Zondagmorgen, kwart voor zeven. Met een diepe brom rolt een nagelnieuwe witte Nissan GT-R voor de deur. Samen met zwager Jerry ga ik naar het Fast Car Festival op het circuit van Zandvoort. Jerry werkt bij de enige Nissandealer die de auto in ons land mag leveren. Honderddertigduizend euro, 530 pk, een dashboard dat de Playstationgeneratie aanspreekt en prestaties waar alleen supersportwagens die het drie- of viervoudige kosten aan kunnen tippen. Bij snel accelereren zet ik me telkens schrap en houd me vast aan alles wat ik kan vinden, want je wordt afgeschoten als een kanonskogel. Pas nog reed een idioot met zo'n zelfde auto op een provinciale weg bij Haarlem zomaar 308 kilometer per uur. Gelukkig is mijn zwager een stuk verstandiger. We arriveren in alle vroegte bij het circuit, maar het is al dringen bij de ingang. Ronkende sportuitlaten, uitgebouwde wielkasten, grote achterspoilers, lukraak opgeplakte stickers met namen van autotuners. Het Fast Car Festival is een speeltuin voor Sjonnies. Puisterige jongens met petjes, promojacks, spijkerbroek en gympen, die slenteren langs de opgevoerde bolides. Met hun getunede Honda's en Subaru's vullen ze het gehele parkeerterrein van het circuit. De schaars geklede promomeisjes blijven lachen, ondanks de vele regenbuien en de harde wind. Morgen is de helft ziek waarschijnlijk.
In groepen mogen auto's op het circuit hun rondjes rijden, terwijl aan de rand van de parkeerplaats een demonstratie driften wordt gegeven. Het ruikt naar rubber, overbelaste remmen en benzine. Een enkele auto komt gehavend terug van de Tarzanbocht of het Scheivlak. Tussen de buien door lopen we een aantal keren het circuit op en neer, maar zoveel is er verder niet te doen en het weer helpt niet. Jerry breekt nog voor sluitingstijd de reclamevlaggen af naast zijn gehuurde parkeerplek bij de pitboxen en we ronken terug naar huis. Ik houd erg van sportieve snelle auto's, maar na een paar uur Zandvoort heb ik wel even genoeg fast cars gezien. Over twee weken ga ik weer; dan staan er alleen klassiekers. Gelukkig maar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten