeft voor autoriteiten. Ik vrees dat hij gelijk heeft.
Twee dagen later zitten Mirjam en ik met onze jongste dochters opnieuw in de bioscoop naast de Arena en ook dan is het raak. De hoofdfilm wordt bij aanvang ruw stopgezet en het personeel moet langdurig in onderhandeling gaan met bezoekers die op verkeerde plaatsen zijn gaan zitten. Pas na een kwartier onderbreking smurfen we verder. Vroeger zei je beleefd tegen iemand dat hij of zij op een verkeerde stoel zat en dan stond die persoon gewoon op. Tegenwoordig kan dat misschien nog in het Concertgebouw, niet meer in de bioscoop. Dan bel je een telefoonnummer, dat speciaal voor aanvang van de hoofdfilm wordt getoond.
Premier David Cameron betitelde de Britse relschoppers als een generatie die geen respect meer heeft voor autoriteiten. Ik vrees dat hij gelijk heeft.
Abonneren op:
Posts (Atom)