Toen ik zevenenveertig jaar oud werd schonk hij mij een MeisterSinger 01. Een horloge met één wijzer, dat helpt om wat minder gejaagd door het leven te gaan. Hij wist ook wel dat ik het zelf niet zou aanschaffen; veel gezinsleden om te voeden en te kleden maakt de aanschaf van dure luxeartikelen lastiger. Dus kocht hij het spontaan, want mijn broer genoot er van anderen een plezier te doen.
Vandaag had hij vijftig jaar moeten worden. Maar hij is er al bijna vijf jaar niet meer. Ik doe de MeisterSinger om, stap in de auto en rijd met mijn ouders naar zijn oude golfbaan aan de rand van Amsterdam. Daar drinken we koffie met appelgebak, uitkijkend over baan één. Jort's portret staat op tafel, we voelen zijn aanwezigheid. Zijn naam staat als meervoudig toernooiwinnaar op de borden aan de wand. Het clubgebouw is jarenlang een tweede huis voor hem geweest. Hij was een uitstekende golfer, die leefde voor zijn sport.
Er zijn genoeg dagen dat ik niet veel aan hem denk, afgezien van de blik op zijn portret in de huiskamer. Te druk met het dagelijks bestaan. Maar op momenten als deze doet het weer flink zeer. Ik had graag over een kwart eeuw samen met mijn broer aan zo'n tafeltje bij de golfbaan herinneringen opgehaald aan vroeger. We hebben allebei klem gezeten bij de geboorte, hij nog veel meer dan ik. Onze geheugens zijn daardoor niet zo best, maar samen waren we wel een eind gekomen. Het is ons niet gegund. Zijn slopende ziekte maakte dat hij maar vijfenveertig jaar oud mocht worden. De tijd vliegt, zelfs op een horloge met één wijzer. Ik ben al vijf jaar boos en verdrietig. Mijn broer had Abraham moeten zien vandaag.
Tja. Inderdaad een dag om er weer even bij stil te staan. Als ik dit blogje lees draag ik een van Jort's golftruien die hij me heeft nagelaten... En zijn portret lacht me nog steeds tegemoet boven mijn bureau. Terwijl jullie op de golfbaan waren stond ik brandnetels weg te halen onder zijn boom: de fruitboom die we in 2003 voor hem plantten als verlaat verjaarscadeau, zodat-ie later op bezoek bij ons daar de vruchten van zou kunnen plukken. Hij vroeg een walnoot, want dat 'was ook een fruitboom' en natuurlijk een stuk indrukwekkender dan de doorsnee appel of peer. Die walnootboom, intussen flink gegroeid, staat in het volle zicht van de huiskamer en draagt nu noten.
BeantwoordenVerwijderen