De dagen tussen het afscheid van Jort en zijn uitvaart zijn als een onwerkelijke film langsgekomen; een maalstroom van emoties afgewisseld met praktische zaken die moesten worden geregeld. Bloemen, kaarten, advertenties, het programma van de crematie. Sjoukje heeft veel steun aan haar broer Henk, net zo nuchter-Gronings als zijzelf maar met een wat mildere afdronk. Ik mag hem graag en samen regelen we wat er geregeld moet worden.
Na de crematie ben ik moe, emotioneel gesloopt. Slecht geslapen de tussenliggende nachten, veel gehuild. Nu begint het Grote Missen van mijn broertje. Ik begin de woensdag zoals ik dat voortaan dagelijks wil doen: met koffie in de zitzak, onder het portret van Jort. Even samen praten. Er is genoeg dat nog gezegd mag worden.
Daarna is het tijd om weer praktisch te worden. Ik leen van kennissen verderop in de straat een Renault Espace, vol rare knopjes maar met trekhaak, en haal de aanhanger van zwager Ruben op in Loenen, bij zijn opslagruimte naast een boerderij. De hond op het erf vraagt om omzichtig uitstappen, hij kijkt nogal serieus. Vervolgens besteden Henk en ik een flink deel van de dag aan het opruimen van spullen in het appartement van Jort en Sjoukje. De inhoud van de schuur is een ontdekkingstocht op zich en levert twee volle aanhangers op voor de gemeentewerf. Tussen alle spullen ook Jort's militaire PSU, een niet te tillen plunjezak. Benieuwd hoe Defensie zal reageren op mijn vraag of ze die nog terug moeten. Ik stel me een typisch ambtenaar-achtige reactie voor: "dank voor het retourneren, maar in deze uitrusting missen nog twee sokken en een koppelriem. Dat kost u 23 euro". Zoiets. We zien wel, ik zal het toch maar melden.
Om vier uur ruil ik mijn oude spijkerbroek om voor het donkergrijze pak dat ik gisteren nog aan had bij het dragen van de kist van mijn broertje. Ik stap in mijn autootje en race naar de RAI, voor het allerlaatste staartje van de Accountantsdag; een evenement waar ik het grootste deel van het jaar aan gewerkt heb, tot een paar dagen geleden. Net op tijd om het slotoptreden mee te maken van schrijver A.L. Snijders, die de 1200 accountants in de zaal weer even met beide benen op de grond zet. Daarna is het tijd voor de borrel. Collega Joke is moe maar voldaan; vooral zij heeft veel van mijn werk de laatste dagen overgenomen. En ze had zelf al meer dan genoeg te doen aan de voorbereiding. Ik ben haar dankbaar. Veel goede geluiden over de dag, na afloop tijdens het buffet. Verbaasde reacties dat ik er toch even ben, welgemeende woorden van troost. Dat helpt. Het leven gaat door. Maar het verlies van mijn broertje zal ik elke dag voelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten