26 juni 2011

Kunstenares

Mijn allereerste fotoalbum, dat loopt van mijn geboorte tot en met het afzwaaien van de lagere school, getuigt van de tekenkwaliteiten die ik had in mijn jonge jaren. Op een zwartwitfoto middenin zit ik, met een ouderwets hoornen brilletje op en een pleister op mijn kin, thuis aan een tafel te tekenen. Gezichten van jeugdhelden zijn op de tekening nog goed zichtbaar. The Thunderbirds, een serie waar ik ademloos naar keek destijds. Ik betreurde zelfs dat mijn ouders me Marc hadden gedoopt en niet Scott, net als de onverschrokken piloot van Thunderbird 1. Op mijn zesde tekende ik cowboys en indianen, maar ook de fabriek waar mijn vader als voorlichter werkte, toen die een keer in vuur en vlam stond. In mijn laatste jaar op de lagere school was ik op een familiedag actief als sneltekenaar en portretteerde de bezoekers.
Dat talent heeft zich daarna niet verder ontwikkeld, ik ben een andere weg opgegaan. Mogelijk had ik een vaardig art director kunnen worden, maar ik koos voor woord en niet voor beeld. Na een halve eeuw op deze aardbol knaagt dat een beetje. Zeker als ik bij vriend Dick in zijn mooie atelier in Oudewater ben, groeit telkens het verlangen naar de schilderkunst.
Het is mooi om te zien dat die passie nu ook zichtbaar begint te worden bij dochter Tamar. Haar gekras van voorheen wordt opeens fraai tekenwerk, kleurige schilderingen en originele vormen. Het huis is vergeven van kleurplaten en tekeningen; zeker omdat haar kleine zusje graag meedoet en haar eigen krabbelwerk op zoveel mogelijk blaadjes papier achterlaat.
Iedere kleurwedstrijd die georganiseerd wordt is nu een uitdaging voor dochterlief. In de druilregen bezochten we gisteren de kraampjes van kunstenaars die zich presenteerden in het park van het oude gemeentehuis, als onderdeel van het locale cultuurfestival. Daarbij ook een stand vol schilderijen. En met een kleurwedstrijd die nog liep tot eind van de middag. Tamar spoedde zich met ons naar huis en zette zich direct aan de nieuwe opdracht. Ze knipte het eindresultaat uit en voorzag dat van een mooie blauwe achtergrond. Op de fiets ging het vlak voor sluitingstijd weer met haar terug naar de betreffende standhoudster. Prompt werd Tamar beloond met de prijs voor de winnaar: een pakket vol schildersmateriaal. En een berg snoepjes. Dochterlief heeft volop oog voor dat laatste. Maar als het aan mij lag wist ik het wel.

19 juni 2011

Rode schoenen

Half juni is de jaarmarkt in ons dorpje aan de Vecht. Dit jaar zit het weer niet mee. Regen en wind maken het de kraampjes flink lastig. Een enkele standhouder breekt zijn tenten op en verdwijnt, maar de meesten houden vol. De schoorsteen moet roken.
Tussen de buien door fiets ik naar het dorp, even lekker langs de kraampjes slenteren. Mirjam is net terug van vier dagen schoolkamp met 'haar' achtendertig leerlingen; ze is uitgeteld en blijft liever thuis. Ik heb de hele week de zorg over onze twee kleine smurfjes gehad en ben wel even toe aan een uurtje voor mezelf.
De meeste mannen houden niet van shoppen, aldus de statistieken, maar daar geloof ik niks van. Het hangt er maar net van af waarvoor geshopt moet worden. Mannen houden het makkelijk uit in de Praxis, de MediaMarkt of de autoshowroom; langer dan hun wederhelft meestal.
Ik houd van winkelen, zelfs op de lokale jaarmarkt. Zeker de helft van de kraampjes presenteert vooral twijfelachtige rommel: t-shirts met lawaaiprints, eindeloze hoeveelheden kleurrijke telefoonhoesjes, nephorloges, brede riemen en lelijke tassen. Maar de lokale winkeliers gebruiken de jaarmarkt ook om hun voorraden op te ruimen. Dus verkoopt de plaatselijke schoenenwinkel zijn merkschoenen één dag lang voor een afbraakprijs. Al een uur voor de officiële opening stonden de klanten klaar, vertelt de eigenaar. Ze hielpen hem zijn kraam in te richten en haalden zo meteen de schoenen van hun keus tussen de stapels dozen uit. De schoenenverkoper ziet er stoer uit: kale schedel, stoppelbaard, groot horloge, cool shirt. Hij is bang voor de tandarts, bekende hij laatst toen we samen in de wachtkamer zaten. Daar moet ik nu altijd aan denken, als ik hem tegenkom.
Na twee uur kom ik terug met een namaak iPod-oplader, vier droge worsten en een Hugo Boss-vest: vandaag van honderdvijfenzestig voor vijfentwintig euro. En een paar schoenen, van datzelfde merk, gekocht bij de kale specialist. Van tweehonderd euro voor vijftig. Ze zijn donkerrood. Tijden veranderen. Ik geloof niet dat ik mijn vader op zijn vijftigste ooit met rode schoenen heb gezien. Ik vind ze geweldig.

13 juni 2011

Popcorn

Vandaag gaat Merle voor het eerst mee naar de bioscoop. De nieuwe animatiefilm Rio draait in Pathé Arena, de plek waar we het liefst naar de film gaan. Handig parkeren onder de bios, mooie zalen, ruime stoelen. Opgewonden zitten beide dametjes in de auto, keurig aan het handje laten ze zich meenemen naar het grote filmhuis aan de Arena Boulevard. Dapper gewapend met elk een grote doos popcorn betreden ze zaal 1. Stoelverhogertjes mee. De film duurt ruim anderhalf uur, inclusief de bekende trailers en reclames vooraf. Vooraf vreesden we nog dat dat te lang zou zijn. Die vrees blijkt niet terecht. Ademloos zit Merle naast me te kijken, de doos met gepofte mais klemvast op de knietjes. Pas een half uur voor het einde wordt het te spannend en schuift ze bij haar moeder op schoot. Tussendoor lopen andere kinderen regelmatig in en uit met hun ouders, voor toiletbezoek of anders. Zo niet mijn jongste telgje, nog geen drie jaar oud. Goed, het helpt wel dat ze nog een luier om heeft. Maar ze geniet in stilte, haar ogen strak gericht op het grote scherm. Ik ben niet de enige in het gezin die helemaal kan opgaan in een goeie film.