Mijn vader vergat in de laatste jaren van zijn aards bestaan bijna alles van wat er ooit in zijn geheugen zat. Agenda's, briefjes in zijn zak: met slimme geheugensteuntjes wist hij velen nog lange tijd om de tuin te leiden. Op de palm van zijn hand schreef hij, telkens opnieuw, zijn leeftijd: 1926-2016, negentig jaar.
Die leeftijd heeft hij net niet officieel gehaald. Na het verlies van zijn vrouw, eind maart, gleed het leven in hoog tempo uit hem. Hij sleepte zich voort, tot hij uiteindelijk ook de echtelijke sponde niet meer uitkwam. Krimpend van pijn, zijn handen klauwend in de oude deken, lag hij de laatste dagen in zijn bed. Op 26 mei, om twee uur in de nacht, stokte zijn zware, moeizame ademhaling.
Hij was een avonturier, die hield van de goede dingen des levens. Een mooie avond met vrienden, een goed glas, een goed pak. In 1950 keerde hij als militair terug uit Nederlands-Indië, sprong over de handdoeken en het servies van de reeds aangeschafte uitzet, verliet zijn oerdegelijke verloofde en kocht een zeilboot. Drie jaar later ontmoette hij een meisje dat net als hij ook jaren in Nederlands-Indië had doorgebracht. Ze werd zijn vrouw en ze hadden tweeënzestig jaar lang genoeg om over te praten.
Hij werd journalist, schreef de blaren op zijn handen voor de lokale krant en voor Neerlands' allereerste bedrijfsblad en profiteerde volop van de vrijheid die bij dat beroep hoorde. Eerst in de omgeving van Rotterdam, daarna jarenlang in zijn geliefde geboortestad Amsterdam. Hij had een scherpe pen en produceerde ook over de eenvoudigste gebeurtenissen prachtige pennenvruchtjes, in een stijl die soms aan de Kronkels van Simon Carmiggelt deed denken.
Na zijn werkzame leven werd hij secretaris van de plaatselijke Oranjevereniging. Zijn hilarisch opgetekende notulen zetten steevast de toon voor weer een gemoedelijke mannenavond, waarbij de Oranjeklanten ook nog even de afspraken voor de naderende festiviteiten doornamen. Verschillende van hen werden boezemvrienden voor het leven. Zo bereikte hij de leeftijd der sterken, tot de geest de geest gaf. Het lichaam volgde vanzelf. Hij stierf aan liefdesverdriet.
Op 1 juni begraven we hem aan de rand van ons dorp. Mijn papa, net geen negentig jaar oud, is weer bij zijn lieve vrouw.