10 september 2012

Zwevende kiezer

Het verkiezingsbord bij de ingang van onze woonwijk staat er wat treurig bij. Door de regen is zelfs het perzikhuidje van Marianne Thieme rimpelig geworden. Posters zijn ongegeneerd over elkaar heen geplakt. Het pamflet van de SGP is onbarmhartig weggescheurd, om plaats te maken voor de iets gematigder vrienden van de Christen Unie. De onbeholpen poging van Kees van der Staaij om het behoud van het ongeboren leven tot een thema van de verkiezingsstrijd te maken is hem duur komen te staan.
PvdA-boegbeeld Diederik Samsom mist op de partijposter het bovenste deel van zijn hoofd. Tegelijk ogen zijn slapen behaarder dan op televisie. De communicatieadviseurs van de PvdA hebben blijkbaar geadviseerd zijn vleespet niet al te prominent in beeld te brengen. De voormalig Greenpeace-activist lijkt zijn partij inmiddels richting regeringspluche te kunnen duwen en steekt zich daarom in strakke pakken, met dikke stropdassen van Oger. Geleerd van een eveneens kale politicus die tien jaar geleden vlak voor de stembusgang tegen een kogel van een dierenactivist opliep. Fortuyn koos zijn kostuums richting de verkiezingsdatum behoudender, om meer de uitstraling van een premier te verwerven.
NRC Next besteedde afgelopen week twee hele pagina's aan het uiterlijk van de lijsttrekkers. Terecht, want in deze visueel georiënteerde samenleving is het beeld voor de kiezer bepalender dan de inhoud - of we dat nou leuk vinden of niet. Dus wordt het niks met die slungelige looks, te grote neus en tanden en veel te lange naam van CDA-lijsttrekker Sybrand Buma. Ook niet met de wat feeksachtige uitstraling van Jolande Sap, die de vrouwelijke charme van haar Groen Links-voorgangster niet kan evenaren. Niks met de kleurloosheid van CU-principaal Arie Slob. Ook de pedante D66-voorman Alexander Pechtold oogt wat vermoeid op zijn poster. En nu vooruit, staat er onder zijn hoofd te lezen. Ja, nogal wiedes, achteruit is niet echt een optie.
Ik ben een zwevende kiezer. Ooit plakte ik postertjes voor D66, toen Jan Terlouw die partij aanvoerde. Het redelijk alternatief, luidde de slogan. Dat vond ik wel een mooie kreet. En Terlouw schreef leuke kinderboeken. Maar al zeker tien jaar weet ik het niet meer. Het politieke landschap is versnipperd; iedere idioot is zijn eigen partij begonnen. Ik probeer me vast te klampen aan de inhoudelijke boodschap van de partijen. Maar tijdens ontelbare tv-debatten komen de lijsttrekkers amper verder dan ingestudeerde holle oneliners, ingeklemd als zij zitten in genadeloze formats vol korte statements, een-op-een gesprekjes, rode lopers en ieders eigen afsluitende zestig-seconden-boodschap voor de kijker; om nog maar te zwijgen van het 'we gaan er even tussenuit voor de reclame'. De presentator is steevast het meest aan het woord. Ik kan er niets mee, net zomin als met de digitale stemwijzer, die ik samen met twee komma zeven miljoen landgenoten heb ingevuld. Het stemadvies komt telkens uit bij partijen die volgens de peilingen zullen worden weggevaagd, of die op het stemformulier aangeven dat ze best een lijstverbinding willen met de stijve mannenbroeders van Van der Staaij. De gezellig-mollige Brabander Roemer is geen optie; onder zijn regie wordt alles in dit land inkomensafhankelijk, tot de prijs van een liter benzine aan toe. PVV-regent Wilders duwt ons landje in hoog tempo richting de rand van het Europese continent en zijn lijst van kandidaat-Kamerleden telt bovendien zorgwekkende types als Dion Graus. En de altijd lachende premier heeft ook bij mij krediet verspeeld met zijn zwalkende gedoogregering. Zijn hoofd is op de VVD-posters vervangen door puntige oneliners. Dat bevalt me als tekstschrijver in ieder geval beter dan al die fletse gezichten op een rimpelig verkiezingsbord. Qua affiche kies ik voor de VVD. Maar verder weet ik het echt niet. 'De verkiezingen zijn een Voice of Holland op de ruïnes van de verzuiling', schreef de Volkskrant. Ik ga stemmen. Maar geef mij maar zo'n mooie speech van Michelle Obama, als het om kiezers trekken gaat.


Update 12 september: vanmorgen gestemd met hulp van de briljante Stembreker, ideetje van de G500-denkers. Met hulp van een sms-je met een dwingend stemadvies richting stembus, om te stemmen op de Groenechristenarbeidsvolks66-coalitie. Hoop dat het werkt.

30 augustus 2012

Gebogen lijn

Tussen de vakantiefoto's zat er één die rap in de digitale prullenbak is verdwenen. Een opname van de pater familias zelf, aan de rand van het aangename zwembad in het Italiaanse Tignale. Ik had al eerder in de spiegel moeten vaststellen dat alle jaarlijkse voornemens om lengte en gewicht meer in balans te brengen tot nu toe jammerlijk zijn mislukt. De vakantiefoto gaf die waarneming nog wat onbarmhartiger door. Een dikke bleekneus met grijs haar in een grote blauwe zwembroek. Achteraf is het goed te begrijpen dat dochter Merle zo graag monstertje met mij wilde spelen in het water. Haar beleving moet zeer realistisch geweest zijn.
De confrontatie met de groeiende Heinekenspoiler rondom het middenrif speelde opnieuw op nadat ik, bevangen door de zware parfumwalm, de aantrekkelijke nietsnuttende dansmeisjes en de schaarse verlichting, in de Milanese winkel van Abercrombie & Fitch een kek maar niet al te goedkoop T-shirt had aangeschaft. Maat XXL, dat moest toch passen. Er stond wel ergens 'Muscle' in de kraag, maar dat kon geen probleem zijn. Thuisgekomen bleek het model bedoeld voor breedgebouwde spierbundels met een sixpack rond hun navel, niet voor de peervorm die mijn fysiek momenteel typeert. Ooit, een kwart eeuw geleden, had ik zo'n strak figuur; resultaat van vier keer per week een bezoek aan een sportschool. Tot mijn veertigste levensjaar heb ik daar redelijk op kunnen teren. Toen gaven de buikspieren het op. Als je ons niet onderhoudt, zoek je het zelf maar uit.
Iemand zei ooit, bij commentaar op zijn ronde gestalte 'een gebogen lijn is ook een lijn en mathematisch veel interessanter dan een rechte'. Ik heb echter niets met wiskunde. Er moet, kortom, iets gebeuren om het uitdijende lichaam enigszins terug in model te krijgen. Minder eten is de eerste voor de hand liggende oplossing. Matigen bij de lunch in het bedrijfsrestaurant. Alle tussendoortjes schrappen. En vooral 's avonds wegblijven van de verleidingen in de koelkast. Het helpt om minder laat naar bed te gaan, want het vlees is zwak zo rond elf uur in de avond. Ik wacht dit jaar maar niet tot de eerste dag van het nieuwe jaar met goede voornemens. Het lichaam van een eenenvijftigjarige is immers een tikkende tijdbom. Al etend wachten tot die afgaat is niet de beste optie.


15 augustus 2012

We zijn weer thuis

De eerste editie van het FD die maandagochtend thuis op de mat valt laat het nog verse vakantiegevoel direct weer verdwijnen. Komkommertijd, voor de plaatsvervangende journalist een kans om lekker op de voorpagina uit te pakken met opgewarmd oud nieuws over accountants, waarbij ook nog eens zaken aan elkaar worden geknoopt die niks met elkaar te maken hebben. Dus zoemt vanaf half acht 's ochtends de mobiele telefoon en knippert het lampje van de inbox tot ver na werktijd.
Na de nachtelijke terugrit van het Gardameer naar ons dorpje aan de Vecht had ik me ingesteld op voorzichtig opstarten, nog nagenietend van herinneringen aan twee warme weken in Noord-Italië. De file op de Brennerpas. De eerste blik op het Gardameer bij Riva. De reeks tunnels langs het water. De kronkelende bergweg omhoog. Een huisje in het groen. Het zwembad glinsterend in de zon. Het enthousiaste gejoel van de dochters bij het springen in het koude water. De boulevard van Limone. Mijn oudste dochter met haar rode koffer arriverend op Malpensa. Het balkon in Verona. De maandagochtendmarkt in Torri del Benaco. De smaak van verse pasta met truffel. Parkeerboefjes bij het San Siro in Milaan. De parfumlucht van de Abercrombiewinkel. Mooie klassiekers in het Mille Miglia museum aan de rand van Brescia. Het gele huis van D.H. Lawrence in Gargnano. Dat eindeloos blauwe meer.
De BlackBerry knippert. We zijn weer thuis.