30 oktober 2012

Landleven

Het is nog geen twaalf uur 's middags, maar de fles Loupiac op de simpele witte buitentafel is al bijna leeg als we worden uitgenodigd om aan te schuiven. De bewoner, een grijze vikingachtige man met grove eelthanden, snijdt plakken zelfgebakken brood. Hij draagt een smoezelige trui en een spijkerbroek met een groot gat bij de knie. Midden op tafel staat een schaal met verse geitenkazen. Twee locale horecaondernemers tegenover ons nemen de tijd om ze te keuren en te onderhandelen over dagelijkse levering van kaas door de geitenboerin en haar viking.
Na een ochtend het landschap van de Auvergne van boven te hebben bekeken vanuit de luchtballon van broer Frank zijn we geland op een kale akker en vervolgens door de geitenboerin uitgenodigd voor een glas wijn. Ze kwam even helpen bij het inpakken van de ballon, vandaar. Frank kent haar, ze zorgt voor regelmatige verstrekking van geitenmelk en kaas. Hun begroeting is hartelijk.

In de Combrailles, het hart van de Auvergne, op negenhonderd kilometer rijden van huis, woont mijn broer met zijn vrouw, hun twee ezels en een bende katten. Het leven is er minder jachtig dan bij ons. Geen overvolle mailboxen of nerveus zoemende smartphones, wel veel aandacht voor primaire levensbehoeften. Werk is er niet in overvloed, dus de eindjes moeten soms aan elkaar worden geknoopt. Groenten uit eigen tuin, een mooie kip van de buurvrouw. Geitenmelk van de boerin. De ezels laten grazen op een nabijgelegen veld, want daar staat nog wel gras en op het eigen terrein bijna niet meer. Het winterseizoen komt er aan, al zitten we nog enkele dagen heerlijk in de zon. De bewoners hamsteren voor een lange koude winter: voedsel, hooi, brandstof. Zonder zoemende smartphones wonen in de Auvergne; het lijkt relaxed, maar het is niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Daags na onze terugreis naar huis valt de eerste sneeuw.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten