2 augustus 2015

Holle vaten

Aan de zwembadrand in Italië, ergens boven het Gardameer, lees ik De bekentenis, geschreven door Volkskrantjournalist Tjerk Gualthérie van Weezel. Het is een reconstructie van de Vestia-affaire, beschreven vanuit het perspectief van extern adviseur Arjen Greeven. Hij verdiende ooit vele tonnen per jaar met het afsluiten van complexe derivatenportefeuilles voor de woningcorporatie en betaalde de schatkistbeheerder van Vestia daarvan stiekem een stevig deel. Maar uiteindelijk kreeg hij spijt en koos voor een bekentenis tegenover het Openbaar Ministerie.
Ik ben een simpele communicatie-adviseur, de beschrijving van complexe derivatenproducten gaat me al snel boven mijn pet. Maar het inkijkje in de financiële sector is zo boeiend dat ik de driehonderd pagina's in krap twee dagen tot me neem op de plastic ligstoel aan de waterkant. Een keurige verhuurder van woningen voor minderbedeelden wordt in korte tijd een financiële instelling die goochelt met tientallen miljarden. Een miljard, dat is duizend keer een miljoen, denk ik dan altijd weer. 
Op een bijeenkomst in de Amsterdamse Stadsschouwburg vertelde Joris Luyendijk dit voorjaar meer over de reacties op zijn bestseller Dit kan niet waar zijn. Op dat moment waren er al honderdzestigduizend exemplaren van verkocht. Dat lijkt veel, aldus Joris, maar laten we het in het juiste perspectief zien: het is amper één procent van de Nederlandse bevolking. Wie denkt dat de misstanden in de financiële sector die Luyendijk beschrijft vooral voorkomen in Londen en niet aan de Amsterdamse Zuidas, doet er goed aan ook de pennevrucht van Van Weezel te lezen. De gretigheid waarmee ook Nederlandse bankiers de woningcorporatie volstopten met onbegrijpelijke schulden, zonder zich ook maar iets af te vragen over de gevolgen, is ontluisterend.
Ergens in de afgelopen decennia keerden financials hun klanten de rug toe en kozen zonder gewetensnood voor schaamteloos gewin en het verhandelen van onbegrijpelijke luchtbel-producten. En wij, onwetende maar gretige consumenten, trapten er met open ogen in, bedwelmd door onze honger naar meer, groter en mooier bezit.
Het meest opmerkelijk van alles is natuurlijk dat we van dit soort dingen niet heel veel geleerd hebben. De handel in derivaten is niet verboden, de bonussen van bankiers zijn alweer aangenaam hoog en we verheugen ons vanwege optimistische geluiden over de economie. 
Maar aan de zwembadrand lees ik ook dat een Nederlandse tandarts een rechtszaak wint van een grote bank over renteswaps die hem in zijn maag waren gesplitst. Nieuws in komkommertijd dat me voor veel ondernemers relevanter lijkt dan alle berichten over zijn moordlustige Amerikaanse collega met die dooie leeuw.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten