Deze maand bracht Apple de iPhone 5S uit als nieuw topmodel, samen met de 5C als goedkopere variant. Nou, goedkoop: de 5C met zijn plastic huidje is bij ons te koop vanaf vijfhonderdnegenennegentig euro. Noem dat maar een prijsbrekertje. Ik ben misschien een ouderwetse zak, maar wat mij betreft mag een gadget van zeshonderd pietermannen best wat langer meegaan dan één of twee jaar, anders ben je een dief van je eigen portemonnee. Ik heb mijn iPhone 4S (ook nog steeds te koop) anderhalf jaar terug zelf betaald, dus dan moet je wel iets veel beters krijgen als je toch wilt overstappen naar een nieuw model.
Wat dat betreft schiet Apple niet echt op tegenwoordig. De 5S is een 5 met een iets betere processor, een wat betere camera en dat is het dan. Oh ja, een vingerafdrukscanner in de startknop, zodat je geen wachtwoord hoeft in te tikken. Dat laatste is wat mij betreft het enige echte nieuws. Prachtig natuurlijk, de NSA is ongetwijfeld blij met het idee straks ook over ieders vingerafdruk te kunnen beschikken, naast je e-mail en je surfgedrag op internet. Die vingerbeveiliging plus de stijve prijs (negenhonderd euro voor het 64-GB-topmodel) versterkt de indruk dat Apple graag een stevige positie wil innemen op de zakelijke markt. Beveiliging met een unieke vingerafdruk is immers spekkie naar het bekkie van ieder paranoïde hoofd ICT, zo'n man die de hele dag jammert over beveiliging en risico's bij iedere nieuwe ontwikkeling in de wereld van de mobiele communicatie. Vergeleken met je thuissituatie is de werkomgeving qua ICT vaak nog het stenen tijdperk, want 'onveilig'. Misschien weet Apple met zijn 5S straks de plek in te nemen die BlackBerry jarenlang had dankzij de beveiligde mailomgeving. BlackBerry, zijn er nog mensen die zo'n ding gebruiken?
Voor de consument is er dus de 5C, die in de VS overigens vijfhonderdnegenenveertig dollar kost; bij de huidige euro-dollarkoers zou dat hier ongeveer vierhonderdvijftien euro moeten zijn. Maar zo te zien is het transport van China naar Amsterdam veel duurder dan van China naar de VS, want hier betaal je dus zomaar zeshonderd euro voor dat plastic telefoontje. Blijkbaar denkt Apple dat Europeanen dat makkelijk kunnen betalen. Zeker gemist dat het hier ook al vijf jaar crisis is. Ik verwacht dit keer geen grote rijen voor de Applestore, maar misschien vergis ik me.
Ik ben en blijf een Applefan, want de gebruiksvriendelijke manier van werken en het fraaie design maken nog steeds veel goed. Maar de vernieuwing is redelijk ver te zoeken sinds Steve Jobs bijna twee jaar terug zijn laatste adem uitblies. Nieuwe icoontjes in iOS7: leuk, maar Jonathan Ive kan veel beter. Mijn vrouw, verstandig als ze is, heeft sinds kort een Nokia Lumia smartphone. Type 520, simlockvrij te koop voor zo'n honderdvijftig euro. Ik dacht niet dat ik het ooit zou zeggen, maar de Windows Phone 8-tegeltjes op het startscherm vind ik lekker fris en opgeruimd ogen. Veel strakker dan iOS. Apple blijft gebruiksvriendelijker en kwalitatief beter, maar het prijsverschil is veel te groot. Die Lumia is trouwens ook in vrolijke kleurtjes te krijgen. Voor zo lang als het duurt dan, want Nokia is inmiddels van Microsoft en die weten wel hoe je een product moet laten mislukken.
Voorlopig houd ik het bij mijn vertrouwde iPhone 4S, die alles doet wat hij moet doen: bellen, mailen, app-en, fotograferen, filmen, navigeren, internetten, me wakker maken, mijn agenda bijhouden en ga zo maar door. Hij heeft sinds kort een prachtig plastic achterkantje, kadootje van mijn oudste dochters. Die zijn veel mooier dan welke smartphone ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten