29 januari 2013

The Queen's Speech

Het duurde maar twee minuten en vijfenvijftig seconden. De vorstin maakte haar aanstaande abdicatie bekend aan het volk in een speech van welgeteld driehonderddrieënvijftig woorden. In die amper drie minuten zei ze alles wat er gezegd moest worden. Over de concrete aanleiding en hoe ze al jaren nadacht over een passend moment om terug te treden. Over haar echtgenoot; liefde, waardering, rolverdeling en gemis in tien woorden slechts: 'Daarbij was Prins Claus mij vele jaren tot grote steun'. Over de overzeese gebiedsdelen. Over het grote vertrouwen in haar zoon en zijn echtgenote. Dat het tijd werd voor een nieuwe generatie. Niet omdat ze er geen zin meer in heeft op haar vijfenzeventigste, want ze wil graag zichtbaar blijven. Nog iemand voor wie de pensioenleeftijd komt op een zelfgekozen moment. Over de ruimte die haar opvolger krijgt om een eigen invulling te geven aan het koningschap. Over dankbaarheid voor het vertrouwen van het volk.
Twee minuten en vijfenvijftig seconden. Genoeg voor een aantal zenders om vervolgens de hele avond te vullen met terugkijken en vooruitblikken, waarbij iedere beschikbare doctor Clavan uiteraard weer zijn of haar eigenwijze zegje mocht doen. Ik had genoeg aan die ruim driehonderdvijftig woorden. Topwerk van een waardige vorstin en haar speechschrijver. Chapeau.



23 januari 2013

Blauwe maandag

De viering van mijn geboortedag viel dit jaar op Blue Monday, de door een reisorganisatie bedachte depridag om mensen te verleiden al in de eerste maand van het jaar een reis naar de zon te boeken. Er is altijd wel een lokale Diederik Stapel te vinden die aan zo'n dag een wetenschappelijk geurtje wil geven, door te schermen met discutabel onderzoek naar neerslachtigheid en de invloed van niet gerealiseerde goede voornemens en een gebrek aan zonlicht.
Ik vond het alleen zorgelijk om van diverse kanten op mijn verjaardag te horen 'je moet nog vijftien jaar'. Dat klinkt als detentie in de penitentiaire inrichting in Vught, maar gedoeld werd op het aantal jaren tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Daar zou ik als verse tweeënvijftigjarige blijkbaar over na moeten denken, maar dat doe ik niet. Het gaat uit van de gedachte dat je met gepaste tegenzin naar je werk gaat en hunkert naar de periode daarna. Dat lijkt me een verkeerd uitgangspunt voor een activiteit die zo'n groot deel van je leven beslaat; dan kun je beter iets anders gaan doen.
Ons pensioenstelsel zit gebakken in een keurslijf dat niet meer van nu is. Als de pensioenleeftijd naar zevenenzestig jaar gaat staat half Nederland op de achterste benen, terwijl het pensioen destijds werd uitgevonden op basis van het idee dat je daarna nog een jaar of zes, zeven te leven had. Inmiddels zijn dat er gemiddeld al gauw tien meer geworden. De Japanse minister van Financiën riep deze week zijn landgenoten op gerust dood te gaan als de tijd daarvoor rijp is en niet te kiezen voor een eindeloos en kostbaar uitstel van de Grote Reis. Het hielp qua berichtgeving niet dat hij Aso heet en het werd bijna neergezet als de ruwe oplossing die in de filmklassieker Soylent Green wordt gekozen om de overbevolking te bestrijden. Maar in een land waar een kwart van de bevolking ouder is dan zestig krijg je dat soort discussies.
Wat mij betreft schaffen we de vaste pensioenleeftijd af en is er voor iedereen de mogelijkheid om gewoon door te werken. Natuurlijk moet je dat flexibel invullen, maar er is genoeg animo voor. In NRC bepleit een vierenzeventigjarige advocaat het recht om zijn ambt te blijven vervullen. Peter van Lindonk organiseert nog jaarlijks vol energie zijn prachtige inspiratiecongres PINC, al is hij dan halverwege de zeventig. Vriend Dick heeft zijn ontwerpstudio net op nieuwe leest geschoeid op zijn vijfenzestigste. En vorige week kookte Pino, vijfenzeventig jaar oud, bij het jaarlijkse bezoek aan zijn Maastrichtse restaurant Mediterraneo weer vol liefde zijn Italiaanse gerechten voor ons. Hij werkt zes dagen per week. Leeftijd is een cijfer, geen reden om bij de pakken neer te gaan zitten. Zelfs niet op een blauwe maandag.



7 januari 2013

Honderd woorden

Tussen de post zit een boekje van schrijver Bart Lankester. 100 Woorden van Wieringen heet het. Na jaren als journalist en copywriter in Amsterdam heeft Lankester gekozen voor een leven op de rand van Noord-Holland. Iedere dag schrijft hij daar precies honderd woorden. Over de Waddenzee en de schapen op de dijk. Over regen, rust en ruimte. Over dierbaren, politiek, herinneringen. Als pdf-je ploffen ze iedere ochtend in mijn mailbox. Ik lees ze altijd, ook als die mailbox overvol is. De schrijver wil in iedere honderd woorden tenminste één zin voegen die verschil maakt.
Goed voornemen voor 2013, verschil maken.