16 november 2010

Ziekenhuis

Jort is niet meer thuis. Op zondag, na een redelijke nacht, krijgt hij opnieuw last van misselijkheid en kan niets binnenhouden; zelfs iedere slok drinken komt er weer uit. Ik bel de huisartsenpost en even later schuift een stoere felgele SUV met rode en blauwe strepen voor de deur, met een chauffeur en een kordate, jonge vrouwelijke huisarts. Die luistert naar zijn buik en ingewanden en herkent een verstopping. Ze regelt een plek in het UMC voor hem, op de spoedeisende hulp.
Na haar vertrek brengen we Jort voorzichtig naar mijn auto en rijden naar het ziekenhuiscomplex aan de rand van Utrecht. Daar begint het grote wachten. Spoedeisend of niet, je kunt uren wachtend doorbrengen in zo'n grote ziekenfabriek. Jort krijgt een infuus met vocht en wordt vervolgens bekeken door een internist. Een jonge blonde vrouw met lange slanke benen en een bril. Ze heeft twee piepers in haar doktersjas en wordt continu opgeroepen tijdens het gesprek dat ze met Jort heeft. Het duurt zo veel langer dan zou moeten, maar uiteindelijk wordt er een röntgenfoto gemaakt. Een verstopping, inderdaad.
Jort blijft in het ziekenhuis, er wordt een plek voor hem gezocht. De eerste nacht is die plek er alleen op de afdeling Geriatrie, tussen onrustig schreeuwende oude mannetjes. Van de knaloranje gangen op de eerste hulp gaan we naar het ingetogen grijs en beige voor bejaarden. Ergens heeft een ontwerper diep over zulke dingen nagedacht.
Het verplegend personeel is zorgzaam en regelt een kamer apart voor Jort, zodat zijn Sjoukje ook kan blijven. Aan het eind van een lange dag ga ik naar huis.
Op maandag wordt Jort verplaatst naar Oncologie, de afdeling waar hij helaas hoort. Ik houd via de telefoon contact met Sjoukje. Opnieuw gaat een dag vol wachten voorbij, voordat laat in de middag een arts een oordeel geeft. De verstopping moet hopelijk vanzelf overgaan. Andere opties zijn voor Jort niet echt meer aan de orde. Hij wil geen operatie meer en zeker geen maagsonde, die vreselijke ervaring heeft hij al twee keer eerder gehad. Het is genoeg geweest wat hem betreft, liever bespaart hij zich onnodig lijden.
Op maandagavond bezoek ik hem met mijn ouders samen. Hij ligt er redelijk bij, iets beter dan de avond er voor. Zijn haar staat woest overeind. Hij legt zijn magere handen in die van zijn ouders en vertelt over zijn besluit. Op dinsdag zal hij met de oncoloog praten over het in gang zetten van de euthenasieprocedure. We huilen samen, halen herinneringen op. Jort kan nog grapjes maken ook. Bij het weggaan zegt hij tegen zijn vader, zoals altijd 'dag ouwe lul'. Dinsdagavond zien we hem weer, spreken we af. Hoeveel dagen kan dat nog?


4 opmerkingen:

  1. Wat een verdrietig verhaal. Ik herinner mij Jort nog goed. Hij was een goede middelbare school vriend van mijn broer Frank die dit jaar ook helaas veel te jong overleden is aan de gevolgen van de kanker die hij als kind gehad heeft. Veel sterkte!
    Marianne

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ben het opruimen van een bureau kom ik een oude agenda tegen. De adressenbestanden heb ik bijna wegeggooid als ik me bedenk dat er namen en adressen instaan van mensen waarmee ik geen contact meer mee heb.
    Dan is internet handig. Ik schrik als ik lees dat Jort al meer als een jaar niet meer leeft. Jort en ik waren collega's bij Slazenger. Hij golf, ik tennis. we hadden het daar niet altijd makkelijk en hadden steun aan elkaar.
    Jort was een erg aardige gozer die door jullie zeker gemist zal worden.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. sorrij, Naam vergeten te vermelden: Hans Rosenveldt (rosenveldt@live.nl)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Bij toeval zie ik tussen de google resultaten in een flits staan "jort schweppe overleden..." Ik dacht, dat kan er maar een zijn. Helaas klopt het .... Ik heb met Jort gewerkt tijdens zijn korte loopbaan bij Pon/Audi. Ik heb goede herinneringen aan hem. Onder andere meer dan 220 km/h over de nieuwe A30 in een nieuwe Audi S8 met Jort achter het stuur. Een gemis en veel te jong. Sterkte! Eric Lagerweij

    BeantwoordenVerwijderen