19 juni 2011

Rode schoenen

Half juni is de jaarmarkt in ons dorpje aan de Vecht. Dit jaar zit het weer niet mee. Regen en wind maken het de kraampjes flink lastig. Een enkele standhouder breekt zijn tenten op en verdwijnt, maar de meesten houden vol. De schoorsteen moet roken.
Tussen de buien door fiets ik naar het dorp, even lekker langs de kraampjes slenteren. Mirjam is net terug van vier dagen schoolkamp met 'haar' achtendertig leerlingen; ze is uitgeteld en blijft liever thuis. Ik heb de hele week de zorg over onze twee kleine smurfjes gehad en ben wel even toe aan een uurtje voor mezelf.
De meeste mannen houden niet van shoppen, aldus de statistieken, maar daar geloof ik niks van. Het hangt er maar net van af waarvoor geshopt moet worden. Mannen houden het makkelijk uit in de Praxis, de MediaMarkt of de autoshowroom; langer dan hun wederhelft meestal.
Ik houd van winkelen, zelfs op de lokale jaarmarkt. Zeker de helft van de kraampjes presenteert vooral twijfelachtige rommel: t-shirts met lawaaiprints, eindeloze hoeveelheden kleurrijke telefoonhoesjes, nephorloges, brede riemen en lelijke tassen. Maar de lokale winkeliers gebruiken de jaarmarkt ook om hun voorraden op te ruimen. Dus verkoopt de plaatselijke schoenenwinkel zijn merkschoenen één dag lang voor een afbraakprijs. Al een uur voor de officiële opening stonden de klanten klaar, vertelt de eigenaar. Ze hielpen hem zijn kraam in te richten en haalden zo meteen de schoenen van hun keus tussen de stapels dozen uit. De schoenenverkoper ziet er stoer uit: kale schedel, stoppelbaard, groot horloge, cool shirt. Hij is bang voor de tandarts, bekende hij laatst toen we samen in de wachtkamer zaten. Daar moet ik nu altijd aan denken, als ik hem tegenkom.
Na twee uur kom ik terug met een namaak iPod-oplader, vier droge worsten en een Hugo Boss-vest: vandaag van honderdvijfenzestig voor vijfentwintig euro. En een paar schoenen, van datzelfde merk, gekocht bij de kale specialist. Van tweehonderd euro voor vijftig. Ze zijn donkerrood. Tijden veranderen. Ik geloof niet dat ik mijn vader op zijn vijftigste ooit met rode schoenen heb gezien. Ik vind ze geweldig.

1 opmerking:

  1. Sinds de komst van onze zoon Mees (nu 1 jaar oud) ziet een bezoek aan de markt er voor mij ook volledig anders uit. Wanneer ik nu wat satesaus van mijn 'broodje warm vlees' mors, belandt het spul niet langer op de grond, maar op onze, op de pof gekochte, Bugaboo.

    BeantwoordenVerwijderen