Net als het serieus begint te regenen arriveer ik bij Buitenhof 34, gebouw van het ministerie van Algemene Zaken in Den Haag. Na een hele reeks glazen schuifdeuren neem ik de trap naar boven. Daar wacht een gezelschap speechschrijvers, de meesten in dienst van ministeries of voor zichzelf begonnen. Professionals die het vak van speechschrijver gezamenlijk naar een hoger plan willen tillen. Daar passen ook inspirerende bijeenkomsten bij, altijd in Den Haag, de natuurlijke habitat van bijna alle leden. Dit keer komen we voor de uitslag van onze kleine kerstcompetitie. Schrijf een preek van achthonderd woorden voor pastoor Johan te Velde, die hij op kerstavond kan voordragen in zijn parochie in Emmeloord. Dat was de opdracht, verstrekt na de vorige bijeenkomst van het gezelschap. Een uitdagend uitstapje temidden van de vele ernstige toespraken vol economische tegenspoed waarmee de broodschrijvers hun ministers en staatssecretarissen voeden. Hoewel de inzendtermijn sloot tijdens de drukste weken van het jaar heb ik ook een preek ingestuurd. Diep in de nacht geschreven, het werk ging voor.
In de jury van de wedstrijd zitten naast Te Velde ook emeritus-predikant Nico ter Linden en oud-vice-premier André Rouvoet. Beide met een straf gereformeerde achtergrond en dat is zichtbaar in de waardering voor de veertien inzendingen. De speeches met een zwaarder Christelijk accent scoren hoger. Mijn inzending zit in de middenmoot. Wel een behoorlijke waardering voor het retorisch gehalte, gelukkig; iets minder voor de kerstgedachte. Maar wat doe je met een preek voor een katholieke voorganger, bestemd voor kerstavond? Dan zit de kerk vol met mensen die maar eens per jaar de weg naar het Godshuis weten te vinden. Die bereik je beter door je preek dichtbij en herkenbaar te houden, met maar een bescheiden link naar het bekende kerstverhaal. Ik ben de enige niet, ook de speechschrijver van de minister van Financiën en diverse anderen kiezen voor die insteek. Maar de jury kijkt er anders naar. Het doet niets af aan de gemoedelijke sfeer en het overleg over het schrijversvak.
Na afloop ga ik in het donker terug naar de parkeergarage onder het Plein. Op het Binnenhof, voor de deur van het hoofdgebouw van het ministerie, staat een grote zwarte auto. Zou de premier nog aan het werk zijn, denk ik bij het langslopen. Misschien oefenen op een speech voor de volgende dag?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten