6 januari 2021

Collateral damage

De staatsgreep van Trump en zijn wilde horde is mislukt, dus we kunnen het weer gewoon over corona hebben. In juli van het rampjaar 2020 hoopte ik nog op snelle terugkeer naar het oude normaal. Maar ook dit venijnige virus voelt zich, net als de griep, thuis in de donkere maanden van het jaar. Na de intelligente lockdown kwamen de versoepelingen, de misdragingen, de incidenten, het verkeerde voorbeeld en de randjes van de weinig consistente regels. Nu zitten we in een niet langer intelligente lockdown, die dankzij halfslachtig beleid alsnog kwam op het moment dat heel Nederland eindelijk toe was aan warmte, familiebezoek en licht aan het eind van de tunnel die 2020 was. 

Inmiddels is de gereedschapskist van de regering ongeveer uitgeput, op een avondklok en verplichte eenzame opsluiting na. Tot nu toe helpt het allemaal niks: het aantal besmettingen loopt amper terug, de druk op de zorg is ongekend hoog. Besmetting vindt vooral plaats in familiekring, zo lijkt het. En de murw geslagen bevolking laat zich het bezoek aan familie niet afnemen, ook al gaat dat veelal niet in grote groepen. Jongeren wanen zich onkwetsbaar, negeren de anderhalve meter regel en zorgen voor overdracht, vaak zonder zelf ziek te worden. Mensen met verschijnselen laten zich niet testen of blijven toch maar niet thuis. En zo blijven de cijfers te hoog. Een verlenging van de lockdown komt eraan, maar of die helpt is zeer de vraag. Wachten op een warm voorjaar lijkt kansrijker.

De bijkomende schade van het zo lang op slot houden van een heel land is onmeetbaar en onmetelijk. Recent luidde de bioscoopbranche de noodklok: vijftig procent minder bezoekers vorig jaar, terugloop van aanbod aan nieuwe films, exploitanten die zuchten onder vaste lasten. Nog even en er is geen film meer te zien op de manier zoals dat ooit bedoeld was: op een metersgroot scherm, in een donkere zaal met topgeluid. Straks worden films alleen nog direct voor Netflix geproduceerd. En straks kookt het restaurant vooral nog voor thuisdiners, niet meer voor de bezoeker die zich een avond smakelijk wil laten verwennen. Het klassieke orkest probeert wat met online concerten, net als het theater met optredens. De horeca, evenementen- en cultuursector zijn de wanhoop nabij. Zo zijn er talloze ondernemingen die op omvallen staan, maar nu nog als zombiebedrijven door de steunmaatregelen van de overheid kunstmatig in leven worden gehouden. Niet voor niets gaf de Blokker-topman in een interview in het FD een stevige waarschuwing af: straks staan 800.000 retailmedewerkers op straat en zijn de winkelstraten voorgoed uitgestorven.

Nog maar twee maanden en dan speelt ons leven zich al een jaar af achter de keukentafel of het thuiskantoor, op een scherm met alleen gezichten van mensen die op papier je collega’s zijn. Ik heb gewaardeerde collega’s na jarenlang dienstverband stilletjes zien vertrekken, zonder passend afscheid. En nieuwe collega’s alleen nog begroet via MS Teams. Wat doet dat met organisaties? De juichverhalen van het voorjaar, over de voordelen van het thuiswerken en de besparingen aan kantoorruimte, zijn ingeruild voor berichten over gezondheidsklachten, eenzaamheid, gemis aan sociaal contact, leerachterstanden van schoolgaande kinderen, het ontbreken van een studentenleven. Parallel aan de strijd tegen het virus woedt de strijd tegen gevolgschade in de vorm van depressies, huiselijk geweld, onvoldoende ruimte in de zorg voor essentiële behandelingen, mogelijk zelfs zelfmoord van ondernemers die hun levenswerk ten onder zien gaan. Hoe lang houdt een land dat vol?

Ik ben geen viruswappie. Om met een veelbesproken influencer te spreken: ‘ik heb veel respect voor corona’. Er is, in afwachting van massale vaccinatie, geen makkelijke uitweg. Het kabinet valt niet te benijden. Maar advisering vanuit een team van vooral virologen, zonder inbreng van verstandige denkers uit andere disciplines zoals economen of onderwijskundigen, lijkt vooralsnog niet goed te werken. Zeker niet als die virologen niet de durf hebben om hun gemaakte fouten ruiterlijk toe te geven, zoals de eerder op het schild gehesen Jaap van Dissel, wiens RIVM toch inmiddels bij herhaling aantoonbaar fout heeft geadviseerd. Niet alleen in het voorjaar (‘het lijkt op een griepje’), maar ook rondom de bescherming van zorgmedewerkers, wel of niet mondkapjes en de afstandsregels voor middelbare scholieren.

Is het geen tijd voor stevige oplossingen, die meer ruimte bieden voor de economie en het publiek om adem te halen? Bijvoorbeeld door winkels, horeca, theaters, bioscopen weer beperkt te openen, met respect voor de afstandsregels? Door kinderen weer onderwijs te geven, maar scholen strenger te laten zijn in hun coronabeleid? Door eerst de mensen met perspectief te vaccineren: leraren, hulpdiensten, verzorgenden, ondernemers, jongeren en de honderdjarigen pas later? Is het geen tijd voor een OMT met een bredere samenstelling? En voor erkenning dat het probleem mogelijk niet zit bij de sectoren die nu zo ongenadig getroffen worden? Of is dat voor de politiek verantwoordelijken een brug te ver?