10 augustus 2016

All inclusive

Ik had natuurlijk beter moeten weten. Als iets te goed klinkt om waar te zijn, is het meestal niet waar. Een week in een Oostenrijks hotel, met vrouw en twee kinderen, voor minder dan honderd euro per dag, all inclusive - dat kan ook eigenlijk niet. En iedere branche heeft zijn eigen jargon. Een huis dat de makelaar aanprijst vanwege 'originele elementen' is immers gewoon een bouwval.
Voor de tweede week van onze zomervakantie boekten we een scherpe aanbieding bij Travelbird. Zeven nachten in een gasthof in Tirol, met verblijf op basis van 'all inclusive light'. Volgens de reisvogel betekent dat een 'uitgebreid ontbijt', een 'kleine lunch', een 'viergangendiner met klein saladebuffet' en tot acht uur 's avonds zonder meerkosten drinken. 
All inclusive, dat ken ik nog van een paar trips naar de Turkse Rivièra, toen dat nog kon. Eindeloze buffetten, met eten zover het oog reikt en voor elk wat wils. Sinds de Erdocratie zijn donkere kant laat zien waag ik het er als kersvers journalist maar niet meer op. Oostenrijk was natuurlijk ook ooit het geboorteland van een griezel met een snorretje, maar toch. Een mooi en opgeruimd landje. Wel zo makkelijk ook, na een week in Noord-Italië.
De eigenaar van de gasthof ziet er uit als de snorloze broer van de harige Amerikaanse adult movie actor Ron Jeremy in zijn vadsige nadagen. En ook een beetje als Mario Bros, als hij zijn donkerblauwe salopette aan heeft althans. Bij binnenkomst wijst hij ons direct op het genadeloze voedertijdregime: ontbijt tussen acht en negen, de kleine lunch tussen twaalf en één en het diner tussen zes en zeven. Hmm, uitslapen is geen optie deze week. En vier gangen binnen een uur wordt haastig eten. Maar goed, de gedachte aan krakend krokante Kaiserbroodjes, verse jus d'orange en dito koffie iedere ochtend maakt veel goed. Helaas zijn de semmel van eigenaar Mario minder krokant, de jus d'orange niet te vinden en de koffie niet echt baristakwaliteit. 
Overdag gaan we de berg op, genieten van het adembenemende landschap dat Tirol nog altijd te bieden heeft. De kleine lunch laten we graag voor wat die is, ik zorg liever zelf voor de noodzakelijke Kaiserschmarren om de dag mee door te komen.
Het viergangendiner bij baas Mario gaat, zo blijkt, uit van het this is it-principe. Geen aankondiging van wat er komt, geen keus, geen buffet. Hier, je eten. Het minuscule 'saladebuffet' (een liggende koelkast met bakken gesneden wortel en kool) wordt door de reisvogel waarschijnlijk als vierde gang beschouwd, want verder kom ik echt maar tot drie. Het goede nieuws is dat de kinderen, verstoken als ze zijn van keuzemogelijkheden, alles gewillig opeten. 
Afgezien van een modderige glijpartij in het natte gras tijdens een afdaling zijn de hills nog altijd alive with the sound of music. Oostenrijk is heerlijk. Maar een aanbieding die te mooi is om waar te zijn, die laat ik een volgende keer gewoon gaan.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten