12 januari 2012

iSlet

Precies een jaar geleden leverde de webwinkel van de MediaMarkt mijn mooie witte MacBook bij ons thuis af. Ik ben er nog steeds erg blij mee. Maar al kort na levering ging het model uit productie en leverde Apple alleen nog de in metaal gehulde MacBook Pro en de ragdunne Air. Dat voelt altijd een beetje ongemakkelijk; alsof je in het oude model BMW 3 rijdt, dat straks zijn weg gaat vinden naar de Sjonnies van de samenleving. Overjarig, vervangen door iets beters. Een goeie vriendin wreef het er nog even in toen ze haar mooie nieuwe MacBook Air meenam voor een eetafspraak, om de trouwfoto's te laten zien. Had ik toch dat dunne ding moeten kiezen? Ik heb immers ook al een 17 inch laptop van de baas. Elke keer als ik werkte op mijn witte vriend genoot ik, maar het knaagde toch een beetje.
Nu niet meer. Het alternatief voor de Air heet iPad 2 en is niets minder dan geweldig. Je kunt het een opgeblazen iPod Touch noemen, kritiek hebben op de kwaliteit van de ingebouwde camera (terecht, die doet aan als een gevalletje 'hadden we nog liggen van drie jaar terug in de kelder bij Foxconn') of zeuren over de stijve prijs. Vijfhonderdnegenenzeventig euro voor een 32Gb-versie met alleen WiFi is ook geen prijsbrekertje. Maar wat een feestje om mee te werken, wat een handige compacte aanvulling naast die MacBook met zijn usb-aansluitingen, DVD-poort, trackpad, grotere harddisk en meer.
Ik krijg de iPad keurig thuisbezorgd als onderdeel van een abonnement op NRC Next. Dat scheelt een groot bedrag ineens en is uiteindelijk flink goedkoper ook. Bovendien wilde ik de Next al langer als aangenaam krantje op de vroege ochtend; 's avonds heb ik toch geen puf meer voor de gewone NRC. En op zaterdag komt die wel.
De iPad wordt meteen opgenomen in het gezin. Waar iedereen hier met zijn tengels van mijn MacBook moet afblijven, gaat de tablet al op de eerste avond van hand tot hand, als was het een dame van lichte zeden. Bijlezen van het nieuws en de social media gaat voortaan lekker op de bank, waarna de zesjarige dochter al ongeduldig klaar zit om zich op een potje Sonic Racing of Angrybirds te storten. Haar driejarige zusje doet graag mee. Instructie is overbodig. Amber van veertien gaat er even mee door de Hyves- en MSN-contacten en zoekt een cocktailjurkje uit voor het komende schoolfeest. Bij het koken ligt de tablet uit Cupertino op het aanrecht met een recept van Appie op het scherm. En de eerste boeken en magazines zijn ook al binnengehaald uit de appstore. Ik moet nog veel leren over het snel werken met Pages en Keynote op de iPad, maar tot nu toe kan het ding alles; ook een weblog schrijven, want het keyboard op het scherm valt me erg mee. De MacBook blijft steeds vaker in zijn hoes, de iPad is zeker voor het even tussendoor consumeren van informatie veel handiger. Overdag reist hij, veilig in zijn Built-sleeve, mee naar het werk. Dat hoeft eigenlijk niet, maar je kunt niet weten. En ik weet nu al dat alleen hij straks mee mag op vakantie. Lekker geen werk mee jongens, alleen de iPad, leuk voor achter in de auto. Jaja. Onder bloggers wordt er al regelmatig gediscussieerd over de ideale reisgenoot die de iPad wel of niet is. Los toetsenbord er bij, of een kekke hoes met ingebouwd toetsenbord en je bent klaar. Tien uur werken op een accu is bovendien niet mis, dat haalt de MacBook zeker niet.
Ik ben nu al overtuigd van de meerwaarde van een iPad, in tegenstelling tot de eerdere ervaring met de Playbook van RIM. Maar gelukkig is er ook alweer reden tot klagen. Want volgende maand komt versie 3 uit en dan rijd ik opnieuw in een ouwe BMW. Erger nog: ook Office-software heeft zijn weg gevonden naar het iOS-platform van Apple. Ongetwijfeld zijn sommige IT-managers daar blij mee. Voor mij voelt het als de deur van de kerk openzetten voor de antichrist.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten